Tijdschrift voor Financieel Recht 2006 nr. 7/8

(Middellijke) vertegenwoordiging bij beleggingsfondsen

mr. J.W.P.M. van der Velden

Het land der beleggingsinstellingen is verdeeld in twee provincies. Aan de ene kant vindt men er de provincie van beleggingsmaatschappijen. Dit zijn rechtspersonen die voor eigen rekening beleggen ten behoeve van aandeelhouders of leden. Voor de civilist is dit bekend terrein. Aan de andere kant ligt de provincie der beleggingsfondsen, welk terrein veel minder is ontgonnen. De civielrechtelijke jurist dubt regelmatig over de wegen die hij door dit gebied moet kiezen. In dit artikel wil ik

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

enkele wegen met u bewandelen op het terrein van (middellijke) vertegenwoordiging. In de praktijk is het niet altijd duidelijk wie partij is aan de zijde van het beleggingsfonds wanneer de beheerder transacties aangaat. Treedt de beheerder op als vertegenwoordiger en zo ja, wie vertegenwoordigt hij? Als de beheerder in eigen naam handelt, doet hij dat niet voor eigen rekening maar (uiteindelijk) voor rekening van de deelnemers. Dat roept de vraag op of de wederpartij en de deelnemers elkaar kunnen aanspreken met een beroep op art. 7:420 en 421 BW, al dan niet naar analogie. Deze vraag speelt in versterkte mate bij beleggingsfondsen die gebruikmaken van veel vreemd vermogen, zoals hedgefunds. In het verlengde hiervan kan men zich afvragen of ook andere lastgevingsbepalingen toepasselijk zijn op de verhouding tussen de beheerder, de bewaarder en de deelnemers. Doet bijvoorbeeld de dood van een deelnemer de relatie met de beheerder eindigen? Zijn de bepalingen van tegenstrijdig belang toepasselijk en zijn ze van dwingend recht wanneer een consument deelneemt aan een beleggingsfonds? In dit artikel ga ik uit van een beleggingsfonds met de volgende kenmerken. Er is een vermogen dat wordt belegd door een beheerder en wordt bewaard door een bewaarder, beide rechtspersonen die handelen ten behoeve van de deelnemers. De deelnemers in het fonds zijn via participaties gerechtigd tot een breukdeel van de waarde van het fonds. De rechtsverhouding tussen de beheerder, de bewaarder en de deelnemers is contractueel van aard en wordt beheerst door de fondsvoorwaarden1. Verschillende relaties tussen de beheerder, de bewaarder en de deelnemers doen denken aan lastgeving. Zo vermelden de fondsvoorwaarden regelmatig dat de beheerder of bewaarder handelt voor rekening (en risico) van de deelnemers. Ook de vaak gehanteerde naam ‘fonds voor gemene rekening’ duidt erop dat wordt gehandeld voor rekening van de (gezamenlijke) deelnemers. Verder is het niet ongebruikelijk dat de bewaarder een volmacht geeft aan de beheerder om in zijn naam transacties te verrichten voor het beleggingsfonds2. Ten slotte rekent de beheerder de transacties die hij in eigen naam aangaat voor het beleggingsfonds af met de bewaarder3. De transacties plegen niet te worden afgerekend met de deelnemers. Het handelen voor rekening van de deelnemers zou een indicatie kunnen vormen dat de beheerder of bewaarder als hun lastgever optreedt. Een volmacht van de bewaarder en het afrekenen van transacties door de beheerder en de bewaarder wijst in de richting van een lastgevingsrelatie tussen hun beiden. Toepasselijkheid van die bepalingen is van invloed op de interne verhoudingen tussen de beheerder, bewaarder en de deelnemers, bijvoorbeeld op het terrein van tegenstrijdig belang. Het is ook relevant voor de verhouding tot derden, waarbij ik in het bijzonder denk aan de ‘haasje-over’-bepalingen van art. 7:420 en 421 BW. In verband met die verhouding tot derden is het bovendien van belang wie juridisch handelt indien voor een beleggingsfonds wordt opgetreden. Dit geeft aanleiding tot de volgende vragen die ik hierna wil gaan behandelen. 1. Wie wordt vertegenwoordigd wanneer de beheerder handelt ‘namens het beleggingsfonds’? 2. Bestaat er een lastgevingsverhouding tussen de beheerder en de bewaarder? 3. Bestaat er een lastgevingsverhouding tussen de beheerder respectievelijk de bewaarder en de deelnemers? 4. Handelt de beheerder of bewaarder voor andermans rekening, zoals bedoeld in art. 7:424 BW? Zo ja: voor wiens rekening handelen zij? 5. Welke gevolgen heeft toepasselijkheid van lastgevingsbepalingen voor de interne verhouding tussen de beheerder, de bewaarder en de deelnemers? 6. Kan een crediteur van ‘het beleggingsfonds’ de bewaarder of de deelnemers rechtstreeks aanspreken op grond van art. 7:421 BW? Kunnen de bewaarder of de deelnemers het omgekeerde doen op grond van art. 7:420 BW?

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
mr. J.W.P.M. van der Velden
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:FR/838

Verder in 2006 nr.7/8

 (Middellijke) vertegenwoordiging bij beleggingsfondsen

Het land der beleggingsinstellingen is verdeeld in twee provincies. Aan de ene kant vindt men er de provincie van beleggingsmaatschappijen. Dit zijn rechtspersonen die voor eigen rekening belegg...

 Het jaarverslag 2005 van De Nederlandsche Bank N.V.

In de algemene vergadering van vandeelhouders van 10 mei jl. presenteerde de directie van De Nederlandsche Bank N.V. (‘DNB’) haar jaarverslag over 2005. In het verslag, met als sluitstuk de jaar...

 Markttoetreding financiële dienstverleners: verbod en vergunningverlening ingevolge de Wet financiële dienstverlening

Met de Wet financiële dienstverlening (‘Wfd’) is vastgelegd aan welke kwaliteitskenmerken financiële dienstverleners en hun financiële dienstverlening moeten voldoen. De doelstelling van de Wfd ...

 Analyse van integriteitrisico’s bij cliëntacceptatie in de trustbranche; Een constante monitoring van cliënten in de trustbranche

Sinds 1 maart 2004 is de Wet toezicht trustkantoren (Wtt)1 van kracht en is De Nederlandsche Bank (DNB) aangewezen als toezichthouder. Ter uitvoering van zijn taak heeft de toezichthouder onder ...

 Rondom het nieuws; Papier hier, dank u wel!

Zelden zal een hoogleraar sneller praktisch succes hebben geoogst met zijn oratie dan mijn collega Wouter Kalkman, bijzonder hoogleraar Verzekeringsrecht aan de UvA en tevens werkzaam bij ING. I...