Tijdschrift voor Agrarisch Recht 1994 nr. 10

Hamers / Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (TvAR 1994/4723)

Verordening (EEG) nr. 857/84, art. 3bis lid 3; Beschikking superheffing SLOM-deelnemers, art. 2 lid 6 (CBB) Verweerder legt art. 3bis Vo. (EEG) nr. 857184 aldus uit dat van een daadwerkelijke hervatting van de melkproduktie sprake is indien de Slom-deelnemer zelfstandig en voor eigen rekening en risico de leveringen hervat vanaf het bedrijf waarop de Slom-overeenkomst betrekking had. 1. Deze voorwaarde strookt naar het oor deel van het College met de jurisprudentie van het HvJ

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

inzake de vraag wie als producent van melk moet worden aangemerkt. Het HvJ heeft bij zijn arrest van 15 januari 1991 in zaak C-341/89, onder meer voor recht ver klaard dat 'de door een landbouwer in een door hem gepachte installaties gerealiseerde melkproduktie aan zijn eigen referentiehoeveelheid moet worden toegekend, wanneer hij de produktieeenheden voor de exploitatie waarvan hij bepaalde installaties heeft gepacht, zelfstandig beheert'. Het College houdt het ervoor dat hierbij moet worden gedacht aan de situatie waarin de landbouwer de produktieeenheden zelfstandig, voor eigen rekening en risico, beheert. 2. Naar het oordeel van het College kan de door verzoeker gekozen constructie niet als een hervatting an de melkproduktie in de zin van meerbedoeld artikel van de Beschikking worden aangemerkt. Daartoe wordt overwo gen dat de tussen verzoeker en Hamers geslo ten loonwerkovereenkomst niet als een arbeidsovereenkomst kan worden aangemerkt. 3. Verweerders vervallenverklaring van de 'definitieve' toewijzing naar het oordeel van het College niet in strijd met het vertrouwens beginsel. Beroep verworpen.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Jurisprudentie
Organisatie
College van Beroep voor het Bedrijfsleven
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Bron
Nr. 93/0288/060/198
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvAR/5223

Verder in 1994 nr.10

 De Gezondheids- en welzijnswet voor dieren: voorgeschiedenis, totstandkoming en juridisch instrumentarium

Na een wetsgeschiedenis van circa 18 jaar is in 1992 de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (GWW) gereed gekomen. Veel van de onderwerpen die in de GWW staan opgenomen zijn vana...

 Dierenarts in dilemma, de diergeneeskundige behandelingsovereenkomst en de Gezondheids-en welzijnswet voor dieren

In 1992 is de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren1 in werking getreden als sluitstuk van een drietal samenhangende wetten - de Diergeneesmiddelenwet (DGW) 2 , de Wet op de uitoefen...

 Onderzoek en onderwijs op het gebied van rechten voor dieren

Een overzicht van de activiteiten van de Stichting Dier & Wetenschap en initiatieven op het gebied van de juridische aspecten van de mens-dier relatie zullen worden toegelicht, en gevo...

 De uitvoeringsregelgeving

Van de ongeveer dertig algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) en ministeriële regelingen die uitvoering moeten geven aan de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (GWW), liggen ...

 Veterinaire regelgeving en de positie van het Landbouwschap

Hoewel men aanvankelijk met een wijziging van de Veewet dacht te kunnen volstaan is in verband met het ingrijpende karakter van de beoogde wijzigingen, begin jaren '80 een geheel ni...

 De toekomst op de werkvloer; de dierenbescherming en de nieuwe wet

De toekomst op de werkvloer van de Dierenbescherming kan wel belangrijk beïnvloed worden door de nieuwe Gezondheids- en welzijnswet voor dieren1 ; de toekomst is echter niet afhankelij...