Tijdschrift voor Financieel Recht 2006 nr. 7/8

Vonnissen Rechtbank (anoniem/Friesland Bank)

mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. A.R. Filius

De bank had eisers voor in totaal NLG 6 miljoen aan beleggingskrediet verschaft, waarmee door eisers op speculatieve wijze en met verlies is belegd. Eisers hielden de bank aansprakelijk voor hun verliezen, met het argument dat de bank haar zorgplicht had geschonden. De rechtbank overwoog dat de omvang van de zorgplicht afhangt van de omstandigheden van het geval, waaronder de aard van de relatie. In casu was niet duidelijk of er sprake was van een beleggingsadviesrelatie

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

of van een execution only-relatie. De bank rekende voor beleggingsadvies en execution only dezelfde tarieven, waardoor de onduidelijkheid verder werd vergroot. Eisers gaven louter orders door, die steeds zonder meer werden uitgevoerd, maar er hadden ook gesprekken plaatsgevonden waarbij de bank actief meedacht. De rechtbank kwam dan ook tot de conclusie dat de relatie tussen partijen elementen van een beleggingsadviesrelatie en van een execution only-relatie bevatte. Op grond daarvan kwam de rechtbank tot de conclusie dat er geen reden was een verzwaarde dan wel een verminderde zorgplicht aan te nemen. De rechtbank verwierp het betoog van eisers dat de bank pas sinds 2002 een risicoprofiel heeft vastgelegd. In de eerste plaats bestond de verplichting om informatie over cliënten schriftelijk vast te stellen pas vanaf 1 januari 2002. Dat eisers pas vanaf juni 2002 hun medewerking wilden verlenen aan herhaalde verzoeken van de bank om tot een risicoprofiel te komen, kon de bank naar de mening van de rechtbank niet worden aangerekend. In de tweede plaats bestond de informatie om inlichtingen in te winnen al wel voor 1 januari 2002, maar aan die verplichting was naar de mening van de rechtbank voldaan omdat de bank zich bij aanvang van de relatie al op de hoogte had gesteld van de omstandigheden van eisers. Eisers verweten de bank voorts dat er langdurige dekkingstekorten zijn geweest in hun portefeuilles en dat de bank tijdens die tekorten op grote schaal nieuwe marginverhogende verliesgevende transacties had toegestaan, in strijd met artikel 28 NR. In de procedure was vast komen te staan dat partijen verschillende methoden hanteerden voor het berekenen van dekkingstekorten. De rechtbank volgde de bank in haar standpunt dat saldi van verschillende rekeningen mogen worden meegeteld, evenals de kredietruimte die een cliënt op basis van een kredietovereenkomst heeft. Eisers hadden bij het bepalen van hun dekkingstekorten kennelijk ook de saldi betrokken van de rekeningen die voor aanzuivering van de tekorten op de effectenrekeningen waren gebruikt. Die rekeningen vertoonden uiteraard een lager saldo, omdat daarvan immers bedragen waren overgeboekt naar de effectenrekening. Zou men die lagere saldi vervolgens gaan meetellen bij het bepalen van de dekkingstekorten, zou er per definitie nooit tot enige aanzuivering kunnen worden gekomen, aldus de rechtbank. Uitgaande van de berekeningswijze van de bank concludeerde de rechtbank dat er weliswaar perioden van dekkingstekort zijn geweest, maar tegelijkertijd constateerde de rechtbank dat die tekorten binnen de daarvoor gestelde termijn steeds waren aangezuiverd. Ten aanzien van het verwijt dat de bank onvoldoende zou hebben gewaarschuwd voor de risico’s van beleggen met geleend geld overwoog de rechtbank enerzijds dat de bank bij aanvang van de relatie informatie over eisers had ingewonnen, op grond waarvan de bank mocht concluderen met ervaren beleggers te maken te hebben, terwijl de bank ook de terugbetalingscapaciteit van eisers was nagegaan en ten slotte, aldus de rechtbank, hadden eisers een optieovereenkomst getekend waarin was opgenomen dat zij zich bewust waren van de aan optiehandel verbonden risico’s. Anderzijds was de rechtbank van mening dat deze omstandigheden de bank niet ontsloegen van haar verplichting zich ervan te vergewissen dat eisers zich bewust waren van het feit dat de dekking van het neerwaartsekoersrisico niet meer aanwezig was bij het steeds maar weer orders plaatsen. Omdat de bank nimmer blijk heeft gegeven enig signaal te hebben doen uitgaan richting eisers, kwam de rechtbank tot de conclusie dat de bank op dat punt haar zorgplicht had geschonden. Daarnaast had de bank uitvoering gegeven aan overboekingsopdrachten van eisers waarmee in feite extra kredietfaciliteiten werden verstrekt, zonder dat de bank eisers had gewezen op de grotere risico’s die daardoor werden gelopen. Op basis van deze twee zorgplichtschendingen verklaarde de rechtbank voor recht dat de bank toerekenbaar tekort is gekomen in de nakoming van haar verplichtingen jegens eisers. De rechtbank meende evenwel ook dat de schade mede door toedoen van eisers zelf is ontstaan. Eisers hadden er zelf voor gekozen om met geleend geld te gaan beleggen, terwijl zij wisten wat de risico’s daarvan waren. Verder hadden eisers, hoewel zij kennelijk van mening waren dat de administratieve en financiële situatie bij de bank niet goed was, nimmer om opheldering gevraagd. De rechtbank overwoog dat 20% van de schade voor rekening van eisers moest blijven en verwees de zaak naar de schadestaatprocedure ter bepaling van de omvang van de schade.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Jurisprudentie
Organisatie
Rechtbank Leeuwarden
Auteurs
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. A.R. Filius
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Onderwerp
Beleggen met geleend geld; zorgplicht
Bron
JOR 2006/154
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:FR/882

Verder in 2006 nr.7/8

 (Middellijke) vertegenwoordiging bij beleggingsfondsen

Het land der beleggingsinstellingen is verdeeld in twee provincies. Aan de ene kant vindt men er de provincie van beleggingsmaatschappijen. Dit zijn rechtspersonen die voor eigen rekening belegg...

 Het jaarverslag 2005 van De Nederlandsche Bank N.V.

In de algemene vergadering van vandeelhouders van 10 mei jl. presenteerde de directie van De Nederlandsche Bank N.V. (‘DNB’) haar jaarverslag over 2005. In het verslag, met als sluitstuk de jaar...

 Markttoetreding financiële dienstverleners: verbod en vergunningverlening ingevolge de Wet financiële dienstverlening

Met de Wet financiële dienstverlening (‘Wfd’) is vastgelegd aan welke kwaliteitskenmerken financiële dienstverleners en hun financiële dienstverlening moeten voldoen. De doelstelling van de Wfd ...

 Analyse van integriteitrisico’s bij cliëntacceptatie in de trustbranche; Een constante monitoring van cliënten in de trustbranche

Sinds 1 maart 2004 is de Wet toezicht trustkantoren (Wtt)1 van kracht en is De Nederlandsche Bank (DNB) aangewezen als toezichthouder. Ter uitvoering van zijn taak heeft de toezichthouder onder ...

 Rondom het nieuws; Papier hier, dank u wel!

Zelden zal een hoogleraar sneller praktisch succes hebben geoogst met zijn oratie dan mijn collega Wouter Kalkman, bijzonder hoogleraar Verzekeringsrecht aan de UvA en tevens werkzaam bij ING. I...