Waterbeheer: via een dynamisch proces naar de volgende eeuw
Mr. A. van Hall
Eigen aan de geest van de tijd, waarin het milieu centraal staat, zijn er ook ten aanzien
van het waterbeheer een aantal ontwikkelingen gaande die liggen op zowel het
gebied van wetgeving als van uitvoering en beheer. Omdat lucht, bodem en water
voorwaardescheppend zijn voor het bestaan van mens, plant en dier, dienen de verantwoordelijke
overheden wegen te vinden waarlangs deze drie-eenheid in een optimale
conditie gehouden kan worden. In dat proces zijn er ogenschijnlijk twee
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
in tegenovergestelde
richting gaande bewegingen te signaleren. Enerzijds de behoefte aan
minder wet- en regelgeving en waar die al nodig is, de verantwoordelijkheid voor
het maken ervan zo laag mogelijk leggen; anderzijds de toenemende neiging van de
(centrale) overheid om via planvorming de verschillende bevoegdheden en verplichtingen
zo geordend mogelijk vast te leggen, om daarmee de richtingen van beleid
in eigen hand te kunnen houden.
Om de meningsvorming daarover te prikkelen zou de stelling verdedigd kunnen
worden dat wat de rijksoverheid via deregulering en decentralisatie aan mogelijkheden
tot sturing afstoot, via een ingenieus stelsel van plannen op bijvoorbeeld ruimtelijke
ordenings-, milieu- en watergebied weer wordt binnengehaald. Zonder daar een
waarde-oordeel over uit te spreken zou dit fenomeen op zich nadere beschouwing
verdienen. Ik zal mij beperken tot het plaatsen van enkele kanttekeningen.
In onderstaand artikel wordt de Wet op de waterhuishouding (WHH) bekeken, zowel
wat de tekst als wat de praktische gevolgen ervan betreft. Eveneens zal globaal
worden ingegaan op de Derde nota waterhuishouding voor zover het betreft het landelijk
gebied, waarin bijvoorbeeld de relatie oppervlaktewater - grondwater een
belangrijke rol speelt. Het verschijnsel verdroging, mede als gevolg van een plaatselijk
structurele verlaging van de grondwaterstand trekt inmiddels de aandacht van
ieder die in waterhuishoudingsproblemen is geïnteresseerd.
De Wet op de waterhuishouding beoogt, kort gezegd, middelen te verschaffen die
het mogelijk maken de beleidsvorming op het terrein van de waterhuishouding als
geheel te beschouwen en de nodige coördinatie van het beleid en beheer op de verschillende
deelterreinen van de waterhuishouding te realiseren.
De Wet op de waterhuishouding voorziet in een wettelijke regeling met betrekking
tot het kwantiteitsbeheer over het oppervlaktewater, die past in het totale stelsel en een aanvulling vormt op de reeds bestaande en ontworpen regelingen ten aanzien
van het kwantitatieve oppervlaktewater- en grond waterbeheer. De bestaande technische
en administratiefrechtelijke middelen werden daartoe ontoereikend bevonden.
In de Wet op de waterhuishouding is aangesloten bij de bestaande taken- en bevoegdhedenstructuur
op het gebied van de waterhuishouding. Er zijn enkele nieuwe
planningstaken: naast de planopdracht aan het rijk en de provincie ten aanzien van
strategische beleidsbepaling is er de verplichting voor de waterkwantiteitsbeheerder
een beheersplan vast te stellen. (De waterkwaliteitsbeheerder moet dat al sinds 1981
zoals vastgelegd in de Wet verontreiniging oppervlaktewateren). De Wet op de waterhuishouding
is in juni 1989 de Eerste Kamer gepasseerd.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.