Korrel / Postbank
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. A.R. Filius
Via de beursorderlijn van de Postbank had Korrel een
bestensorder doorgegeven tot aankoop van 6.000 aandelen
Via Networks, dat op 11 februari 2001 voor het eerst
zou worden toegelaten tot een notering op de beurs. De
uitgiftekoers was vastgesteld op € 19,- tot € 21,-, terwijl de
daadwerkelijke openingskoers € 89,- bleek te zijn. Aldus
had Korrel voor € 534.000,- aandelen Via Networks gekocht,
terwijl zijn beschikbare ruimte € 267.358,15 was.
Later in 2005 verkocht Korrel
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
de aandelen Via Networks
tegen koersen van tussen de € 12,- en € 15,-. Omdat Korrel
en de Postbank onderling hadden afgesproken de
schade te fixeren op € 50,- (zijnde de koers waartegen
Korrel de aandelen Via Networks had kunnen verkopen
op 14 februari 2000), vorderde Korrel in de procedure het
koersverlies op 6000 aandelen Via Networks tegen de gefixeerde
koers van € 50,-, hetgeen neerkwam op een vordering
van € 234.000. Nadat de Rechtbank in eerste aanleg
de vordering van Korrel had afgewezen, overwoog
het Hof als volgt, onder verwijzing naar het arrest d.d. 5
december 2002, JOR 2003/116. De Postbank had de order
van Korrel volgens het Hof niet mogen accepteren, omdat
de Postbank er niet vanuit mocht gaan dat zij bij uitvoering
van de order de in artikel 28 lid 2 NR verwoorde
zorgplicht zou kunnen nakomen. De Postbank had zich
moeten realiseren, aldus het Hof, dat er een reëel risico
was dat het beschikbare saldo van Korrel ontoereikend
zou zijn om aan de uit de order voortvloeiende verplichtingen
te voldoen. Of Korrel wel of niet bekend was met
de onvoorspelbaarheid van de koers van een aandeel na
de introductie op de beurs, was voor het Hof niet van belang,
evenmin als het feit dat Korrel een 'execution only'
relatie met de Postbank had. Omdat de Postbank de order
van Korrel in het geheel niet had mogen uitvoeren, bestond
de schade volgens het Hof uit het gehele koersverlies
op de aandelen. Het koersverlies bestond uit het verschil
tussen de gefixeerde koers van € 50,- en de werkelijk
betaalde koers van € 89,-, dus € 39,-. Voor eigen schuld
van Korrel was volgens het Hof geen plaats, omdat artikel
28 lid 2 NR de cliënt beoogt te beschermen tegen eigen
lichtvaardigheid, op grond waarvan het voor het Hof niet
meer van belang was of Korrel zelf het risico van zijn order
kende en daarvoor was gewaarschuwd. Het Hof vernietigde
het vonnis van de Rechtbank en veroordeelde de
Postbank tot betaling aan Korrel van het volledige koersverlies
van € 234.000, waarop in mindering werd gebracht
het al door de Postbank betaalde bedrag van € 29.493,75.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.