Nederlands Tijdschrift voor Energierecht 2011 nr. 3

Directe aanspraken vanderden op de deelnemers in een upstream joint venture. Enkele significante verschillen tussen Nederland, Engeland en de Verenigde Staten

mr. D.M.J.M. Otterbeek en mr. J.J.H. Joosten1

Dit artikel vergelijkt de civielrechtelijke aansprakelijk­heid van non-operators in een upstream joint venture je­gens derden in Nederland, Engeland en de Verenigde Staten op grond van hetzij een overeenkomst hetzij een onrechtmatige daad. Een actueel voorbeeld van een si­tuatie waarin deze vraag zich voordoet is het Macondo/Deepwater Horizon incident. De conclusie luidt dat Ne­derlands recht en Amerikaans recht in grote lijnen tot vergelijkbare uitkomsten kunnen leiden, terwijl Engels recht daar significant van afwijkt. 1. Inleiding Dit artikel

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

gaat over de civielrechtelijke aansprakelijkheid van deelnemers in een contractuele joint venture voor de ex­ploitatie van olie- of gasvelden (een zogenaamde ‘upstream’ joint venture) jegens derden op grond van hetzij een over­eenkomst hetzij een onrechtmatige daad. Het Nederlandse recht zal op deze punten worden vergeleken met het Engelse en het Amerikaanse recht. We zullen ons grotendeels beper­ken tot contractuele joint ventures, omdat daar in de prak­tijk het meeste gebruik van wordt maakt. Het artikel zal niet gaan over algemene opruim- en schoonmaakverplichtingen jegens de overheid, of het opleggen van administratief- of strafrechtelijke sancties. Het gaat alleen om de civielrechte­lijke aansprakelijkheid jegens derden, en dan vooral om de vraag of derden die schade lijden alleen de ‘beherende’ part­ner, of juist alle joint venture partners al dan niet hoofdelijk kunnen aanspreken. Een sprekend voorbeeld van een situa­tie waarin deze vragen een grote rol spelen is natuurlijk de ‘blow-out’ van de Macondo/Deepwater Horizon put van BP in de Golf van Mexico, waarin niet alleen BP maar ook haar joint venture partners – Mitsui en Anadarko – aansprakelijk worden gehouden.2

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
mr. D.M.J.M. Otterbeek en mr. J.J.H. Joosten1
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:NTE/9312

Verder in 2011 nr.3

 Voorwoord

In de artikelen in deze aflevering staat de aansprakelijkheidsvraag centraal, eerst de aanspra­kelijkheid van houders van een vergunning voor CO2-opslag, vervolgens de aansprakelijk­heid van non-op...

 CO2-opslag in Nederland:wie is bereid het financiëlerisico te dragen?

werd als argument aangedragen dat voor dit project onvol­doende draagvlak aanwezig was. Behalve een voldoende maatschappelijk draagvlak, zal de overheid zich tevens moeten verzekeren van voldoende ...

 Directe aanspraken vanderden op de deelnemers in een upstream joint venture. Enkele significante verschillen tussen Nederland, Engeland en de Verenigde Staten

Dit artikel vergelijkt de civielrechtelijke aansprakelijk­heid van non-operators in een upstream joint venture je­gens derden in Nederland, Engeland en de Verenigde Staten op grond van hetzij een o...

 Smart Grids - het juridischkader en de praktijk. Verslag NeVER bijeenkomst 10 maart 2011

Op 10 maart 2011 vond ten kantore van Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn te Den Haag een bijeenkomst plaats van de Nederlandse Vereniging voor Energierecht (NeVER). Frits Wattjes en Marijke Bootsm...

 ‘Ceci n’est pas uneligne directe’

Annotatie bij uitspraak College van Beroep voor het bedrijfsleven van 15 december 2010 – LJN BO8299 Inleiding De hier besproken uitspraak betreft het beroep dat was in­gesteld tegen de weigering ...

 Compensatievergoedingen doorstaan toerekeningstoetsex art. 6:98 BW. Een logische of verrassende uitkomst?

Annotatie bij: Hoge Raad 29 april 2011, 10/02729, LJN BQ2935, inzake Bouwcombinatie BR-4 V.O.F. c.s., eiseressen tot cassatie, tegen Liander N.V., verweerster in cassatie

 Actualiteiten en signaleringen

Rapporten en overige publicaties In deze rubriek worden jaarverslagen, rapporten en overige publicaties besproken die inzicht bieden in de energiesector c.q. de ontwikkelingen van het energie­rech...