Voorwoord
mr. M.K. Daverschot Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.Voor u ligt nummer 2 van ons nieuwe tijdschrift. Op het eerste nummer dat in het voorjaar is verschenen, hebben wij veel positieve reacties ontvangen; met name de praktische inslag van de artikelen werd gewaardeerd door de lezers. Daar zijn wij uiteraard trots op, aangezien wij het zakenrecht op een praktijkgericht wijze willen belichten in dit tijdschrift. De artikelen in dit tweede nummer passen volledig in die lijn. Van Rooijen schrijft over de zogenoemde spiegelsplitsing in appartementsrechten. Een op het eerste gezicht misschien wat wonderlijke constructie waarbij er ter zake van een en hetzelfde gebouw en dezelfde appartementen, twee splitsingen naast elkaar bestaan: een splitsing van de erfpacht en een splitsing van de blooteigendom. De achterliggende gedachte van een spiegelsplitsing is om de gerechtigden tot appartementsrechten erfpacht in staat te stellen de corresponderende appartementsrechten blooteigendom te verkrijgen, om zo gerechtigde te worden van de volle eigendom van het appartementsrecht. In het artikel beschrijft Van Rooijen de diverse complicaties en aandachtspunten die hierbij een rol spelen.
Ook de bijdrage van Van Vliet is gestoeld op een vraagstuk uit de praktijk waarbij een erfpachter van een terrein (vakantiepark) in de jaren zestig diverse ondergrondse kabels en leidingen heeft aangelegd. Het erfpachtrecht is vervolgens overgedragen aan een nieuwe erfpachter. Vraag is onder meer wie bij einde van het erfpachtrecht gerechtigd is tot die kabels en leidingen en – als de huidige erfpachter de gerechtigde is – of er recht is op een vergoeding voor die opstallen bij het einde van het erfpachtrecht. Het antwoord op die vraag en op de vraag of de eigendom van de kabels en leidingen met de overdracht van het erfpachtrecht ook is overgegaan op de nieuwe erfpachter, blijkt nog niet zo eenvoudig te geven te zijn.
Visser schrijft een annotatie bij de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van 2 maart 2018. In die uitspraak staat de vraag centraal wanneer een deelgenoot van een mandelige fundering zelfstandig kan besluiten tot vernieuwing van die fundering waarbij de mede-eigenaar verplicht is bij te dragen in de kosten. De zaak speelt in Amsterdam waar, met name in de binnenstad, de meeste panden zijn gefundeerd op houten palen die regelmatig monitoring en ook herstel behoeven. Het spreekt voor zich dat herstel van een fundering een ingrijpende en kostbare operatie kan zijn, zeker als een fundering ondersteuning biedt aan meerdere gebouwen. Het wel of niet herstellen van een fundering zal vrijwel altijd gevolgen hebben voor andermans naastgelegen bebouwing.
Het jurisprudentieoverzicht en het actualiteitenoverzicht bevatten ten slotte een aantal meldenswaardige ontwikkelingen in de maanden die achter ons liggen.
Wij hopen dat het lezen van dit tweede nummer lezers inspireert om ook zelf een bijdrage te leveren aan een van de volgende nummers en de redactie nodigt u daarvoor ook van harte uit. Tot slot hoop en verwacht ik dat de inhoud van dit nummer u van dienst kan zijn bij uw dagelijkse werk.
Martin Daverschot
Redacteur