H.J.L. G. / Het plan van toedeling in de ruilverkaveling 'Beesel-Swalmen' (TvAR 1997/4894)
Landinrichtingswet, art. 150, 196
Bevoegdheid van de rechtbank te beslissen ter zake van een bezwaar met betrekking tot het opnemen van een pachtverhonding in het plan van toedeling. Reclamant pacht de onverdeelde helft in een tweetal percelen. Inplan van toedeling is hiervoor geen pachtkavel aan reclamant toegedeeld. Eigenaar en pachter oneens over welk gedeelte van de toedeling als verpacht aan reclamant moet worden aangemerkt. Belanghebbende (eigenaar) is ondermeer van mening dat de rechtbank onbevoegd is
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
ter zake een beslissing te nemen. Daar in de inbrengsituatie de ligging van de pachtgrond niet vast omlijnd is bepaald, behoort naar het oordeel van belanghebbende het aangeven van de ligging van de pachtkavel niet aan de orde te komen in het plan van toedeling. Belanghebbende is van mening dat een en ander buiten de ruilverkaveling om door partijen moet worden geregeld en waarover zo nodig de Pachtkamer een oordeel zal moeten geven. Niet dan wel onvoldoende weersproken is dat de LC, reclamant en verpachter in onderlinge overeenstemming hebben aangeduid welk gedeelte van de inbreng tot het door reclamant gepachte behoort en welk gedeelte als pachtvrij dient te worden aangemerkt. Nu hiermee de inbreng voldoende bepaald is, behoort het tevens tot de taak van de LC om ook in het plan van toedeling aan te geven welk gedeelte van de toegedeelde kavel tot het door reclamant gepachte behoort. Hiermee is de bevoegdheid van de rechtbank gegeven om ten aanzien van het onderhavige bezwaar te beslissen.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.
