Het bestemmingsplan buitengebied. Preadvies voor de jaarvergadering van de Vereniging voor Agrarisch Recht 2011
prof. mr. D.W. Bruil*
In 1997 gaf Fortgens een overzicht van de jurisprudentie inzake het bestemmingsplan buitengebied.1 Het ging daarbij om een analyse van de Kroonjurisprudentie over de periode 1992-1997. Als men dat artikel leest lijkt het veel langer geleden dan veertien jaar: het was een andere wereld. De Kroon is als rechtsprekend orgaan verdwenen.2 Veel ruimtelijke ordeningsspecialisten hebben dit betreurd, aangezien de rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak, die het overnam, te weinig inhoudelijk gevonden werd. Gesproken werd over
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
de Awb-isering van het ruimtelijk bestuursrecht. De rechtspraak is veranderd, maar uiteraard is ook de wetgeving sindsdien ingrijpend gewijzigd. We hebben een compleet vernieuwde Wet ruimtelijke ordening gekregen en tot overmaat van ramp is daar eind 2010 nog eens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) overheen gekomen.3
Aan de nieuwe wetgeving als zodanig zal in dit preadvies geen verdere aandacht worden besteed. Het gaat vooral om rechtspraak, die invulling geeft aan vragen rond het bestemmingsplan. Daarbij zal geen aandacht worden besteed aan meer algemene ruimtelijke ordeningsvraagstukken, zoals: wat is de binding van het streekplan c.q. structuurvisie, welke bestemmingsplantechnieken zijn getoetst en aanvaardbaar,4 in hoeverre dient een wijzigingsbevoegdheid objectief begrensd te zijn, overgangsrechtelijke kwesties enzovoorts. Het zal vooral gaan over de materieelrechtelijke aspecten die van belang zijn voor de landbouw. Daarvoor kan men immers niet terecht bij de meer algemene handboeken over ruimtelijke ordening of – bijvoorbeeld – de jurisprudentie zoals die in de tijdschriften voor bouwrecht wordt gepubliceerd.5 Het is voor een eenvoudig preadviseur onmogelijk om alle aspecten van het bestemmingsplan buitengebied uitputtend te behandelen. Invoering van de trefwoorden ‘bestemmingsplan buitengebied’ op www.rechtspraak.nl levert meer dan 4.300 treffers op. Ik ben als volgt te werk gegaan. Er is begonnen met de nieuwste rechtspraak, waarna in de tijd teruggegaan is. Als een speciaal thema mij interessant of actueel leek, is dat verder uitgediept. Zo kan het voorkomen dat een bepaald onderwerp relatief veel aandacht krijgt. Voorbeelden daarvan zijn de problematiek van de bouwpercelen en de geurhinder. Alleen al dat laatste onderwerp vergt een uitvoerige behandeling, niet alleen omdat geurhinder vaak een rol speelt bij ruimtelijke beslissingen, maar ook omdat er nogal wat beweging zit in de rechtspraak daarover. Soms heb ik dan ook ruim geciteerd uit de voorhanden uitspraken. Daar staat tegenover dat aan andere onderwerpen geen of weinig aandacht is besteed.
In het algemeen is opvallend dat het aantal onderzoeksverplichtingen hand over hand is toegenomen ten opzichte van de jaren negentig van de vorige eeuw. De milieueffectrapportage6 en het onderzoek naar de (economische) uitvoerbaarheid7 bestaan natuurlijk al langer, maar een bestemmingsplan kan nu vaak niet meer worden opgesteld zonder een watertoets,8 een akoestisch onderzoek,9 luchtkwaliteitsonderzoek,10 passende beoordeling,11 archeologisch onderzoek,12 onderzoek flora en fauna,13 enzovoorts. Het spreekt vanzelf dat dergelijke onderzoeken een belangrijke rol spelen bij de onderbouwing van een ruimtelijke beslissing en ook dat zij vaak het aangrijpingspunt vormen voor discussie bij de rechter. Toch is het ook weer niet zo, dat het ontbreken van onderzoek automatisch tot een vernietiging van het
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.