Tijdschrift voor Financieel Recht
2008 nr. 4
Zorgplicht bij beleggen met (arbeids)pensioenleggen
mr. S.H. Kuiper*
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
Een pensioenuitvoerder belegt gelden bestemd voor pensioen.
Een begunstigde van dat pensioen kan op deze
beleggingen directe invloed uitoefenen. Dit betekent dat de
begunstigde aan de pensioenuitvoerder opdracht geeft op
een bepaalde wijze te beleggen. Afspraken tussen de begunstigde
van pensioen, diens werkgever en de pensioenuitvoerder
bepalen of, en zo ja in welke mate, directe invloed
mogelijk is. Deze invloed kan zeer groot zijn. De rol van een
pensioenuitvoerder is in dat geval niet langer die van
vermogensbeheerder maar die van adviseur.
Sinds 1 januari 2008 is voor de pensioenvorm waarbij de
begunstigde invloed op de beleggingen kan uitoefenen een
publiekrechtelijke zorgplicht aan de pensioenuitvoerder opgelegd
(art. 52 PW).1 In dit artikel bespreek ik deze zorgplicht,
de visie van de toezichthouder daarop en de rol van
de Wet op het financieel toezicht (Wft). Het zal blijken dat
er twee verschillende zorgplichtregimes zijn en dat een van
deze twee tot nu toe niet echt past bij artikel 52 PW. De
mate waarin de Wft van toepassing is, lijkt daarnaast af te
wijken van wat de tekst van de Pensioenwet doet vermoeden.
Tevens zal blijken dat pensioenuitvoerders die premieovereenkomsten
met beleggingsvrijheid uitvoeren niet
mogen afzien van het verlenen van adviesdiensten. Ook
toon ik aan dat artikel 52 PW leidt tot een onbedoelde beperking
van de contractsvrijheid van werkgevers en werknemers.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.
Bijlage(n)
- Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.
Artikel informatie
- Type
-
Artikel
- Auteurs
-
mr. S.H. Kuiper*
- Auteursvermelding
- Ik ben auteur van dit artikel
- Datum artikel
-
02 mei 2008
- Uniek Den Hollander publicatienummer
-
UDH:FR/6488
Voorwoord Geldig of ongeldig, dat is de vraagOm de zoveel tijd vraagt het weer aandacht in de financiële praktijk: het fiduciaverbod. Op
grond van dit verbod is een titel die strekt tot zekerheidsoverdracht ongeldig. Gevolg: de beoogde
over...
De ‘vroeg/laatclaimers’-problematiekHet ligt nog vers in het geheugen: het faillissement van
Van der Hoop Bankiers N.V. eind 2005. Behalve op de
vraag hoe het mogelijk was dat een onder toezicht
staande bank zo plotseling failliet...
NieuwsIn deze rubriek worden ontwikkelingen op het terrein
van het effectenrecht en ander financieel recht gesignaleerd
die betrekking hebben op de periode medio februari
2008 tot en met medio maart 2...
Elektronisch (financieel) rechtsverkeer
Wie herinnert haar nog? De nota Wetgeving voor de elektronische
snelweg van februari 1998, waarin het toenmalige
kabinet zijn visie verwoordde over de gevolgen van de
ontwikkelinge...
Rondom het nieuws Aanbevolen aanbeveling?1. De Ombudsman Financiële Dienstverlening heeft op 4
maart jl. aan verzekeringsmaatschappijen de aanbeveling
gedaan om polishouders te compenseren voor te veel aan
hun beleggingsverzekeringen b...