Voorwoord
Lisa van der Wal Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.Beste lezers,
Na het dubbelnummer dat net voor de zomer uitkwam ligt voor u een enkel nummer omdat u na de zomervakantie waarschijnlijk al veel moet bijlezen. Deze uitgave bevat naast de actualiteiten zeer lezenswaardige artikelen en een kritische column. Raffi van den Berg, algemeen secretaris van de Nederlandse Orde van Advocaten, richt zich in haar column tot de informateur en pleit voor het installeren van een (programma)minister naast de minister van V&J om de rechtsstatelijkheid en kwaliteit van wetsvoorstellen en van het beleid te waarborgen. De formatie is bij het schrijven van dit voorwoord nog altijd in volle gang maar mocht er op het moment dat dit tijdschrift uitkomt inmiddels een coalitie tot stand zijn gekomen, dan kan de formateur dit advies ter harte nemen.
Kim Demandt en An Klaasse gaan in hun artikel in op de (dunne?) scheidslijn tussen onzorgvuldigheid en voorwaardelijk opzet. Aan de hand van een analyse van de jurisprudentie bespreken zij in welke gevallen de strafrechter, zowel in commune als in fiscaal- strafrechtelijke zaken, uit onzorgvuldig handelen voorwaardelijk opzet heeft afgeleid en in welke gevallen niet. Op basis van de fiscale jurisprudentie, zetten Demandt en Klaasse vervolgens uiteen in welke gevallen de fiscale rechter heeft geoordeeld dat onzorgvuldigheid leidt tot voorwaardelijk opzet en welke niet.
In hun artikel ‘internationale trends in de preventie, detectie en repressie van corruptie’ schetsen Tessa van Roomen en Aldo Verbruggen een overzicht van de nationale en internationale trends aan de zijde van de overheid en het bedrijfsleven op het gebied van corruptiebestrijding. Zij signaleren onder andere dat de zelfmelding en de overdracht van informatie door ondernemingen aan het Openbaar Ministerie in toenemende mate een belangrijke bron is voor de start van strafrechtelijke onderzoeken.
Recent is het rapport ‘Een beetje corrupt bestaat niet – een onderzoek naar omkoping van ambtenaren door het bedrijfsleven’ verschenen.1 Dit rapport maakt deel uit van een promotieonderzoek door de afdeling strafrecht en criminologie van de Vrije Universiteit naar mogelijke oorzaken van corruptie bedoeld om meer inzicht te krijgen in verklaringen voor omkopingen van ambtenaren door ondernemers. De onderzoeker heeft ten behoeve van dit rapport strafdossiers bestudeerd van onderzoeken verricht door de Rijksrecherche en de FIOD. Die dossiers hadden betrekking op 7 ambtenaren en 18 ondernemers.
De opsteller van het rapport stelt vast dat de informatie die de directe aanleiding vormde voor de corruptieonderzoeken in alle gevallen van buitenaf kwamen. De onderzoek concludeert vervolgens: ‘Geen van de onderzoeken is dus gestart naar aanleiding van directe acties van de overheidsorganisaties zelf. Over elk van de ambtenaren waren er eerdere signalen die betrekking hadden op omkoping of andere integriteitschendingen. In vijf van de zeven zaken waren hun organisaties van deze signalen op de hoogte. Eén van de ambtenaren was al eerder voor omkoping veroordeeld.’ Hieruit blijkt dat overheidsorganisaties kunnen leren van het bedrijfsleven daar waar het gaat om het verrichten van interne onderzoeken naar corruptieverdenkingen en/of integriteitsschendingen en – indien aan de orde – om de uitkomsten daarvan te melden bij het Openbaar Ministerie.
Mocht u na het lezen van deze uitgave geïnspireerd zijn en zelf een artikel willen schrijven voor dit tijdschrift neem dan contact op met onze redactiesecretaris. Ondertussen werken wij verder aan de volgende editie, wederom een dubbelnummer dat rond de jaarwisseling zal verschijnen.
Lisa van der Wal