Tijdschrift voor Agrarisch Recht 2005 nr. 7/8

De wijziging van de Meststoffenwet vanuit een bestuursrechtelijk perspectief; besluiten en procedures

mr. B. Nijman

Op 2 oktober 2003 heeft het Europese Hof van Justitie bepaald dat Nederland de verplichtingen, voortvloeiende uit de Nitraatrichtlijn, niet is nagekomen.1 De kritiek van het Hof richtte zich op vijf punten. Een van de belangrijkste punten daarbij was het ontbreken in de Nederlandse mestregelgeving van gebruiksnormen. Die moeten volgens het Hof gebaseerd zijn op een balans tussen de te verwachten stikstofbehoefte van de gewassen en de toevoer van stikstof naar de planten uit de

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

bodem en de bemesting. Verder ontbreken in de mestregelgeving volgens het Hof gebruiksnormen, waarbij het op of in de bodem brengen van meststoffen is beperkt tot de hoeveelheid die in de bijlagen bij Nitraatrichtlijn2 worden genoemd, dan wel een grotere hoeveelheid op basis van derogatie.3 Met dit arrest wordt duidelijk dat met name het Nederlandse Minas-systeem, een systeem van regulerende heffingen in verband met het aanvoeren en produceren van dierlijke meststoffen,4 niet voldoet. De regering heeft daarom besloten het Minas-systeem met ingang van 1 januari 2006 te laten vervallen. Daarmee verdwijnt het fiscale instrumentarium uit de Meststoffenwet. Ook het systeem van mestafzetovereenkomsten, opgenomen in hoofdstuk V, titel 3, van de Meststoffenwet, is inmiddels, met ingang van 1 januari 2005, ingetrokken.5 Bij de Tweede Kamer is inmiddels in behandeling een wetsvoorstel tot wijziging van de Meststoffenwet, waarbij concrete gebruiksnormen ingevoerd worden.6 De basis voor de gebruiksnormen in dit wetsvoorstel ligt in het voorgestelde artikel 5a. Deze bepaling houdt in een verbod om in enig kalenderjaar op een bedrijf meststoffen op of in de bodem te brengen. De daarop volgende bepaling, artikel 5b, bepaalt dat het in artikel 5a gestelde verbod niet geldt indien een drietal gebruiksnormen in acht wordt genomen. Dit zijn de gebruiksnorm voor dierlijke meststoffen, de stikstofgebruiksnorm voor meststoffen en de fosfaatgebruiksnorm voor meststoffen. Deze normen en de wijze waarop deze worden vastgesteld zijn in de artikelen 5c tot en met 5g opgenomen. In artikel 5h tot slot wordt bepaald dat degene die dierlijke meststoffen produceert of verhandelt, steeds moet kunnen verantwoorden dat de op het eigen bedrijf geproduceerde of aangevoerde dierlijke meststoffen of de op de eigen onderneming aangevoerde dierlijke meststoffen zijn afgevoerd. Voor de handhaving van deze bepalingen is gekozen voor de bestuurlijke boete, dan wel, als ultimum remedium, het strafrecht. Daartoe is in het wetsvoorstel een nieuw hoofdstuk VII Handhaving opgenomen. De bestuurlijke boete is in de Nederlandse wetgeving geen nieuw fenomeen. Op een aantal terreinen7 wordt de bestuurlijke boete al gehanteerd. Bovendien voorziet het voorstel voor de invoering van de Vierde tranche Algemene wet bestuursrecht (wetsvoorstel 29 702) in de invoering van een algemene regeling van de bestuurlijke boete in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Over de bestuurlijke boete valt vanuit een strafrechtelijke benadering het nodige te zeggen.8 Specifiek voor het systeem van de bestuurlijke boete in de Meststoffenwet verwijs ik naar de bijdrage van mr. H.J.B. Sackers aan de studiedag “Nieuw mestbeleid” van het Instituut Agrarisch Recht te Wageningen op 15 april 2005.9 Met name wat betreft de onschuldspresumptie, de bewijslastverdeling en het “nemo tenetur”-beginsel is op het wetsontwerp veel aan te merken. In hoeverre deze kritische beschouwingen uit de strafrechtelijke hoek zich te zijner tijd ook zullen vertalen in een kritische benadering door de rechter moet nog blijken. Nu het accent in de voorgestelde wijziging ligt op de bestuursrechtelijke aanpak van het mestbeleid, zal ik in deze bijdrage nagaan welke besluiten in het wetsvoorstel voorkomen. Uiteindelijk is het besluit, in de zin van artikel 1:3 Awb, bij uitstek het bestuursrechtelijke aangrijpingspunt. In de praktijk is de vraag of er in een concreet geval sprake is van een besluit in de afgelopen jaren van groot belang geweest. Daarnaast zal ik kijken naar de (bestuursrechtelijke) procedurele aspecten van het wetsvoorstel en naar de rol die de civiele rechter als restrechter zou kunnen spelen. De strafrechtelijke dimensie van het wetsvoorstel zal ik buiten beschouwing laten, zij het dat een enkele opmerking daarover niet te vermijden zal zijn. Bij dit alles moet ik de opmerking plaatsen dat de regelgeving met dit wetsvoorstel verre van volledig is. De regelgeving ter uitvoering van de bepalingen van het wetsvoorstel moet nog gepubliceerd worden.10 Wellicht zal ik daarom achteraf gezien onvolledig of voorbarig blijken te zijn. Dat risico is inherent aan de behandeling van een voorstel dat nog niet tot wet is verheven.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
mr. B. Nijman
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvAR/4384

Verder in 2005 nr.7/8

 Landbouwrestituties; toekenning en terugvordering

Eén van de doelstellingen van de Europese Gemeenschap (hierna: EG) is, aldus artikel 3 EG-verdrag, het creëren van een gemeenschappelijk beleid op het gebied van de landbouw. Hoewel ...

 Het nieuwe mestrecht

Het werk aan de nieuwe mestregelgeving vordert. In dit tijdschrift is in 2004 uitvoerig aandacht besteed aan deze nieuwe mestregelgeving.1 Twee wetsvoorstellen zijn nu in procedure: ...

 De wijziging van de Meststoffenwet vanuit een bestuursrechtelijk perspectief; besluiten en procedures

Op 2 oktober 2003 heeft het Europese Hof van Justitie bepaald dat Nederland de verplichtingen, voortvloeiende uit de Nitraatrichtlijn, niet is nagekomen.1 De kritiek van het Hof rich...