Tijdschrift voor Financieel Recht 2006 nr. 7/8

Klachtencommissie DSI

mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. A.R. Filius

Tussen de belegger en de instelling bestond een beleggingsadviesrelatie. De belegger stelde zich onder meer op het standpunt dat de instelling zich onvoldoende actief had opgesteld en geen actie had ondernomen of veiligheden had ingebouwd om het vermogensverlies te voorkomen. Daarnaast meende de belegger dat er bij de samenstelling van de portefeuille onvoldoende rekening was gehouden met de pensioendoelstelling van het vermogen. De Klachtencommissie overwoog dat de belegger in een adviesrelatie in beginsel zelf verantwoordelijk is

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

voor de gang van zaken met betrekking tot de beleggingen en dat de adviseur niet verplicht is de portefeuille van de belegger actief te bewaken. Dat kan alleen anders zijn indien een dergelijke bewakingsplicht uitdrukkelijk is overeengekomen, hetgeen volgens de Klachtencommissie hier niet het geval was. In het beleggingsvoorstel had de instelling een verdeling geadviseerd van 60% aandelen en 40% obligaties. De Klachtencommissie overwoog dat het feit dat er sprake is van een pensioendoelstelling niet op voorhand wil zeggen dat een mix van risicodragende en vastrentende beleggingen niet zou zijn toegestaan. Waar het om gaat, aldus de Klachtencommissie, is dat de pensioenbetalingen te allen tijde gewaarborgd zijn. De verhouding tussen aandelen en obligaties is in geval van een pensioenvermogen in belangrijke mate afhankelijk van de tijdsduur die de belegger heeft te overbruggen tot het tijdstip van pensionering. In de onderhavige zaak moesten vier jaar worden overbrugd tot het pensioen zou ingaan en negen jaar totdat de belegger aanspraak kon maken op AOW. Uit hoofde van een bedrijfspensioenfonds was de belegger wel verzekerd van een basispensioen. Onder die omstandigheden achtte de Klachtencommissie een verhouding 60% aandelen en 40% obligaties acceptabel. Het advies van de instelling kende echter ook een bandbreedte van 10% naar boven en naar beneden en die bandbreedte, die in de praktijk neer kon komen op een verhouding 70% aandelen en 30% obligaties, achtte de Klachtencommissie niet een advies dat een redelijk bekwame redelijk handelend beleggingsadviseur had mogen geven. De te betalen schadevergoeding werd berekend door het verlies te vergelijken dat was geleden doordat 70% in aandelen was belegd, met het verlies dat zou zijn geleden indien maximaal voor 60% in aandelen was belegd. De Klachtencommissie oordeelde dat de instelling een bedrag van € 23 369 diende te vergoeden.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Jurisprudentie
Organisatie
Klachtencommissie DSI
Auteurs
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. A.R. Filius
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Onderwerp
Adviesrelatie; pensioen
Bron
KCD 06-127
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:FR/879

Verder in 2006 nr.7/8

 (Middellijke) vertegenwoordiging bij beleggingsfondsen

Het land der beleggingsinstellingen is verdeeld in twee provincies. Aan de ene kant vindt men er de provincie van beleggingsmaatschappijen. Dit zijn rechtspersonen die voor eigen rekening belegg...

 Het jaarverslag 2005 van De Nederlandsche Bank N.V.

In de algemene vergadering van vandeelhouders van 10 mei jl. presenteerde de directie van De Nederlandsche Bank N.V. (‘DNB’) haar jaarverslag over 2005. In het verslag, met als sluitstuk de jaar...

 Markttoetreding financiële dienstverleners: verbod en vergunningverlening ingevolge de Wet financiële dienstverlening

Met de Wet financiële dienstverlening (‘Wfd’) is vastgelegd aan welke kwaliteitskenmerken financiële dienstverleners en hun financiële dienstverlening moeten voldoen. De doelstelling van de Wfd ...

 Analyse van integriteitrisico’s bij cliëntacceptatie in de trustbranche; Een constante monitoring van cliënten in de trustbranche

Sinds 1 maart 2004 is de Wet toezicht trustkantoren (Wtt)1 van kracht en is De Nederlandsche Bank (DNB) aangewezen als toezichthouder. Ter uitvoering van zijn taak heeft de toezichthouder onder ...

 Rondom het nieuws; Papier hier, dank u wel!

Zelden zal een hoogleraar sneller praktisch succes hebben geoogst met zijn oratie dan mijn collega Wouter Kalkman, bijzonder hoogleraar Verzekeringsrecht aan de UvA en tevens werkzaam bij ING. I...