Een juridische beschouwing over de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening en de bijbehorende ontwerp-pkb
mr. M. Lurks
De Vijfde nota over de ruimtelijke ordening heeft een lange aanloopperiode gekend.
Ter voorbereiding van de ontwikkeling van de Nota is in januari 1999 door de ministerraad
een startnota1 aangenomen die vervolgens in november van dat jaar door de
Tweede Kamer is behandeld. Daarna is volop gediscussieerd met onder meer burgers,
deskundigen en beleidsmakers en heeft uitgebreid overleg plaatsgevonden met regionale
en lokale overheden en maatschappelijke organisaties.2 Uiteindelijk is de Vijfde
Nota op 15 december
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
2000 door de ministerraad vastgesteld. De kamerbehandeling
van de Nota dient uiterlijk 25 november 2001 aan te vangen.3 Gelet op forse kritiek
op de Nota en de Tweede-Kamerverkiezing in mei 2002 in het vooruitzicht is het maar
de vraag of de pkb-procedure binnen de huidige regeerperiode zal kunnen worden
doorlopen. Mocht dit niet het geval zijn, dan moet worden afgewacht of het nieuwe
kabinet zich zal conformeren aan de inhoud van de in procedure zijnde pkb. Bij de
totstandkoming van de Vierde Nota viel het eerste kabinet-Lubbers vóór de vaststelling
van de definitieve tekst. Het tweede kabinet-Lubbers achtte toen nieuwe aanvullingen
noodzakelijk hetgeen destijds heeft geresulteerd in een extra pkb, de Vierde
Nota Extra (Vinex).
Het valt op dat de ontwerp-pkb Nationaal Ruimtelijk Beleid (NRB) behorend bij
de Vijfde Nota maar 10 bladzijden beslaat.4 De overige 277 bladzijden van de nota
kunnen slechts dienen als toelichting of als nationaal ruimtelijk beleid zonder de status
van een pkb. In de ontwerp-pkb blijkt dat een verdere uitwerking van een aantal
beleidskeuzen bij de vaststelling van de definitieve tekst nog moet plaatsvinden. Verder
wordt de nadere uitwerking van het nationaal ruimtelijk beleid voor een belangrijk
deel aan de regionale en lokale overheden overgelaten. In deze bijdrage ga ik na of de gekozen wijze van totstandkoming van de bij de
Vijfde Nota behorende pkb NRB voldoende recht doet aan de waarborgen van de
pkb-procedure.5 Vervolgens zal ik aandacht besteden aan de doorwerking van de pkb
NRB naar de ruimtelijke plannen van de lagere overheden. Met name zal ik de in de
pkb NRB opgenomen verantwoordelijkheidstoedeling aan provinciale, regionale en
lokale overheden voor de uitwerking van het nationaal ruimtelijk beleid beoordelen
in het kader van de bevoegheidsverdeling en planprocedures van de WRO.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.