Tijdschrift voor Agrarisch Recht 2017 nr. 5

De verbindend verklaring van landbouwvoorschriften: het heeft nogal wat voeten in de aarde

mr. H.C.E.P.J. Janssen1

Voor de periode van het vijfde actieprogramma Nitraatrichtlijn (2014–2017) heeft de Europese Commissie (Commissie) aan Nederland een zogenoemde derogatiebeschikking[2] afgegeven. Op grond van deze beschikking mogen landbouwers meer dierlijke mest – in termen van stikstof en fosfaat – toedienen dan de door de Nitraatrichtlijn voorgeschreven norm. Voorwaarde is wel dat de Nederlandse mestproductie het mestproductieplafond niet overschrijdt. Als gevolg van onder andere de afschaffing van het melkquotum, is de Nederlandse mestproductie echter zodanig toegenomen dat het

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

mestplafond wordt overschreden. Er is dus actie nodig om de derogatie ook voor de toekomst te behouden. Staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken probeerde hiertoe eerst bij wet een stelsel van fosfaatrechten in te voeren.[3] Dit stuitte op ernstige bedenkingen van de Europese Commissie.[4] In verband hiermee moest de zuivelsector van de staatssecretaris per omgaande zelf aan de slag. De gedachte was dat de zuivelsector via ZuivelNL[5] afspraken over de fosfaatreductie zou maken. Teneinde ook niet-aangesloten veehouders aan de betreffende afspraken te kunnen binden, zouden de afspraken door de minister van Economische Zaken verbindend verklaard worden.[6] Deze aanpak haalde de eindstreep niet. Verbindendverklaring bleek toch niet zo’n goed idee. De ‘doorlooptijd’ was volgens de staatssecretaris te lang voor een snelle vermindering van de fosfaatproductie.[7] Daarom kwam er uiteindelijk een op de Landbouwwet gebaseerde ministeriële regeling: de Regeling fosfaatreductieplan 2017.[8] Dat deze regeling evenmin onomstreden is, blijkt onder andere uit het feit dat de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag de regeling inmiddels voor diverse veehouders buiten toepassing heeft verklaard.[9] Hoe dan ook, het toch wel ongelukkige plan van de staatssecretaris om de zuivelsector zelf de fosfaatreductie te laten organiseren, is voldoende reden om het voor Nederland relatief nieuwe fenomeen van verbindendverklaring van landbouwvoorschriften en de verplichtstelling van financiële bijdragen onder de loep te nemen. 1. Inleiding Met verbindend verklaren wordt bedoeld dat voorschriften die bepaalde partijen met elkaar hebben afgesproken ook van toepassing worden verklaard op partijen die niet bij de afspraak betrokken waren. In Nederland is het meest bekende voorbeeld de algemeen verbindendverklaring van collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s). Op grond van art. 2 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten kan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bepalingen van een cao algemeen verbindend verklaren. Maar er zijn meer voorbeelden. Zo kan de minister van Infrastructuur en Milieu overeenkomstig art. 15.36 Wet milieubeheer een overeenkomst over een afvalbeheerbijdrage verbindend verklaren. Verder geeft art. 111 Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden de minister van Economische Zaken de bevoegdheid om overeenkomsten over gewasbeschermingsmiddelen verbindend te verklaren. De verbindendverklaring die staatssecretaris Van Dam in het kader van de fosfaatreductie op het oog had, heeft betrekking op afspraken tussen ondernemers- en brancheverenigingen die actief zijn in de landbouw. De mogelijkheid tot het verbindend verklaren van dergelijke afspraken heeft een Europees rechtelijke basis, namelijk de Gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten. Hoewel de mogelijkheid tot verbindend verklaring al in 1983 werd geïntroduceerd voor de sector groenten en fruit, is er in Nederland voor dit fenomeen tot voor kort nooit echte belangstelling geweest. Er was ook geen noodzaak toe. In de landbouw hadden we immers productschappen. Toen die met ingang van 1 januari 2015 werden opgeheven, werd de verbindendverklaring van stal gehaald. Helemaal mooi was dat met de invoering van een nieuwe Gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten vanaf 1 januari 2014 de verbindendverklaring ook nog eens in alle landbouwsectoren toegepast kon worden. Hierna zal eerst worden ingegaan op de opheffing van de productschappen. In het kader hiervan wees minister Kamp de landbouwsector immers uitdrukkelijk op de mogelijkheid om voorschriften verbindend te laten verklaren. Daarna zal uiteen worden gezet onder welke voorwaarden voorschriften van ondernemers- en brancheverenigingen die actief zijn in de landbouw verbindend verklaard kunnen worden. Aansluitend zal de huidige Nederlandse praktijk worden besproken. Het artikel wordt afgerond met een conclusie.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Verder in dit artikel:

2. Opheffing van de productschappen

3. De Gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten

4. Uitbreiding van voorschriften en verplichte bijdragen

5. Uitbreiding van voorschriften

5.1. Voorwaarden uitbreiding van voorschriften

5.2. Voorschriften die verbindend verklaard kunnen worden

5.3. Erkende producentenorganisatie, unies van producentenorganisaties of brancheorganisatie

5.4. Representativiteit

5.5. Voorgeschreven doelen

5.6. Geen schade voor andere marktdeelnemers

5.7. Geen onverenigbaarheid met de Unievoorschriften of met de vigerende nationale voorschriften

5.8. Beperkte periode

6. Verplichte bijdragen

6.1. Voorwaarden verplichte bijdragen

6.2. Algemeen economisch belang

6.3. Voordeel

6.4. Verplichte financiële bijdrage

7. De Nederlandse praktijk tot nu toe

7.1. Erkenning van producentenorganisaties, unies van producentenorganisaties en brancheorganisaties

7.2. Verbindend verklaring en verplichte bijdrage

7.3. Gehonoreerde verzoeken om verbindendverklaring

7.4. Fosfaatreductie via ZuivelNL

8. Conclusie

Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
mr. H.C.E.P.J. Janssen1
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvAR/14291

Verder in 2017 nr.5

 De verbindend verklaring van landbouwvoorschriften: het heeft nogal wat voeten in de aarde

Voor de periode van het vijfde actieprogramma Nitraatrichtlijn (2014–2017) heeft de Europese Commissie (Commissie) aan Nederland een zogenoemde derogatiebeschikking[2] afgegeven. Op grond ...

 ‘In goed vertrouwen slecht geregeld’

Onlangs verzuchtte een van de deskundige leden van de pachtkamer in het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden: ‘weer een geval van in goed vertrouwen slecht geregeld!’. Hij doelde daarmee op de...

 ‘Einde erfpacht, gestanddoening pacht’

Het Rijksvastgoedbedrijf heeft ongeveer 48.000 hectaren agrarische grond in eigendom, uitgegeven in pacht en erfpacht. De in erfpacht uitgegeven grond kan door de erfpachter verpacht worden. Na ...

 Wateroverlast en aansprakelijkheid

Onze watersystemen zijn de afgelopen decennia dusdanig verbeterd dat zij normaliter alle functies, waaronder de agrarische, goed kunnen bedienen. Mede dankzij een uitgekiend en fijnmazig waterbe...