Tijdschrift voor Financieel Recht 2005 nr. 4

Coöperatieve Vereniging Added Value Investment Services UA / de Minister van Financiën

mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. A.R. Filius

Added Value Investments werd verweten art. 82 lid 1 Wtk te hebben overtreden door voor een derde te hebben bemiddeld ter zake van het bedrijfsmatig aantrekken van gelden door die derde. Daarvoor had de Minister van Financiën een boete opgelegd. Het verweer van Added Value Investments dat van belang is of die derde een vergunning heeft, werd verworpen met de overweging dat het gaat om de vraag of Added Value Investments art. 82 had geschonden

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

en voor de beantwoording van die vraag slechts van belang is of zij zelf een vergunning had (en dat was niet het geval). De minister mocht dus een boete opleggen, maar had dit over een onjuiste periode gedaan. In dat opzicht werd de boete gecorrigeerd. De rechtbank overwoog daarbij dat marginaal wordt getoetst of het de minister vrij stond een boete op te leggen. In casu was van afwezigheid van alle schuld geen sprake, alleen al niet omdat Added Value Investments zelfstandig onderzoek had moeten doen naar de wettelijke vereisten voor bemiddeling en niet had mogen vertrouwen op (de kredietwaardigheid van) de derde. Wel was de rechtbank van mening dat de hoogte van de boete onevenredig hoog was. Gelet op het eigen vermogen van Added Value Investments zou handhaving van de oorspronkelijke boete tot het faillissement van Added Value Investments leiden. De minister was van mening dat de (mede-)oprichter van Added Value Investments in de persoonlijke draagkracht moest worden getroffen. Omdat de minister de (mede-)oprichter van Added Value Investments geen eigen boete heeft gegeven, kwam het de rechtbank niet juist voor dat de mogelijkheid van bijstorting van het boetebedrag (te weten het gedeelte dat Added Value Investments zelf niet zou kunnen opbrengen) zou functioneren als indirecte boeteoplegging aan de (mede-)oprichter van Added Value Investments. Daarnaast was de rechtbank van mening dat er weiliswaar een ernstige overtreding was begaan, maar dat geen sprake was van de zeer grote ernst of mate van verwijtbaarheid die een hoge boete zou rechtvaardigen. De rechtbank bepaalde de boete op 7 4.538, welk bedrag hetzelfde is als het eigen vermogen van Added Value Investments in 2001 en 2002. Het oorspronkelijke boetebedrag is niet vermeld.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Jurisprudentie
Organisatie
Rechtbank Rotterdam
Auteurs
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. A.R. Filius
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Onderwerp
art. 82 Wtk
Bron
JOR 2005/34, m.nt. C.M. Grundmann-van de Krol, tevens noot bij JOR 2005/32 en JOR 2005/33
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:FR/50

Verder in 2005 nr.4

 Het effectenleaseproduct; zorgenkindje in beleggingsland

De uitspraak van de klachtencommissie DSI in hoger beroep omtrent het leasen van aandelen. Hoewel de strijd voortwoedt, trekken de kruitdampen langzaam op. De loopgravenoorlog waarin aanbieders ...

 Regulering van handel in grondstofderivaten nu en onder de MiFID

In verschillende EU-lidstaten is de handel in grondstofderivaten aan regulering onderworpen. Ook in Nederland zijn de effectenbemiddelingsbepalingen uit de Wet toezicht effectenverkeer 1995 ('Wt...

 Rondom het nieuws

De parlementaire behandeling van het eerste deel van de Wet op het financieel toezicht. Op 9 en 15 maart jl. heeft de Tweede Kamer het eerste hoofdstuk van het voorstel van Wet op het financieel...