Tijdschrift voor Financieel Recht 2024 nr. 3

Voorwoord: Functie elders

mr. R.K. Pijpers Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.

Oplettende lezers van dit tijdschrift is het wellicht opgevallen dat ik niet langer werkzaam ben in de financiële sector, maar voor de rechterlijke macht. Hoewel mijn overstap er al enige tijd zat aan te komen, kwam het voor sommigen toch als een verrassing. Gelukkig kreeg ik niet alleen verbaasde, maar ook positieve reacties. De laatste overigens vooral van mensen die niet in de financiële sector werkzaam zijn en die, wellicht daarom, een nogal negatief beeld van deze sector hebben. Hoe dan ook, volgens het CBS-onderzoek Sociale samenhang en welzijn (2022) bekleed ik als rechter een functie die qua vertrouwen ruim hoger scoort dan het vertrouwen in bankiers (in 2022: 76,6% versus 48,5%). De lat ligt dus hoog.

 

In mijn nieuwe functie zie ik regelmatig zaken langskomen waarin een verdenking voortvloeit uit strafrechtelijk onderzoek naar aanleiding van een of meer meldingen van ongebruikelijke transacties, voornamelijk door banken. Daarbij gaat het meestal om het vermoeden van witwassen of van fiscale, beleggings- of faillissementsfraude, maar soms vormen deze meldingen ook aanleiding voor de opsporingsautoriteiten om te onderzoeken of sprake kan zijn van helpdesk-, dating-, Marktplaats- of WhatsApp-fraude. Bij deze laatste vorm van fraude verstuurt iemand die zich voordoet als vriend, familielid of andere bekende, een bericht dat hij of zij dringend financiële hulp nodig heeft en vraagt om snel geld over te maken. Dergelijke fraude – ook wel Vriend-in-Nood-fraude genoemd – wordt overigens niet alleen gepleegd via WhatsApp, maar vindt ook plaats via e-mail, SMS, Snapchat en Telegram.

 

Vriend-in-Nood klinkt mooi, maar is in de fraude-variant ontzettend triest, in meerdere opzichten. De fraudeurs richten zich namelijk meestal tot mensen van wat oudere leeftijd, die (te) goed van vertrouwen zijn en daarom relatief eenvoudig het slachtoffer worden van dergelijke fraude. Maar ook degenen die hun bankrekening ter beschikking stellen om Vriend-in-Nood-fraude te faciliteren, zijn weinig benijdenswaardig. Het zijn vooral minder weerbare jongeren, die tegen een veelal geringe vergoeding een hoog risico lopen. Omdat de bankrekening op hun naam staat en omdat de gegevens van de begunstigde van de transactie worden vrijgegeven aan de slachtoffers, die daar dan melding van maken in hun aangifte, is de pakkans van deze money mules groot. Ter illustratie: in een persbericht van 5 december 2023 meldde de politie dat er bij een gecoördineerde actie in 26 landen, waaronder Nederland, in totaal 1.013 geldezels waren aangehouden. Velen van hen zullen strafrechtelijk worden vervolgd, terwijl degenen door wie zij zijn geronseld, uit het zicht van politie en justitie blijven.

 

Banken spelen een belangrijke rol in het voorkomen en bestrijden van deze en andere vormen van criminaliteit. Dat is niet alleen hun maatschappelijke plicht, het is ook hun license to operate. Dat hebben de Nederlandse grootbanken inmiddels aan den lijve ondervonden. Zowel de instellingen zelf als een aantal van hun bestuurders en commissarissen zijn geconfronteerd met toezichts-, handhavings-, opsporings- of vervolgingstrajecten, terwijl het einde daarvan nog niet in zicht is. Dat is pijnlijk, zoals het ook pijnlijk is dat DNB voor haar falende anti-witwastoezicht tot op heden buiten schot is gebleven. Enigszins zuur constateert DNB in haar op 9 september 2022 gepubliceerde studie Van herstel naar balans:

“Daarnaast heeft de gerichte aanpak van het OM effecten gehad. De transacties van het OM met een aantal grootbanken hebben een duidelijk strafrechtelijk signaal afgegeven dat banken hun basis op orde moeten krijgen. In de toekomstige bestrijding van financieel-economische criminaliteit is het belangrijk om te kijken wanneer het strafrecht en wanneer het bestuursrecht ingezet kan worden, waarbij het primaat bij het OM ligt.”

En in het begeleidende persbericht Aanpak van witwassen moet gerichter schrijft DNB:

“De inmiddels ingezette hersteltrajecten brengen omvangrijke investeringen en kosten met zich mee voor het bankwezen. Daarbij zijn vragen gerezen over de doelmatigheid van de gevolgde aanpak, en over de maatregelen die klanten ervaren en die voor bepaalde risicovolle klanten of groepen van klanten de toegang tot financiële diensten beperken.”

Het blamen van toezichthouders is natuurlijk gemakkelijk, maar dat het anders moest, was al vele jaren een no-brainer. Het pleidooi van DNB voor een betere risico-identificatie van klanten, een bredere inzet van technologisch innovatieve oplossingen en een versterking van de keten van betrokken partijen, komt dan ook rijkelijk laat en staat bovendien mogelijk haaks op de voorgestelde EU-regelgeving ter voorkoming en bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering.1 Maar, eerlijk is eerlijk, ook de overheid heeft de nodige steken laten vallen. Zo schrijft de hoofdofficier van justitie van het Functioneel Parket in de op 7 december 2023 gepubliceerde Fraudemonitor 2021 en 2022 van het Openbaar Ministerie (voetnoten door mij ingevoegd):

“Ik ben dan ook zeer tevreden dat online (horizontale) fraudevormen2 prominent in de Veiligheidsagenda 2023-2026 zijn geprioriteerd.3 Deze relatief anonieme vorm van oplichting is voor criminelen wellicht zeer aantrekkelijk én minder risicovol maar de impact en het leed is enorm. Naast de financiële gevolgen, schaadt dit het vertrouwen van slachtoffers en helaas voelen zij zich ook nog eens erg beschaamd. Voor ons een extra motivatie om stappen te zetten. Wat mij betreft zit de kracht van onze aanpak in het kunnen combineren van strafrechtelijke, bestuurlijke en civiele interventies, samen met awareness en preventie. Samenwerken met alle relevante partijen dus. Zowel aan de publieke als de private kant en nationaal als internationaal.”

Ik weet het niet zeker, maar het lijkt mij dat 'een versterking van de keten van betrokken partijen', waar DNB over spreekt, min of meer hetzelfde is als 'samenwerking met alle relevante partijen', zoals bepleit door de geciteerde hoofdofficier van justitie. Dat zou mooi zijn, want DNB is, evenals AFM, in het licht van de door het OM beoogde integrale aanpak van fraude een belangrijke ketenpartner. Als alle neuzen dezelfde kant op staan, wordt samenwerking een stuk eenvoudiger.

 

Dat gezegd zijnde, kunnen wel vraagtekens worden gezet bij het bepleite 'combineren van strafrechtelijke, bestuurlijke en civiele interventies'. Mogelijk lees ik dit te letterlijk, maar het riekt mij iets teveel naar én-én-én. Ongetwijfeld zal er door alle betrokkenen worden gewerkt binnen de geldende juridische kaders, maar de praktijk heeft geleerd dat aan het door DNB en AFM inzetten van handhavingsbevoegdheden – waaronder het opleggen van bestuurlijke boetes – de nodige haken en ogen zitten. Om die reden is er regelmatig voor gepleit om daarvoor in aanmerking komende artikelen uit de Wft te verplaatsen naar het Wetboek van Strafrecht, de Wet handhaving consumentenbescherming, het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet. Dat maakt het geheel overzichtelijk en biedt alle ketenpartners de ruimte om zich te focussen op datgene waar ze goed in behoren zijn: toezicht, handhaving, opsporing dan wel vervolging, waar nodig en mogelijk in samenwerking met betrokken collega-instanties in andere landen. Niets meer, maar zeker ook niets minder.

Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

Artikel informatie

Type
Overig
Auteurs
mr. R.K. Pijpers
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:FR/18011

Verder in 2024 nr.3

 Voorwoord: Functie elders

Oplettende lezers van dit tijdschrift is het wellicht opgevallen dat ik niet langer werkzaam ben in de financiële sector, maar voor de rechterlijke macht. Hoewel mijn overstap er al enige tijd...

 Europese groene obligaties: een label voor de groene voorhoede?

Op 30 november 2023 is de Europese verordening voor Europese groene obligaties gepubliceerd (de Verordening)[2]. De Verordening is van toepassing vanaf 21 december 2024. De Verordening beoogt de tr...

 De (vrijgestelde) nevenverzekeringstussenpersoon nader belicht

Onder bepaalde voorwaarden kent het financieel toezichtrecht een vrijstelling van de vergunningplicht voor het bemiddelen in verzekeringen door partijen die verzekeringsdistributie als nevenactivit...

 Big Tech onder financieel toezicht?

Een verkenning van het oversightkader in de Digital Operational Resilience Act Op 16 januari 2023 is de Digital Operational Resilience Act[2] (hierna: DORA) in werking getreden. DORA harmoniseert v...

 De verplichting tot clawback. Terugvorderen zonder beleid?

Annotatie HR 17 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1567 (ABN AMRO NV/[werknemer]) 1. Inleiding De werknemer heeft de bank opgelicht door gebruik te maken van een ongeoorloofde inkoopconstructie, nameli...