Tijdschrift voor Financieel Recht 2005 nr. 4

Jabe Beheer B.V. c.s. / ING Bank

mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. A.R. Filius

Tijdens een presentatie had de bank gewezen op de zogeheten Buy-the-Winner strategie. Kenmerk van deze BTWstrategie is dat per kwartaal fondsen worden gekocht die in de voorafgaande 12 maanden het best hebben gepresteerd en fondsen die niet meer tot die categorie behoren, worden verkocht. Het bezwaar van de beleggers was gericht tegen de BTW-strategie. De rechtbank overwoog dat er geen sprake was van vermogensbeheer, maar van een adviesrelatie. Kenmerk van een beheerrelatie is volgens de rechtbank

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

dat de beheerder opdracht en machtiging heeft om naar eigen inzicht zelfstandig transacties aan te gaan voor rekening van de cliënt binnen de afgesproken kaders. Daarvan was hier geen sprake, alleen al niet omdat per transactie de goedkeuring van de beleggers nodig was. Het beroep van de beleggers op misleidende mededelingen tijdens de presentatie werd verworpen. De rechtbank achtte de verstrekte informatie, uitgaande van oplettende toehoorders met een gemiddeld kennisniveau, voldoende duidelijk. Ten aanzien van het verwijt dat de bank haar zorgplicht had geschonden door geen cliëntenprofiel op te stellen, overwoog de rechtbank dat in maart 2000 wel de verplichting op de bank rustte om informatie in te winnen bij en over beleggers, maar dat nog niet de regel van kracht was dat dat profiel schriftelijk moest worden vastgelegd. Twee beleggers hebben met geleend geld aan de BTW-strategie deelgenomen, op advies van hun vader die alle beslissingen omtrent de beslissingen nam. De rechtbank nam aan dat alle kennis van hun vader aan hen moest worden toegerekend en omdat de vader geacht werd van de financiële positie van zijn zoons op de hoogte te zijn geweest en hijzelf door de bank was gewaarschuwd niet met een te groot deel van zijn vermogen deel te nemen aan de BTW-strategie, ging de rechtbank er vanuit dat de bank de twee zonen niet ook nog eens apart had moeten waarschuwen voor de risico's van beleggen met geleend geld. De rechtbank concludeerde dat de bank haar zorgplicht niet had geschonden. De vordering werd afgewezen.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Jurisprudentie
Organisatie
Rechtbank Amsterdam
Auteurs
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. A.R. Filius
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Onderwerp
Beleggingsadvies, (geen) schriftelijk cliëntenprofiel
Bron
JOR 2005/36, m.nt. K. Frielink
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:FR/51

Verder in 2005 nr.4

 Het effectenleaseproduct; zorgenkindje in beleggingsland

De uitspraak van de klachtencommissie DSI in hoger beroep omtrent het leasen van aandelen. Hoewel de strijd voortwoedt, trekken de kruitdampen langzaam op. De loopgravenoorlog waarin aanbieders ...

 Regulering van handel in grondstofderivaten nu en onder de MiFID

In verschillende EU-lidstaten is de handel in grondstofderivaten aan regulering onderworpen. Ook in Nederland zijn de effectenbemiddelingsbepalingen uit de Wet toezicht effectenverkeer 1995 ('Wt...

 Rondom het nieuws

De parlementaire behandeling van het eerste deel van de Wet op het financieel toezicht. Op 9 en 15 maart jl. heeft de Tweede Kamer het eerste hoofdstuk van het voorstel van Wet op het financieel...