De schaal van waarschijnlijkheid
prof. dr. M.N. Hoogendoorn RA1 Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.‘Morgen gaat het waarschijnlijk regenen’, zegt de weerman. Hoe groot achten we dan de kans dat het inderdaad gaat regenen? Als ik dit rondvraag hoor ik meestal iets van 75% of 80% kans.
In de financiële verslaggeving is dat anders. Als in de Richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving het begrip ‘waarschijnlijk’ wordt gebruikt, wordt daarmee bedoeld meer dan 50% kans. De kans dat het wel gebeurt, is dus groter dan de kans dat het niet gebeurt. Deze invulling van waarschijnlijkheid is overigens nergens omschreven in de Richtlijnen, maar wordt wel algemeen aanvaard (zie bijvoorbeeld het EY Handboek Jaarrekening 2017, pag. 165). Dat komt omdat IFRS het equivalente begrip ‘probable’ wel ergens definieert, namelijk in IAS 37.23, en wel als ‘more likely than not’.
De invulling van waarschijnlijkheid behoort tot de grondslagen van de financiële verslaggeving.2 Zo wordt een actief alleen in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat enig economisch voordeel naar de onderneming zal vloeien, en een verplichting indien het waarschijnlijk is dat enig economisch voordeel uit de onderneming zal vloeien (RJ 115.104/105, RJ 930.83). Dit heeft gevolgen voor diverse specifieke bepalingen, zoals het opnemen van immateriële activa (RJ 210.201), latente belastingvorderingen (RJ 272.318), door een derde te vergoeden uitgaven (RJ 252.311) en voorzieningen (art. 2:374, lid 1 BW; RJ 252.201) en voor de verantwoording van opbrengsten (RJ 270.110/115/124).
Maar er zijn meer meetpunten op de schaal van waarschijnlijkheid. Bovenaan staat uiteraard ‘zekerheid’, onder andere vermomd in het begrip ‘onontkoombaar’ bij het vaststellen van discontinuïteit (RJ 170.2). Daarna volgt ‘vrijwel zeker’ (‘virtually certain’3 ), het criterium voor het in de balans opnemen van een voorwaardelijk actief (RJ 252.521). De volgende is ‘zeer waarschijnlijk’ (‘highly probable’), gebruikt voor het bepalen of een in de toekomst verwachte transactie een afgedekte positie kan zijn in een hedge-relatie (RJ 290.611) en bij de inschatting van de verlenging van een tijdelijke arbeidsovereenkomst bij de verwerking van transitievergoedingen.
Een verwarrende term is ‘redelijk zeker’. In RJ 274.107 wordt deze term (als vertaling van ‘reasonable assurance’) bij het verantwoorden van subsidie-opbrengsten gebruikt als een synoniem voor ‘waarschijnlijk’. Maar het gebruik in RJ 292.120 (als vertaling van ‘reasonably certain’), om de waarschijnlijkheid vast te stellen van de uitoefening van een koopoptie na afloop van een leasecontract, komt meer overeen met ‘zeer waarschijnlijk’.
We vervolgen de schaal naar begrippen die een lagere waarschijnlijkheid dan ‘waarschijnlijk’ uitdrukken. ‘Mogelijk’ (‘possible’) wordt gebruikt bij het identificeren van voorwaardelijke verplichtingen die in de toelichting als niet uit de balans blijkende verplichtingen moeten worden vermeld (RJ 940). Voorts worden drie samenhangende begrippen gebruikt in een situatie van dreigende discontinuïteit (RJ 170.3): het bestaan van ‘ernstige onzekerheid’ of (als synoniem beschouwd) ‘gerede twijfel’ (art. 2:384 lid 3 BW) over de continuïteit, waarbij nog een ‘reële kans’ bestaat dat door medewerking van belanghebbenden discontinuïteit kan worden voorkomen.
En de laatste in de rij is ‘zeer onwaarschijnlijk’ (‘remote’): informatie over niet in de balans opgenomen verplichtingen behoeft niet te worden gegeven indien het zeer onwaarschijnlijk is dat voor de afwikkeling daarvan middelen nodig zullen zijn.
Dit overzicht is ‘vast niet’ volledig, maar het geeft wel een goed beeld van de schaal van waarschijnlijkheid. Al deze begrippen zijn niet nader ingevuld en hebben een gevoelswaarde. In onderstaand overzicht vul ik mijn eigen gevoelswaarde in, in de vorm van grenspercentages, niet als een uiting van exactheid, maar eerder als een denkmodel.
De schaal van waarschijnlijkheid4 | |
Onontkoombaar | 100% |
Vrijwel zeker | 95% |
Zeer waarschijnlijk / Redelijk zeker | 80% |
Waarschijnlijk | > 50% |
Mogelijk | 30% |
Ernstige onzekerheid / Gerede twijfel / Reële kans | 10% |
Zeer onwaarschijnlijk | 5% |
Ook zonder percentages kan het geen kwaad indien de RJ een nadere duiding zou geven van deze begrippen. Om te beginnen met een invulling van het kernbegrip ‘waarschijnlijk’.
Een uitdaging in internationaal verband is dat de gevoelswaarde van begrippen, mede door de vertalingen daarvan, van land tot land kan verschillen en daarmee de vergelijkbaarheid van jaarrekeningen kan aantasten.5 Daar ligt ook een taak voor de IASB. En om gelijk maar eens een grote verwarring te noemen: het begrip ‘probable’ (waarschijnlijk) wordt ook gebruikt in de Amerikaanse verslaggevingsregels (US GAAP), maar daar betekent het niet een kans van meer dan 50%, maar een veel hogere kans, meer in de richting van wat IFRS ‘highly probable’ noemt. En eigenlijk ook meer in de richting van hoe de meesten de voorspelling van de weerman zullen interpreteren. Of het verschil tussen de VS en de rest van de wereld op korte termijn wordt opgelost? Ik acht het niet waarschijnlijk.
Martin Hoogendoorn