Tijdschrift voor Financieel Recht 2005 nr. 7

Neomet Maarssen / van Lanschot

mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. A.R. Filius

Van 1993 tot 2002 heeft Van Lanschot voor Neomet valutatermijntransacties uitgevoerd. Neomet stelde zich op het standpunt dat Van Lanschot bij het uitvoeren van die transacties haar zorgplicht jegens Neomet had geschonden en beriep zich onder meer op artikelen 28 en 36 NR 1999. Van Lanschot stelde zich op het standpunt dat de NR 1999 in casu niet van toepassing was, omdat de betreffende transacties werden gesloten ter afdekking van risico's. De rechtbank verwierp dit verweer

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

met de overweging dat het effectenrecht geen onderscheid maakt tussen transacties ter belegging en transacties ter beperking van risico's. Volgens de rechtbank gaat het bij de beantwoording van de vraag naar de toepasselijkheid van de NR 1999 om de risico's van een transactie en niet om het achterliggende doel daarvan. Bovendien had Van Lanschot volgens de rechtbank dermate weinig zicht op de betaaltermijntransacties van Neomet dat het voor Van Lanschot nagenoeg onmogelijk was vast te stellen dat de transacties dienden ter beperking van risico's. Het hoorde volgens de rechtbank tot de zorgplicht van Van Lanschot ervoor te zorgen dat zij inzicht had in de daadwerkelijk bestaande risico's. De rechtbank overwoog voorts dat Neomet aangemerkt moest worden als een professional in de zin van de NR 1999, gelet op haar optreden als effectenbemiddelaar. Het feit dat Neomet slechts voor één persoon als effectenbemiddelaar heeft opgetreden, deed volgens de rechtbank niet af aan het kwalificeren als effecteninstelling. Door haar optreden verspeelde Neomet derhalve de bescherming die de NR 1999 bood aan niet-professionals. Art. 28 leden 1 en 2 NR 1999 waren derhalve niet van toepassing op de relatie tussen Neomet en Van Lanschot. Echter, tot 1 september 2001 werden leden 3 en 4 van artikel 28 NR 1999 niet uitgezonderd voor professionele partijen. Deze bepalingen diende Van Lanschot derhalve wel in acht te nemen jegens Neomet tot 1 september 2001. Ten aanzien van artikel 36 NR 1999 gold hetzelfde. Tussen Neomet en Van Lanschot was contractueel vastgelegd dat een margin van 10% van het nominale bedrag van transacties zou worden aangehouden. Vanaf begin 1999 heeft Van Lanschot de margin op een andere methode berekend. In de procedure kwam de vraag aan de orde of de nieuwe berekeningsmethode geoorloofd was. De rechtbank overwoog dat nu de 10%-margin contractueel was afgesproken, Van Lanschot deze contractuele bepaling niet eenzijdig mocht wijzigen. Het feit dat alle andere banken voor vergelijkbare transacties andere margins hanteerden dan Van Lanschot, was voor de rechtbank geen relevante omstandigheid. De rechtbank concludeerde dan ook dat de oorspronkelijk overeengekomen 10%-margin had te gelden. Uitgaande van die margin kwam de rechtbank tot de conclusie dat Van Lanschot ten onrechte dekkingstekorten had toegestaan, niet voldoende had bewaakt of Neomet voldeed aan de overeengekomen marginvereisten en niet was opgetreden op het moment dat Neomet een dekkingstekort kreeg. Aldus schond Van Lanschot haar zorgplicht. Ondanks deze schending van de zorgplicht zag de rechtbank geen redenen om het door Neomet geleden verlies op Van Lanschot af te wentelen, omdat er naar de mening van de rechtbank sprake was van 100% eigen schuld zijdens Neomet. De rechtbank kwam tot die conclusie vanuit het uitgangspunt dat bij het beoordelen van de vraag of sprake is van eigen schuld, een schending van de zorgplicht door de bank zwaarder weegt dan fouten die zijn gemaakt door de belegger uit lichtvaardigheid of gebrek aan inzicht. Vanwege het professioneel karakter van Neomet was volgens de rechtbank van lichtvaardigheid of gebrek aan inzicht zijdens Neomet geen sprake. De vordering van Neomet werd afgewezen.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Jurisprudentie
Organisatie
Rechtbank Utrecht
Auteurs
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. A.R. Filius
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Onderwerp
Zorgplicht bij valutatermijntransacties
Bron
JOR 2005/125 m.nt. F.M.A. 't Hart
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:FR/161

Verder in 2005 nr.7

 De toelating van effecten tot het Wge-systeem door Euroclear Nederland

In dit artikel zal worden ingegaan op de rol die Euroclear Nederland (Necigef)1 speelt bij de toelating van effecten tot het Wge-systeem. Verder zullen de door Euroclear Nederland gehanteerde to...

 De jaarverslagen van 2004 van de Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank

Op 27 april 2005 presenteerde de Stichting Autoriteit Financiële Markten ('AFM') haar jaarverslag over 2004. Een maand later, op 26 mei 2005, volgde De Nederlandsche

 Verscherpt integriteittoezicht in de financiële sector

Verscherpt integriteittoezicht door samenwerking met opsporings- en inlichtingendiensten De financiële toezichtwetgeving is aan verandering onderhevig. Dat heeft...