Kan een uitsluitingsclausule aan een verdelingshandeling van een nalatenschap verbonden worden?
prof. mr. T.J. Mellema - Kranenburg
Veelal zal het bij de vererving van een agrarische onderneming de bedoeling zijn dat het eigen kind met uitzondering van het schoonkind de onderneming verkrijgt. Dat kan eenvoudig bewerkstelligd worden door in het testament waarin de vererving wordt bepaald een uitsluitingsclausule op te nemen. Sinds 1 januari 2018 is dat zelfs niet meer nodig waar het na 1 januari 2018 gehuwden betreft. Vooralsnog zal dat laatste slechts een minderheid van gevallen betreffen.Waar het dus de vóór
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
1 januari 2018 gehuwden betreft is een uitsluitingsclausule nog nodig. In de situatie die leidde tot de uitspraak van de Hoge Raad van 8 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2274 , was door erflater echter geen testament gemaakt en was er derhalve ook geen uitsluitingsclausule.In de verdelingsakte tussen moeder en zoon, de beide erfgenamen, werd zoon overbedeeld. Moeder schonk hem een deel van de waarde van de nalatenschap van vader. Moeder verbond aan de overbedeling van zoon een uitsluitingsclausule, die dus niet voortvloeide uit een testament van vader. Is dat mogelijk en wat is in dit verband de betekenis van art. 3:186 lid 2 BW, waarin bepaald wordt dat wat een deelgenoot verkrijgt, hij onder dezelfde titel houdt als waaronder de deelgenoten dit tezamen vóór de verdeling hielden.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.
Verder in dit artikel:
1. De feiten
2. De uitspraken
3. De duiding van het arrest
4. Art.3:186 lid 2 BW en de uitsluitingsclausule
5. Het obiter dictum van de Hoge Raad
6. Praktische betekenis van dit arrest