Doppenberg / Ames (TvAR 2006/5350)
[Pachtwet art. 1, 11]
Stelplicht en bewijslast van het bestaan van
een pachtovereenkomst rusten op diegene
die zich op de rechtsgevolgen van die pachtovereenkomst
beroept. Overeengekomen
verplichtingen die de verplichtingen van een
bruiklener niet te boven gaan kunnen geen
tegenprestatie in de zin van artikel 1 van de
Pachtwet opleveren. Evenmin kunnen in
beginsel als tegenprestatie worden aangemerkt
de – met medeweten van de
wederpartij – door de gebruiker verrichte
activiteiten die niet krachtens de
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
Pachtwet
door de verpachter dienen te worden verricht
en geheel of hoofdzakelijk als dienstbaar
aan de exploitatie van het land door de
gebruiker dienen te worden beschouwd. In
dat geval is immers geen sprake van een
prestatie die naar de bedoeling van partijen
staat tegenover het gebruik en dus wordt
verricht ten behoeve van de in gebruik
gevende partij.
Bemesting, schouwen van sloten en graswinning
zijn het uitvoering geven aan
verplichtingen die ook op een goed bruiklener
rusten en/of van activiteiten die
dienstbaar zijn aan de exploitatie van het
land in de bovenvermelde zin. Het verwijderen
van kippenschuren van het perceel en
zorgen voor ophoging van het perceel en
verwijdering van stobben van fruitbomen in
overleg of met instemming van wederpartij
levert nog geen voldoende onderbouwde
stelling op dat deze handelingen door partijen
zijn overeengekomen als tegenprestatie
voor het gebruik van het land c.q. dat deze
op grond van door wederzijdse verklaringen
en gedragingen gewekt vertrouwen als
zodanig hebben te gelden. Diverse in het
arrest genoemde omstandigheden geven
aanwijzingen voor het tegendeel.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.