Publieke consultatie ‘Toekomst Gemeenschappelijk Landbouwbeleid’; de volgende ronde
mr. H.A. Verbakel–van Bommel Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.Voor mijn gevoel is het stelsel van betalingsrechten nog niet zo lang geleden geïntroduceerd. Deze rechten hebben de zogenoemde toeslagrechten in Nederland in 2015 ‘vervangen’ en maken onderdeel uit van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).
Op 2 februari 2017 is de Europese Commissie echter al weer een publieke consultatie gestart over de modernisering en vereenvoudiging van het GLB. Alle geïnteresseerde burgers van de Europese Unie krijgen de mogelijkheid om hun mening te geven over hoe het GLB er na het jaar 2020 uit moet zien. De consultatie loopt tot 2 mei 2017. Staatssecretaris van Economische Zaken Martijn van Dam heeft in februari van dit jaar aangegeven dat de Tweede Kamer voor het zomerreces zal worden geïnformeerd over de Nederlandse inzet over de toekomst van het GLB. Van Dam is van oordeel dat de komende hervormingsronde vooral gebruikt moet worden om een antwoord te geven op de grote maatschappelijke vraagstukken rond voedsel, klimaat, natuurlijke hulpbronnen en biodiversiteit. Ook vindt hij dat Nederland zich sterk moet maken voor een geïntegreerd landbouw- en voedselbeleid.
In verband met genoemde publieke raadpleging is door de Commissie een enquête opgesteld. Deze enquête bestaat uit 34 (meerkeuze)vragen. De vragen gaan over waardering van het huidige beleid en waar het nieuwe GLB aan zou moeten voldoen. Meer informatie over deze enquête vindt u op de volgende website: https://ec.europa.eu/agriculture/consultations/cap-modernising/2017_nl.
Een onderdeel van de enquête betreft het milieu en het klimaat. De eerste voorstellen voor vergroening van het GLB zijn in 2011 door de Europese Commissie gedaan. Deze voorstellen zijn uiteindelijk vertaald in de huidige zogenoemde vergroeningspremie (onderdeel betalingsrecht). Er is een aanspraak op uitbetaling van deze premie als wordt voldaan aan drie algemene maatregelen (hoofdregel). Deze maatregelen zien kort samengevat op gewasdiversificatie, het in stand houden van blijvend grasland en er moet sprake zijn van een minimale oppervlakte ecologisch aandachtsgebied binnen een bedrijf. Het Nederlandse kabinet heeft destijds al kenbaar gemaakt dat deze invulling van de groene component van het GLB wat het kabinet betreft onvoldoende effectief en te beperkt is. Nederland had de voorkeur voor een ‘Europees keuzemenu’ voor vergroening. Naast genoemde basismaatregelen zouden ook andere regelingen mogelijk moeten worden gemaakt; passend bij de betreffende lidstaat of regio’s binnen een lidstaat.
In mei 2016 heeft Van Dam nog een poging gewaagd. Tijdens de informele Landbouwraad welke in Amsterdam plaatsvond van 29 tot en met 31 mei 2016 is hij de discussie aangegaan over de directe inkomenssteun voor landbouwers en heeft daarbij een verschuiving bepleit naar het realiseren van maatschappelijke opgaven, innovatie en een verbreding van vergroening naar klimaatdoelen. Tijdens deze Landbouwraad bleek dat de inzichten dienaangaande uiteen liepen. Door de landbouwministers werd aangegeven dat vergroening een belangrijk onderdeel is van het huidige GLB. Zij zagen een verantwoordelijkheid voor de landbouw om, ook via het GLB, bij te dragen aan de oplossing van maatschappelijke opgaven. Over de vormgeving daarvan in het toekomstige GLB liepen de meningen echter (fors) uiteen. Van Dam werd destijds niet gesteund door zijn collega-landbouwministers.
We zien het onderwerp ‘vergroening en regionalisering’ toch weer terug in de discussie over de toekomst van het GLB. Het klinkt eigenlijk ook heel logisch. Vergroeningsmaatregelen zouden veel effectiever zijn als de maatregelen zijn afgestemd op de regionale omstandigheden. Ik zie deze visie terug bij diverse belangenorganisaties. Echter, verschillen tussen de te nemen maatregelen kan ook verschillen opleveren qua te maken kosten in verband met het uitvoeren van deze maatregelen. En wat betekent dat vervolgens voor de marktpositie van de betrokken landbouwers? Kan hierdoor oneerlijke concurrentie ontstaan?
Daarnaast wil de Europese Commissie het GLB (ook) simplificeren. Maatwerk betekent mogelijk ook méér werk; zowel qua voorbereiding als qua uitvoering en handhaving. En welke gevolgen heeft dat voor de (administratieve) kosten die zowel landbouwers als overheden hieromtrent moeten dragen?
De Europese Commissie zal de uitkomsten van de publieke raadpleging begin juli 2017 presenteren tijdens een conferentie. Eind november 2017 verschijnt naar verwachting een mededeling vanuit de Commissie over de werking van het huidige GLB en mogelijke beleidsopties. De eerste wetgevingsvoorstellen worden begin 2018 verwacht.
Ik ben benieuwd wiens wensenlijstje uiteindelijk wordt vervuld…..