Kloosterman / Landinrichtingscommissie Twijzel-Buitenpost (TvAR 2005/5292)
[Landinrichtingswet art. 124 t/m 129, 189]
Verzoeker wil een vergoeding voor door
hem geleden en te lijden schade als gevolg
van vertraging in de verplaatsing van zijn
boomkwekerij in het kader van de ruilverkaveling
Twijzel-Buitenpost. De rechtbank
wordt gevraagd een beschikking te geven op
grond van art. 129 Landinrichtingswet (Lw).
De rechtbank overweegt dienaangaande dat
de art. 124 t/m 129 Lw zijn geplaatst in
hoofdstuk IV, titel 1 van de Lw, welke het
opschrift “Uitvoering
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
van werken” draagt.
In het bijzonder uit de art. 126 en 128 Lw
blijkt dat het daarbij gaat om alle praktische
werkzaamheden die dienstig zijn ter
verwezenlijking van het landinrichtingsplan.
De rechtbank ziet geen grond om aan te
nemen dat het toepassingsbereik ruimer is.
De verwijzing in art. 189 Lw naar art. 129 Lw
kan naar het oordeel van de rechtbank het
toepassingsbereik van de art. 124 t/m 128
niet verruimen. Verzoeker heeft in hoofdzaak
aan zijn stelling ten grondslag gelegd dat
hij bedrijfsschade heeft geleden als gevolg
van de wijze van handelen van de landinrichtingscommissie
met betrekking tot de
verplaatsing van zijn bedrijf. De rechtbank
komt tot de conclusie dat de vordering ten
onrechte is gebaseerd op art. 129 Lw. De
vordering wordt niet-ontvankelijk verklaard.
Het argument dat via de weg van art. 129
sneller tot een definitieve schadevaststelling
kan worden gekomen dan via de lijst der
geldelijke regelingen of een civiele
procedure kan, hoe begrijpelijk deze wens
op zichzelf beschouwd ook is, niet tot een
andere conclusie leiden.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.