Coöperatieve Vereniging Added Value Investment Services UA / de Minister van Financiën
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. A.R. Filius
Added Value Investments werd verweten art. 82 lid 1 Wtk
te hebben overtreden door voor een derde te hebben bemiddeld
ter zake van het bedrijfsmatig aantrekken van
gelden door die derde. Daarvoor had de Minister van Financiën
een boete opgelegd. Het verweer van Added Value
Investments dat van belang is of die derde een vergunning
heeft, werd verworpen met de overweging dat
het gaat om de vraag of Added Value Investments art. 82
had geschonden
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
en voor de beantwoording van die
vraag slechts van belang is of zij zelf een vergunning had
(en dat was niet het geval). De minister mocht dus een
boete opleggen, maar had dit over een onjuiste periode
gedaan. In dat opzicht werd de boete gecorrigeerd. De
rechtbank overwoog daarbij dat marginaal wordt getoetst
of het de minister vrij stond een boete op te leggen. In
casu was van afwezigheid van alle schuld geen sprake,
alleen al niet omdat Added Value Investments zelfstandig
onderzoek had moeten doen naar de wettelijke vereisten
voor bemiddeling en niet had mogen vertrouwen op (de
kredietwaardigheid van) de derde. Wel was de rechtbank
van mening dat de hoogte van de boete onevenredig
hoog was. Gelet op het eigen vermogen van Added Value
Investments zou handhaving van de oorspronkelijke boete
tot het faillissement van Added Value Investments leiden.
De minister was van mening dat de (mede-)oprichter
van Added Value Investments in de persoonlijke draagkracht
moest worden getroffen. Omdat de minister de
(mede-)oprichter van Added Value Investments geen eigen
boete heeft gegeven, kwam het de rechtbank niet
juist voor dat de mogelijkheid van bijstorting van het
boetebedrag (te weten het gedeelte dat Added Value Investments
zelf niet zou kunnen opbrengen) zou functioneren
als indirecte boeteoplegging aan de (mede-)oprichter
van Added Value Investments. Daarnaast was de rechtbank
van mening dat er weiliswaar een ernstige overtreding
was begaan, maar dat geen sprake was van de zeer
grote ernst of mate van verwijtbaarheid die een hoge
boete zou rechtvaardigen. De rechtbank bepaalde de boete
op 7 4.538, welk bedrag hetzelfde is als het eigen vermogen
van Added Value Investments in 2001 en 2002.
Het oorspronkelijke boetebedrag is niet vermeld.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.