Voorwoord

Om de zomervakantie goed door te komen biedt deze NTE-aflevering het volgende.

Mr. Julia Eijkens, mr. drs. Peter van Asperen en mr. dr. Vincent Lindijer schreven deel 1 van een tweeluik over de ontwikkeling van de regulering van private netten. Zij maken inzichtelijk dat de private netten net even anders zijn en dus ook net anders worden gereguleerd dan de reguliere netten in hun bijdrage met de titel: Net Anders, Een overzicht van de ontwikkeling van de regulering van private netten. Deel 1 biedt een duidelijk overzicht van met name de gesloten distributiesystemen. Deel 2 zal in elk geval de regeling voor directe lijnen als onderwerp hebben.

De Groningengasfeuilleton zet zich voort. De laatste ontwikkeling is de consultatie van het voorstel voor de Wet Instituut mijnbouwschade Groningen dat voorziet in een bestuursrechtelijke afhandeling van verzoeken om vergoeding van schade in verband met de bodembeweging door de gaswinning in het Groningenveld en de gasopslag bij Norg. Prof.mr. Herman Bröring ontrafelt het buitengewoon complexe dossier mijnbouwschade Groningen in zijn bijdrage Schadeafhandeling te Groningen: van privaat naar (volledig) publiek. Hij voorziet de door hem onderscheiden deeldossiers van commentaar en gaat daarbij met name in op de overheveling van de schadeafhandeling van het privaatrechtelijke naar het bestuursrechtelijke regime.

Het wordt inmiddels een traditie dat de Nederlandse Vereniging voor Energierecht in samenwerking met de universiteiten van Groningen en van Oslo in januari het European Energy Law Seminar (EELS) organiseert. Met internationale sprekers werd op 22 en 23 januari 2018 teruggeblikt (jaaroverzicht jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie), stil gestaan bij actuele thema's (Clean Energy Package, Brexit) en vooruitgekeken naar de regulering in Europa van innovatieve concepten (power-to-gas, blockchain) zoals te lezen valt in het uitgebreide verslag. Het volgende EELS zal plaatsvinden op 21 en 22 januari 2019.

Kort voor het zomerreces hebben Tweede Kamerleden van zeven politieke partijen een initiatiefvoorstel voor een Klimaatwet gepresenteerd. Het wetsvoorstel bevat niet louter klimaatdoelen, maar introduceert ook een aantal procedurele vernieuwingen. Naast Prinsjesdag wordt jaarlijks een Klimaatdag georganiseerd waarin het kabinet met de Klimaatnota reageert op de Klimaat- en Energieverkenningen van het Planbureau voor de Leefomgeving vergelijkbaar met de jaarlijkse Miljoenennota als reactie op de Macro-Economische Verkenningen van het Centraal Planbureau. Daarmee lijkt te worden benadrukt dat klimaatplannen van het kabinet aan belang niet onderdoen voor de financiële begroting van het kabinet.  Daarnaast is een nieuwe rol toebedeeld aan de Afdeling advisering van de Raad van State, die als gezaghebbend orgaan met een onafhankelijke positie beschouwingen moet geven over de Klimaatnota, over het Klimaatplan en over eventuele bijsturing van het klimaatbeleid. Op deze wijze wordt beoogd zekerheid te bieden over het lange termijn klimaatbeleid. Dit kan eraan bijdragen dat marktpartijen en lokale overheden die hun strategie, beleid en investeringen afstemmen op het kabinetsbeleid niet steeds zijn overgeleverd aan koerswijzigingen in het klimaatbeleid als weer een nieuw kabinet aantreedt.

De Klimaatwet moet worden onderscheiden van het nationaal klimaatakkoord, dat tot stand komt op basis van gesprekken met een grote verscheidenheid aan bedrijven, overheden en belangenorganisaties. Dat akkoord zal een belangrijk deel van de maatregelen moeten bevatten waarmee de regering de klimaatdoelen uit de Klimaatwet beoogt te bereiken. De parlementaire behandeling van het voorstel voor de Klimaatwet zal naar verwachting na het zomerreces starten.

De redactie wenst alle NTE-lezers een mooie zomer.

Mede namens de redactie,

Michelle de Rijke