Tijdschrift voor Curatoren 2017 nr. 5/6

Faillissementsaanvraag kwalificeert als kennelijk onbehoorlijk bestuur in de zin van art. 2:248 BW - Gerechtshof ’s-Hertogenbosch d.d. 19 september 2017 ( ECLI:NL:GHSHE:2017:4030 )

mr. L. Krieckaert1

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

In het hier te bespreken arrest oordeelt het gerechtshof ’s-Hertogenbosch dat sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur ex art. 2:248 BW wegens het indienen van (en persisteren bij) een eigen aangifte tot faillietverklaring. Het betreft daarmee een atypische casus. In ‘normale’ casussen staan feiten en omstandigheden van voor de faillietverklaring centraal en niet (ook) de als gevolg daarvan ingediende faillissementsaanvraag. Daarnaast oordeelt het gerechtshof ten overvloede dat de bestuurder van het kennelijk onbehoorlijk bestuur een ernstig verwijt kan worden gemaakt, hetgeen voor aansprakelijkheid op grond van art. 2:248 BW geen vereiste is. Dat lijkt echter ‘slechts’ een verschrijving te zijn van het gerechtshof.

2. Feiten

De feitenweergave van het arrest is vanwege anonimisering wat lastig te lezen, maar ik leid daaruit het volgende af.

De vennootschap in kwestie richtte zich op de ontwikkeling, productie en verkoop van onbemande ...

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Verder in dit artikel:

1. Inleiding

2. Feiten

3. Juridisch kader – verkort

4. Het arrest

4.1. Kennelijk onbehoorlijk bestuur

4.2. Causaal verband

5. Conclusie

Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
mr. L. Krieckaert1
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvCu/14694

Verder in 2017 nr.5/6

 Vertrouwen in de faillissementscurator1

De taak van de curator in een faillissement[3] zoals verwoord in de Faillissementswet is duidelijk. Volgens art. 68 is hij[4] namelijk belast met het beheer en de vereffening van het ...

 Bodemvoorrecht en afstand van separatisme

De aanleiding voor dit artikel is de volgende (praktijk)casus: In een faillissement heeft de Ontvanger fiscale vorderingen ingediend, waaraan het bodemvoorrecht is verbonden. In de boed...

 The New EU Regulation on Insolvency Proceedings

On 26 June 2017 the EU Insolvency Regulation (recast) has entered into force.[2] The original Insolvency Regulation (EC) No 1346/2000 (‘EIR 2000’), in legal force since May 2002, has been been repe...

 Bogra: enige beschouwingen over doorstart, stille bewindvoerders (pre-pack) en Smallsteps - Kantonrechter Alkmaar 12 oktober 2017

1. CasusNadat Bogra B.V. (hierna: Bogra (oud)) in zwaar weer is gekomen, benadert zij mr. G.A. de Wit (hierna: mr. De Wit) met het verzoek als stille bewindvoerder tijdens een (informele) pré-insol...

 Faillissementsaanvraag kwalificeert als kennelijk onbehoorlijk bestuur in de zin van art. 2:248 BW - Gerechtshof ’s-Hertogenbosch d.d. 19 september 2017 ( ECLI:NL:GHSHE:2017:4030 )

In het hier te bespreken arrest oordeelt het gerechtshof ’s-Hertogenbosch dat sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur ex art. 2:248 BW wegens het indienen van (en persisteren bij) ...

 Overzicht rechtspraak september, oktober en november 2017

Rechtbank Den Haag 5 september 2017; ECLI:NL:RBDHA:2017:10785X BV vraagt het faillissement van Y BV. Hoewel behoorlijk opgeroepen verschijnt Y BV niet bij de behandeling. Vastgesteld wordt dat op 1...