Voorwoord
mr. R.P.A. Kraaijeveld, mr. M. Altena en mr. C.M.I. van Asperen de Boer Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.Sinds 1 januari van dit jaar is het 25 jaar geleden dat de AFM en DNB werden uitgerust met de bevoegdheid om bestuurlijke boetes en lasten onder dwangsom op te leggen. De bedoeling is natuurlijk dat men zich uit eigen beweging normconform gedraagt en daarop is de strategie van de toezichthouders primair gericht. Wanneer deze strategie niet het gewenste effect heeft, wordt normconform gedrag afgedwongen door de inzet van handhavingsinstrumenten. Boetes en lasten onder dwangsom kunnen daarbij behulpzaam zijn.
Dat het – wat de toezichthouders betreft – nodig is geweest om van de gekregen bevoegdheden sindsdien veelvuldig gebruik te maken is op zich geen reden tot feest. Maar het is wel aanleiding voor de redactie van dit tijdschrift geweest om er een themanummer aan te wijden. Met gepaste trots presenteren wij de lezers van het tijdschrift voor Sanctierecht & Onderneming een extra dik themanummer: '25 jaar boetes en dwangsommen in de financiële sector'.
Aan dit themanummer zijn bijdragen geleverd door diverse gerenommeerde auteurs, die ieder vanuit hun eigen rol al jarenlang actief zijn op het terrein van handhaving van financiële toezichtwetgeving. Aan de hand van hun artikelen zijn de levendige juridische discussies te volgen die, in en buiten de rechtszaal, rondom boetes en lasten worden gevoerd. Deze ontwikkeling van het financiële recht is – althans voor beroepsbeoefenaren – wél feestelijk.
De bestuursrechters van de rechtbank Rotterdam en het College van Beroep voor het bedrijfsleven hebben de afgelopen 25 jaar als gevolg van de juridische twistpunten interessante uitspraken gedaan. Rogier Stijnen blikt terug op enkele richtinggevende uitspraken over bestuurlijke handhaving in de financiële sector.
Door de toezichthouders aan de ene en financiële marktpartijen aan de andere kant, is inmiddels behoorlijk wat geprocedeerd over de grenzen van handhaving en die van rechtsbescherming. Carola de Rond en Marlies Koppenol constateren dat het boeteplafond door de wetgever sterk is verhoogd, terwijl bestuursrechters de door de toezichthouders opgelegde boetes steeds indringender toetsen om maatwerk te leveren.
Eén van de doelen van de 'Wet tot invoering van de last onder dwangsom en de bestuurlijke boete in de financiële wetgeving' (Wet IDBB) was het ontlasten van de strafrechtketen. Daan Doorenbos concludeert in zijn bijdrage dat de Wet IDBB de rol van de strafrechtelijke handhaving heeft gemarginaliseerd, terwijl het strafrecht volgens hem betere waarborgen biedt voor maatwerk bij de straftoemeting en beperkingen op prejudiciërende publiciteit.
Een belangrijke rechtswaarborg in het strafrecht is dat een verdachte niet hoeft mee te werken aan zijn eigen veroordeling. Céline van Asperen de Boer schrijft over het leerstuk nemo tenetur, ofwel het zwijgrecht uit artikel 6 EVRM dat ook bij de bestuurlijke boete geldt.
Raoul Knobbout en Mitchel Altena vergelijken de berekening van de voordeelgerelateerde boete die de toezichthouders tot hun beschikking hebben met de ontnemingspraktijk in het strafrecht. Zij poneren de stelling dat toezichthouders de voordeelgerelateerde boete in de praktijk maar mondjesmaat toepassen als het aankomt op de berekening van het voordeel. Zo lang het voordeel in het bestuursrecht niet wordt ontnomen, is de keuze van de wetgever om de weg naar strafrechtelijke handhaving open te houden volgens auteurs nog steeds actueel en legitiem.
In het strafrecht zijn in de tussentijd de procesafspraken in zwang geraakt; een efficiënte manier van afdoening van strafzaken. Hans van Es en Zonny Vuong schrijven over de bestuursrechtelijke variant: de verkorte boeteprocedure. Met een soort buitenwettelijke schikking blijken sommige boetezaken naar ieders tevredenheid korter te kunnen worden afgedaan.
Naast de bestuurlijke boete en de strafrechtelijke handhaving, neemt ook de last onder dwangsom een belangrijke positie in bij het nalevingstoezicht en de handhaving van de financiële toezichtwetgeving. Simone Peek geeft een mooi inzicht in de ontwikkeling die de last onder dwangsom in het financiële bestuursrecht heeft doorgemaakt.
Slotstuk van de handhaving middels bestuurlijke boetes en lasten onder dwangsom is vaak de openbaarmaking van die sancties. Janice Roepnarain en Philip Reeser Cuperus beschrijven in dit themanummer de wettelijke openbaarmakingsplicht van sanctiebesluiten voor de toezichthouder. Guido Roth staat in zijn column op kritische wijze stil bij de volgens hem te vroege openbaarmaking van sanctiebesluiten en de rol die medewerkers van de toezichthouders zich toedichten op sociale media.
In de 25 jaar dat het boete- en dwangsominstrumentarium in de financiële sector is toegepast, heeft ook een verschuiving van bevoegdheden naar Europees niveau plaatsgevonden. Tegelijkertijd worden Europese grondrechten steeds belangrijker. Dat zijn de thema's die in de laatste bijdrage van dit themanummer door Saskia Nuijten worden geadresseerd.
Namens de redactie wensen wij u uiteraard veel leesplezier en inspiratie voor de volgende 25 jaar boetes en dwangsommen in de financiële sector. Mocht het lezen u te veel worden, dan bent u van harte uitgenodigd om te komen luisteren op het gelijknamige symposium '25 jaar boetes en dwangsommen in de financiële sector' dat het Onderzoekcentrum Onderneming en Recht van de Radboud Universiteit op dinsdagmiddag 11 maart 2025 op locatie van DNB organiseert. U kunt zich daarvoor aanmelden op de website van het onderzoekscentrum.
De deelredactie,
Mitchel Altena, Céline van Asperen de Boer en Robert Kraaijeveld