Pacht - Pachtkamer Hof Arnhem-Leeuwarden, 27 december 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:10474 - (De Cloedt/Van Mullem c.s.) (TvAR 2017/5880)
G.M.F. SnijdersArtikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
(mrs. Th.C.M. Willemse, J.H. Lieber en H.L. Wattel en de deskundige leden mr. ing. E. Oostra en ir. J.H. Jurrius )
Pachtovereenkomst. Onderverpachting.
[Burgerlijk Wetboek, art. 3:60, art. 3:61 lid 2, art. 6:248, art. 7:355, art. 7:376, art. 3:377]
De pachter is niet bevoegd tot onderverpachting dan met schriftelijke toestemming van de verpachter. Verpachter heeft geen toestemming gegeven. Pachter heeft als bevrijdend verweer aangevoerd dat de rentmeester de onderverpachting oogluikend heeft toegestaan. Als uitgangspunt geldt dat de rentmeester in beginsel niet gevolmachtigd is rechtshandelingen namens zijn opdrachtgever te verrichten. Het komt er in dit geval op aan of pachter gerechtvaardigd heeft vertrouwd op volmachtverlening door verpachter aan zijn rentmeester op grond van feiten en omstandigheden die voor risico van verpachter komen en waaruit naar verkeersopvattingen zodanige schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid ...
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.