Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte 2006 nr. 4

Gemiste kans om winkelcentra nieuw leven in te blazen

mw. mr. M.T.H. de Gaay Fortman

In de Nederlandse commerciële verhuursector zijn nieuwe kansen helaas gemist. Als uitgangspunt had moeten dienen de modernisering en wijziging van de huurregelgeving die de wetgever in augustus 2003 invoerde. In maart van dit jaar mocht ik een conferentie voorzitten waar twee en een half jaar nieuw huurrecht werd geëvalueerd. Deelnemers kwamen uit alle delen van de commerciële vastgoedpraktijk: huurders, wetenschappers, beleggers en makelaars. Zij bespraken wat het nieuwe huurrecht voor de praktijk van de verhuur van

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

bedrijfsruimten tot nu toe heeft betekend. Een belangrijke conclusie was dat er nu goede model-overeenkomsten voor de verhuur van bedrijfsruimte ontbreken. Tot de wetswijziging in 2003 werd veelvuldig gecontracteerd op basis van de door de Raad voor Onroerende Zaken (ROZ) opgestelde model-overeenkomsten. Hoewel de ROZ-contracten altijd al bekend staan als verhuurdersvriendelijk werden de ROZ-modellen ook door huurders als zeer werkbaar ervaren. Bij de ROZmodellen, gebaseerd op het nieuwe huurrecht uit 2003, is dat evenwicht niet langer aanwezig. Zo verplicht de nieuwe wetgeving de verhuurder om bij het aangaan van de huurovereenkomst voldoende informatie te verschaffen over de onderhoudstoestand van het gehuurde door te bepalen dat een verhuurder zich niet kan vrijpleiten voor de gevolgen van gebreken aan het gehuurde die hij bij het aangaan van de overeenkomst kende, maar niet genoemd heeft. Het ROZ-model probeert deze informatieverplichting van de verhuurder weer grotendeels ongedaan te maken. In de huidige markt, waarin gestreden moet worden om de gunst van goede huurders, zijn huurders niet bereid om hun wettelijke rechten op een dergelijke manier te laten beperken. Veel huurders hebben een eigen standaard- modelcontract ontwikkeld op basis waarvan onderhandeld wordt met de verhuurder. Verhuurders zijn echter gewend om vast te houden aan het ROZ-model waardoor de onderhandelingen vaak zeer veel tijd, geld en energie kosten. De relatie tussen huurder en verhuurder komt hierdoor voor aanvang van de feitelijke huurverhouding al onder druk te staan. Dit is te voorkomen indien een nieuw werkbaar modelcontract zou worden opgesteld, bij voorkeur door de ROZ zelf. Maar tot nog toe heeft de Raad geweigerd deze handschoen op te pakken ondanks vele aansporingen daartoe. Een ander belangrijk thema tijdens de conferentie betrof de verpaupering van winkelcentra. De laatste jaren is het aanbod aan winkelruimte als gevolg van nieuwbouw- en herontwikkelingsprojecten toegenomen. Het aantal vierkante meters winkelruimte per hoofd van de bevolking is in geen enkel ander Europees land zo hoog als in Nederland. Niet alle winkelcentra zijn echter succesvol omdat de gewenste bezoekersaantallen niet worden gehaald. Huurders zijn om die reden huiverig om voor een hoge huurprijs te gaan huren in nieuw te realiseren winkelcentra. De drempel zou voor deze huurders aanzienlijk verlaagd worden indien een huurprijs overeengekomen kan worden die gerelateerd is aan de ter plaatse gerealiseerde omzet. In geval van tegenvallende omzetten zullen dan immers de huurlasten voor huurders (mee)dalen. Bovendien krijgen op die manier zowel huurder als verhuurder een direct belang bij een hogere omzet. Door deze aanmoediging zullen vaker gunstige parkeertarieven, actieve winkeliersverenigingen en goed onderhouden winkelcentra bewerkstelligd worden, wat verpaupering minder kans geeft. Ondanks deze voordelen blijken beleggers die eigenaar zijn van de winkelcentra vooral geïnteresseerd te zijn in vaste hoge huurprijzen per vierkante meter. Want zo blijft de referentiehuurprijs hoog, op basis waarvan huurprijsherzieningen van overige winkelruimte ter plaatse plaatsvinden. Een belegger lokt nieuwe huurders daarom liever met eenmalige kortingen en een huurvrije periode dan met het overeenkomen van omzethuur. Dat is evenwel een gemiste kans om winkelcentra in Nederland nieuw leven in te blazen.1

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
mw. mr. M.T.H. de Gaay Fortman
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvHB/1797

Verder in 2006 nr.4

 Ontbinding huurovereenkomst wegens structurele wanbetaling

Veel verhuurders van bedrijfsruimten hebben de laatste jaren, bij een dalende conjunctuur, te maken gekregen met huurders die niet of slecht hun huurbetalingsverplichtingen nakomen. Hoewel afhan...

 Evaluatie van artikel 7:304 BW in de praktijk

Per 1 augustus 2003 is ons huurrecht geherstructureerd en op bepaalde onderdelen ook inhoudelijk gewijzigd. Onder meer is de regeling van de nadere huurprijsvaststelling aanzienlijk e...

 Gemiste kans om winkelcentra nieuw leven in te blazen

In de Nederlandse commerciële verhuursector zijn nieuwe kansen helaas gemist. Als uitgangspunt had moeten dienen de modernisering en wijziging van de huurregelgeving die de wetgever in augustus ...