Nederlands Tijdschrift voor Energierecht 2011 nr. 5/6

Wijziging van deMijnbouwwet: mooie nazomer of nieuwe lente?

mr. drs. L.A. Zima en mr. G.A. Vriezen*

Al sinds een aantal jaren wordt er herhaaldelijk op gewezen dat de Nederlandse gasreserves blijven slinken en niet in voldoende mate door nieuwe vondsten worden vervangen. Tegelijkertijd wordt steeds duidelijker dat aardgas nog lange tijd een belangrijke rol zal spelen in de energievoorziening van Nederland en van Europa en waarschijnlijk meer zal zijn dan een transitiebrand­stof, zoals in de afgelopen jaren wel werd gedacht. Er is de overheid dan ook veel aan gelegen dat nog zo

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

veel mogelijk van de resterende gasreserve wordt opgespoord en gewonnen. Ondanks het al sinds de jaren zeventig bestaande kleineveldenbeleid op grond waarvan de winning van kleinere gasvelden voorrang heeft boven productie uit het grote Slochterenveld in Groningen, dat als balansveld dient, bevinden de opsporings- en winningsactiviteiten in Nederland zich al jaren op een relatief laag niveau. Door het openstellen van langdurig bezette gebieden en met behulp van aantrekkelijkere financiële voorwaarden in de Mijnbouwwet probeert men nu de industrie ertoe te bewegen ook kleine, risico­volle en technisch moeilijk te ontwikkelen voorkomens op te sporen en te ontginnen. Ook hoopt men door het beschikbaar maken van gebieden, waaronder uitgepro­duceerde velden, de mogelijkheden voor opslagactivitei­ten te vergroten. Een activiteit die nog in de kinderschoenen staat is de opslag van CO2 in de ondergrond. Afgezien van relatief kleinschalige CO2-injectie offshore is er in Nederland tot nog toe geen enkel project op dat gebied daadwerkelijk van de grond gekomen. Na het afblazen van de pilot projecten die in Barendrecht en Geleen zouden worden uitgevoerd en van de plannen rond CO2-opslag in Gro­ningen of Drenthe lijken CO2-opslagprojecten onshore voorlopig niet meer aan de orde. Er is een wetsontwerp aangenomen dat strekt tot implementatie van de Euro­pese CCS-richtlijn, doch het is de vraag of deze wetswij­ziging de daadwerkelijke ontwikkeling van CO2-afvang en –opslag (hierna: CCS) in Nederland veel dichterbij brengt. 1. Inleiding Naar aanleiding van een evaluatie van de vijf jaar oude Mijnbouwwet1, zoals voorgeschreven in art. 191, kondig­de de toenmalige minister van Economische Zaken, Ma­ria van der Hoeven, begin 2008 aan dat zij in het kader van de maximale ontwikkeling van kleine velden het activitei­tenniveau van mijnbouwbedrijven wilde verhogen door zgn. ‘slapende’ vergunningsgebieden voor derden beschikbaar te maken, als de bestaande vergunninghouders zelf geen activi­teiten zouden ondernemen. Zij beoogde dit te bereiken door het afsluiten van een convenant met de mijnbouwbedrijven, op basis waarvan vergunninghouders eerst de kans zouden krijgen hun activiteitenniveau binnen het vergunningsgebied te verhogen en vervolgens delen van het vergunningsgebied aan derden over zouden dragen, als zij zelf daarin niet actief wilden worden. Daarnaast zou er een wijziging van de Mijn­bouwwet komen die het mogelijk zou maken delen van ver­gunningsgebieden in te trekken, zodat derden deze voor op­sporings-, winnings- of opslagactiviteiten zouden kunnen aanvragen. Ook voorzag zij een wijziging van de bepalin­gen in de Mijnbouwwet over opslag, in de verwachting dat de ondergrond in de toekomst steeds meer voor opslag van aardgas en CO2 zou worden gebruikt. In 2009 loste zij deze belofte al in en werd een wijziging van de Mijnbouwwet2 op beide onderdelen ingediend en door beide kamers aangenomen. Om een actievere benutting van gebieden te bevorderen werd het recht van de minister om delen van vergunningen in te trekken geïntroduceerd en werd een additionele investeringsaftrek ingevoerd3 die bei­de hierna zullen worden besproken. De bepalingen inzake de investeringsaftrek zijn op 16 september 2010 in werking getreden, terwijl de overige wijzigingen al op 1 januari 2010 van kracht zijn geworden. Dat had te maken met de goed­keuring van de Europese Commissie van deze bepalingen die op grond van de Europese regelgeving voor staatssteun moest worden ingewonnen. Rond die eerste datum werd ook het convenant tussen de minister en de mijnbouwbedrijven gesloten, waarin afspraken zijn gemaakt over teruggave van gebieden op vrijwillige basis. De bedrijven hadden hun be­reidheid het convenant te ondertekenen afhankelijk gemaakt van inwerkingtreding van bepalingen ter verbetering van het mijnbouwklimaat voor marginale en moeilijk winbare gas­voorkomens. Voorts zijn bij de bovengenoemde wetswijziging een aantal bepalingen aan de Mijnbouwwet toegevoegd met betrekking tot opslag. Die bepalingen hebben deels specifiek betrekking op opslag van koolwaterstoffen (met name aardgas) en deels op opslag in het algemeen. Een wetswijziging specifiek met betrekking tot de opslag van CO2 is op 10 september jl. in werking getreden. Het doel van de laatstgenoemde wetswij­ziging is de implementatie van zowel richtlijn 2009/31/EG betreffende de geologische opslag van kooldioxide4 (hierna: de CCS-richtlijn), als OSPAR Decision 2007/2.5 De CCS-richtlijn is onderdeel van het klimaatbeleid van de Europese Unie, dat er onder meer op is gericht de uitstoot van broei­kasgassen te verminderen om zo klimaatverandering tegen te gaan. De nieuwe bepalingen met betrekking tot opslag en de wet tot implementatie van de CCS-richtlijn zullen wor­den besproken in paragraaf III. Dit artikel wordt afgesloten met een conclusie.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
mr. drs. L.A. Zima en mr. G.A. Vriezen*
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:NTE/9612

Verder in 2011 nr.5/6

 Voorwoord

Met dit dubbelnummer rondt de redactie het NTE 2011 af. Dit keer geen dubbelnummer van­wege extra artikelen, maar wel twee verslagen van bijeenkomsten van de NeVER en een annotatie.

 Afvang, transport en -opslag van CO2. Een analyse van de keten.

Op 25 juni 2009 is Richtlijn 2009/31/EG inzake de geologi­sche opslag van kooldioxide in werking getreden.1 De richt­lijn maakt deel uit van het zogeheten EU klimaat- en ener­giepakke...

 Wijziging van deMijnbouwwet: mooie nazomer of nieuwe lente?

Al sinds een aantal jaren wordt er herhaaldelijk op gewezen dat de Nederlandse gasreserves blijven slinken en niet in voldoende mate door nieuwe vondsten worden vervangen. Tegelijkertijd wordt stee...

 Presentatie concept preadvies ‘Energie en Eigendom’. Verslag NeVER bijeenkomst 7 juni 2011

Op verzoek van de NeVER wordt het preadvies ‘Energie en Eigendom’ geschreven. Het concept van dat preadvies is op 7 juni 2011 gepresenteerd tijdens een bijeenkomst op het kantoor van gastheer GDF S...

 De implementatiemaatregelen van het Derde Pakket. Verslag NeVER bijeenkomst 14 september 2011

Op 14 september 2011 vond ten kantore van de NMa te Den Haag een bijeenkomst plaats van de Nederlandse Vereniging voor Energierecht met als thema ‘De im­plementatiemaatregelen van het Derde Pakket’...

 Capaciteitsreservering gedekt door investeringsverdrag

Annotatie bij uitspraak Hof van Justitie van de Europese Unie arrest van 15 september 2011, zaak C-264/09, Commissie/Slowakije Inleiding In deze zaak komen enkele interessante thema’s samen: de o...

 Actualiteiten en signaleringen

Rapporten en overige publicaties In deze rubriek worden jaarverslagen, rapporten en overige publicaties besproken die inzicht bieden in de energiesector c.q. de ontwikkelingen van het energie­rech...