De exploitatieverplichting van de huurder nader beschouwd
mr. A.H.J. Bogaards
Eind 2005 is voor het eerst in zijn algemeenheid de vraag
beantwoord of er voor de huurder van winkelruimte (art.
7:290 BW) uit de wet een verplichting voortvloeit om
het gehuurde daadwerkelijk en zelf te gebruiken (de
zogenaamde ‘exploitatieverplichting’). Dit gebeurde in
een arrest van de Hoge Raad, waarin supermarktorganisatie
Laurus één van de betrokken partijen was.
Bij de te bespreken zaak speelde een belangrijke rol dat
beide partijen een supermarktorganisatie waren. Supermarktorganisaties
streven er naar
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
het netwerk van hun
winkellocaties te behouden. De wens om dit netwerk in
stand te houden, leidde tot de problemen tussen partijen.
Als bedrijfsjurist, werkzaam bij de in deze betrokken
supermarktpartijen (die speelde tussen Schuitema
en Laurus) kan ik daarover enig inzicht verschaffen en
zal daar hieronder eveneens een alinea aan wijden.
Allereerst zal worden ingegaan op de achtergronden en
de feiten, die het uitgangspunt vormden van de uitspraak
van de Hoge Raad. Daarna ga ik kort in op de
diverse procedures die aan het arrest voorafgingen, met
name over de juridische implicaties daarvan. Vervolgens
zal ik stilstaan bij het arrest zelf, de exploitatieverplichting
in een bredere context en zal ik het belang bespreken
dat het arrest mogelijk voor toekomstige gevallen
kan hebben. Daarbij betrek ik eerdere uitspraken (veelal
van lagere rechters) en ga ik kort in op eerdere publicaties
over het onderwerp. Tot slot zal ik enige aanbevelingen
doen in dit kader.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.