Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte
2008 nr. 5
Over het wijzigen of vernieuwen van huurcontracten
mr. M. Nijenhuis
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
Indien een verhuurder en zijn huurder lopende hun huurovereenkomst,
ter regulering van die rechtsverhouding, nadere
afspraken maken, kan de vraag rijzen of dit met zich
meebrengt dat tussen hen een nieuwe huurovereenkomst tot
stand komt. Die vraag is in uiteenlopende gevallen van belang.
Te denken is aan de regels over termijnbescherming
voor middenstandsbedrijfsruimten (art. 7:290 e.v. BW).
Het kan dan de vraag zijn of de huurder zich opnieuw op
termijnbescherming kan beroepen. Te denken is ook aan
artikel 7:204 lid 2 BW, waarin het begrip gebrek wordt
gekoppeld aan onder meer de genotverwachting die de
huurder bij het aangaan van de huurovereenkomst mag verwachten.
In dat geval kan de vraag rijzen of dat genot is vast
te stellen per de datum waarop de huurovereenkomst oorspronkelijk
werd aangegaan, of per de datum dat de nadere
afspraken tot stand kwamen. Ter illustratie kan verder nog
worden verwezen naar artikel 208a OBW. Daarin is bepaald
dat artikel 7:221 BW (de bevoegdheid tot onderverhuur)
niet geldt voor per 1 september 2003 lopende huurovereenkomsten.
In deze bijdrage zal aan de hand van wetsartikelen, literatuur
en jurisprudentie in kaart worden gebracht wat van belang
is om te concluderen of een nieuwe huurovereenkomst tot
stand is gekomen.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.
Bijlage(n)
- Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.
Artikel informatie
- Type
-
Artikel
- Auteurs
-
mr. M. Nijenhuis
- Auteursvermelding
- Ik ben auteur van dit artikel
- Datum artikel
-
03 februari 2009
- Uniek Den Hollander publicatienummer
-
UDH:TvHB/7522