Tijdschrift voor Financieel Recht 2006 nr. 10

Vonnissen Rechtbank (NH Hoteles S.A./AFM)

mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. drs. M.R. Hosemann

Op 27 juni 2003 had een Spaanse vennootschap via een biedingsbericht een vijandig partieel bod uitgebracht op de aandelen van eiseres. Deze aandelen waren zowel aan de Spaanse beurs als aan Euronext genoteerd. Per e-mail had een medewerker van verweerster aan de advocaten van eiseres onder meer laten weten dat verweerster er grote waarde aan hechtte dat, gelet op het beginsel van gelijke en gelijktijdige informatievoorziening, het bericht van eiseres zowel in Spanje als in Nederland

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

op hetzelfde moment algemeen verkrijgbaar zou worden gesteld en dat het bericht tijdig voorafgaand daaraan aan verweerster zou worden toegezonden. Op 2 juli 2003 om 9.47 uur verscheen op de website van Euronext en op die van de Spaanse toezichthouder een bericht van de raad van bestuur van eiseres waarin deze zich tegen het bod uitsprak. Op 2 juli 2003 om 11.54 uur stuurde eiseres verweerster het desbetreffende bericht per fax waarbij een paragraaf ontbrak. Op 2 juli 2003 om 12.43 uur stuurde een advocaat van eiseres per e-mail het bericht aan verweerster dat identiek was aan de eerder op de website van Euronext geplaatste versie. Verweerster had om opheldering gevraagd aan de advocaten van eiseres, die eiseres op 3 juli 2003 een notitie hadden toegezonden waaruit bleek dat eiseres per vergissing een nog niet definitieve versie van het bericht naar Euronext had gestuurd. In 2004 had verweerster aan eiseres laten weten dat zij voornemens was haar een bestuurlijke boete op te leggen wegens overtreding van artikel 9a in verbinding met artikel 9b Bte 1995 en van artikel 9v in verbinding met artikel 9b Bte 1995. De rechtbank stelde allereerst vast dat de Nederlandse biedingsregels van toepassing waren, eiseres was immers een beursgenoteerde onderneming zoals bedoeld in artikel 6a Wte 1995. Voorts had de rechtbank bij haar beoordeling tot uitgangspunt genomen dat eiseres wist of behoorde te weten dat haar voorlopige standpuntbepaling zodra ze dit toezond aan de Spaanse toezichthouder zou worden geplaatst op diens website. Hiervoor was ook alle aanleiding nu eiseres gelijktijdig dezelfde tekst aan Euronext zond. Eiseres kon niet in haar stelling worden gevolgd dat de tekst per vergissing naar Euronext was gezonden omdat eiseres welbewust had aangestuurd op gelijktijdige publicatie op de website van de Spaanse toezichthouder en die van Euronext. De rechtbank was het met verweerster eens dat met de publicatie op de website van Euronext sprake was van een te publiceren mededeling als bedoeld in artikel 9b lid 1 Bte 1995, als artikel 9v Bte 1995. Het lag op de weg van eiseres als doelvennootschap om de desbetreffende mededeling te doen nu ook zij had bewerkstelligd dat publicatie in Spanje had plaatsgevonden. Op enig moment voorafgaande daaraan had verweerster op de hoogte moeten worden gebracht. Echter, de rechtbank zag niet goed in waarom de publicatie op de website van Euronext op 2 juli 2003 om 9.47 uur niet zowel diende te worden aangemerkt als een openbare, zij het gebrekkige mededeling als bedoeld in artikel 9b lid 1 Bte 1995, als een gebrekkige mededeling van haar standpuntbepaling als bedoeld in artikel 9r Bte 1995. Nu hoe dan ook had te gelden dat eiseres, gelet op artikel 9a Bte 1995, op gebrekkige wijze uitvoering had gegeven aan de verplichtingen tot openbaarmaking als bedoeld in artikel 9b en 9r Bte 1995, deed zich de situatie van een eendaadse samenloop voor dat eiseres artikel 9b (in verbinding met artikel 9a) en artikel 9r (in verbinding met artikel 9a) Bte 1995 had overtreden. Hierin lag tevens het oordeel besloten dat eiseres artikel 9v Bte 1995 had overtreden. De op de website van Euronext gepubliceerde tekst was immers eerst na die publicatie aan verweerster toegezonden. Verweerster kwam dan ook in beginsel de bevoegdheid toe om eiseres te beboeten ter zake van overtreding van artikel 9b in verbinding met artikel 9a en overtreding van artikel 9v Bte 1995. Die bevoegdheid was nog niet komen te vervallen ten tijde van de bekendmaking van de primaire besluitvorming. Met betrekking tot de wijze waarop verweerster gebruik had gemaakt van haar bevoegdheid stelde de rechtbank voorop dat sprake was van meerdaadse samenloop. Met de publicatie op de website van Euronext was zowel sprake van het commissiedelict dat op onjuiste wijze was gepubliceerd, als van het omissiedelict om voorafgaande daaraan verweerster niet in te lichten. In beginsel kon verweerster niet de bevoegdheid worden ontzegd om ten aanzien van beide overtredingen handhavend op te treden. Niettemin diende wat betreft de hoogte van de boetes een volle evenredigheidstoetsing plaats te vinden. In dat verband overwoog de rechtbank dat verweerster niet voorbij had kunnen gaan aan het feit dat indien eiseres had volstaan met toezending van haar standpuntbepaling aan de Spaanse toezichthouder en niet tevens aan Euronext zij slechts één overtreding zou hebben begaan, namelijk overtreding van artikel 9b Bte 1995 en dus niet overtreding van die bepaling in verbinding met artikel 9a. Artikel 9v zou dan evenmin zijn overtreden. Juist doordat eiseres zorg had gedragen voor gelijktijdige informatieverstrekking aan het Spaanse en Nederlandse publiek, zij het op gebrekkige wijze, hetgeen in feite minder ernstig was dan in het geheel niets doen, leverde haar gedraging tevens een nalaten op. Naar het oordeel van de rechtbank was er geen sprake van een verminderde verwijtbaarheid. Op eiseres rustte een zelfstandige verantwoordelijkheid de toepasselijke Nederlandse biedingsregels na te leven. De rechtbank achtte het ten volle opleggen van twee boetes onevenredig. Het bestreden besluit kon, gelet op het vorenstaande, niet in stand blijven en kwam voor vernietiging in aanmerking. De rechtbank legde een boete op van € 108 905.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Jurisprudentie
Organisatie
Rechtbank Rotterdam
Auteurs
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. drs. M.R. Hosemann
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Onderwerp
verplichtingen vermogensbeheerder
Bron
JOR 2006/185
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:FR/563

Verder in 2006 nr.10

 Verantwoorde kredietverlening aan consumenten

1. Kredietverlening aan consumenten staat volop in de maatschappelijke en politieke belangstelling. De op 1 januari 2006 van kracht geworden Wet financiële dienstverlening (‘Wfd’)1 bevat onder m...

 Europese Commissie evalueert Hague Securities Convention: met grote stappen snel thuis?

Eind 2002 werd in het kader van de Haagse Conferentie voor IPR overeenstemming bereikt over de tekst van de Convention on the Law Applicable to Certain Rights in Respect of Securities Held with ...

 Rondom het nieuws; Adempauze

‘Banken vragen om adempauze toezicht’ luidde de titel van een artikel in Het Financieele Dagblad d.d. 22 september 2006. Het artikel refereert aan het verzoek van de NVB aan de Minister van Fina...