Tijdschrift voor Agrarisch Recht 1997 nr. 9

Melkquotum en schadevergoeding

Mr. B.P.M, van Ravels

1. Casus Een agrariër had, na in het kader van de zogenaamde Slacht- en Omschakelingsrege-ling (SLOM-regeling) zijn melkbedrijf te hebben omgezet in een akkerbouwbedrijf, opnieuw een melkveebedrijf opgestart. Op grond van de Beschikking Superheffing SLOM-deelnemers was hem in dat verband in 1991 namens de minister van Land-bouw, Natuurbeheer en Visserij een bepaald melkquotum toegekend. Enkele maanden daarna werd diens melkquotum echter weer ingetrokken, omdat gebleken zou zijn dat hij daar geen aanspraak op kon maken. Betrokkene

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

diende een bezwaarschrift in, hetgeen ertoe leidde dat hem alsnog een quotum - zij het niet het volledige quotum -werd toegekend. Naar aanleiding van een nader bezwaarschrift kende de minister hem twee jaar later, in 1993, alsnog het volledige quotum toe. De betrokken melkveehouder stelde zich op het standpunt dat de besluiten tot intrekking en tot slechts gedeeltelijke toekenning jegens hem onrechtmatig waren en vorderde dat voor recht te verklaren. Daarnaast vorderde hij veroordeling van de Staat tot vergoeding van de schade die hij tengevolge van de onrechtmatige besluiten had geleden. Het ging daarbij om schade wegens gemiste melkleveringen en kosten van juridische bijstand, dit alles te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum waarop hij de wettelijke rente had doen aanzeggen. De rechtbank verklaarde de melkveehouder niet-ontvankelijk. Zij was van oordeel dat tegen het besluit van de minister van 1993, waarbij alsnog het volledige quotum werd toegekend, beroep openstond bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Naar het oordeel van de rechtbank had in het kader van dit beroep de schade-vergoeding aan de orde kunnen komen. De rechtbank verwees de melkveehouder met toepassing van art. 96a van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Rv) naar het CBb. Zowel de Staat als de melkveehouder gingen van dit vonnis in hoger beroep. Beiden kregen in hoger beroep gelijk, zij het dat dit voor de minister per saldo niet tot een beter resultaat leidde: de melkveehouder kreeg in hoger beroep het volle pond.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
Mr. B.P.M, van Ravels
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvAR/5806

Verder in 1997 nr.9

 Publiekrechtelijke beschikking over agrarische grond. Verslag van de jaarvergadering van de Vereniging voor Agrarisch Recht

Op 25 april 1997 vond te Ede de jaarvergadering van de Vereniging voor Agrarisch Recht plaats. Aanwezig waren een kleine tachtig belangstellenden. Onderwerp van het wetenschappelijk gede...

 Decentralisatie via mandaat: innerlijke tegenstrijdigheid

In zijn artikel 'Decentralisatie van Rijk naar provincies' schrijft P.C.E. van Wijmen1 dat er tussen de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) enerzijds en het IPO (Interp...

 Melkquotum en schadevergoeding

1. Casus Een agrariër had, na in het kader van de zogenaamde Slacht- en Omschakelingsrege-ling (SLOM-regeling) zijn melkbedrijf te hebben omgezet in een akkerbouwbedrijf, opnieuw een melkveebedrij...