Wie ordent de ruimte in het landelijk gebied? Een concurrentie van bevoegdhedenPreadvies voor de jaarvergadering van de Vereniging voor Agrarisch Recht 2011
mr. P.P.A. Bodden*
1
Dit preadvies ziet op de ruimtelijke ordening in het landelijk gebied (het buitengebied). Nu in het elders in dit tijdschrift opgenomen preadvies het bestemmingsplan van de gemeente centraal staat,2 zal ik mij richten op de hogere overheidsniveaus (rijk en provincie). Voorts zal ik de verhouding tussen de provincie en de gemeente centraal stellen.
Aan de (nieuwe) Wet ruimtelijke ordening (die op 1 juli 2008 in werking is getreden) ligt onder andere het beginsel van het
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
meest geschikte overheidsorgaan ten grondslag. Dit beginsel wordt ook wel aangeduid met het adagium ‘centraal wat moet, decentraal wat kan’. Hoe worden op de verschillende overheidsniveaus de bevoegdheden van de Wet ruimtelijke ordening aangewend teneinde het beleid voor het landelijk gebied te realiseren? In dit preadvies zal ik deze vraag centraal stellen. Het is niet mijn bedoeling om deze vraag uitputtend te beantwoorden. Dat vergt een proefschrift in plaats van een preadvies. Ik wil met name de aandacht vestigen op een aantal juridische vragen die rijzen bij een analyse van de huidige praktijk. Op basis van deze vragen zullen, zoals gebruikelijk, tijdens de jaarvergadering van de Vereniging voor Agrarisch Recht3 stellingen geponeerd worden.
Teneinde enige afbakening aan te brengen en oeverloze verhandelingen over de verschillende beleidsthema’s in het buitengebied te voorkomen, zal ik een en ander behandelen aan de hand van een thema dat de gemoederen in het landelijk gebied thans stevig bezig houdt, te weten de regulering van de (grootschalige) intensieve veehouderij.4 Voor wat betreft het provinciaal beleid zal ik mij in hoofdzaak beperken tot twee provincies: een provincie buiten de concentratiegebieden als bedoeld in de Reconstructiewet concentratiegebieden5 (te weten Groningen) en een provincie waarin een concentratiegebied is gelegen (namelijk Noord-Brabant). Gezien deze aanpak zal ik mijn bevindingen genuanceerd moeten presenteren. Zou een andere afbakening gekozen zijn, dan zouden de bevindingen immers anders zijn. Niettemin zullen enkele tendensen beschreven worden die algemeen zijn. Gelet op de actualiteit, krijgt het provinciale beleid en de relatie tot het gemeentelijk beleid relatief veel aandacht.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.