WKO-installaties in de praktijk: reden tot koudwatervrees?
mr. M. van Heeren en mr. T.H.G. Paffen*
De laatste tijd wordt bij nieuwbouw van een winkelcentrum of een kantoorgebouw steeds vaker gekozen voor een warmte-koude-opslaginstallatie (hierna: WKO-installatie). Warmte- koudeopslag is een methode om energie in de vorm van warmte of koude op te slaan in de bodem en wordt gebruikt om gebouwen te verwarmen en/of te koelen. Het systeem heeft zowel voor- als nadelen. Voordelen zijn onder meer dat een WKO-installatie een duurzame vorm van energie is met een veel lager CO2-uitstoot
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
en elektriciteitsverbruik. Daarnaast zou een WKO-installatie een lange levensduur moeten hebben en lage onderhoudskosten. De nadelen worden met name veroorzaakt door de onbekendheid met (de gevolgen van) het systeem en dat het vergunningplichtig is.1 Op grond van de Waterwet is namelijk een vergunning nodig voor open WKO-systemen2 die grondwater onttrekken. De provincie geeft deze vergunningen af. De bedoeling is dat ook zogenaamde gesloten WKO-systemen vergunningplichtig worden. Momenteel wordt namelijk gewerkt aan nieuwe regelgeving voor bodemenergiesystemen, te weten: het Besluit Bodemenergiesystemen.3 Voorts is van belang de thans bij de Tweede Kamer in behandeling zijnde Warmtewet, die gebonden warmteverbruikers beoogt te beschermen tegen hoge tarieven, onder meer door invoering van het ‘Niet Meer Dan Anders-principe’ (hierna: NMDA-principe).4 Het NMDA-principe betreft het uitgangspunt dat voor de warmtelevering een zodanig tarief wordt gevraagd dat de warmteverbruiker gemiddeld niet meer betaalt dan in een vergelijkbare situatie met gas. Hoewel de Warmtewet waarschijnlijk voor het merendeel van de huurders van bedrijfsruimte niet van toepassing zal zijn, zal toch in deze bijdrage bij die wet stilgestaan worden. In huurovereenkomsten van een nieuw te bouwen bedrijfsruimte met een WKO-installatie wordt namelijk veelal vastgelegd dat de huurder verplicht is om met de exploitant van de WKO-installatie een leveringsovereenkomst aan te gaan. Ook dan gaat het veelal om één aanbieder en ontbreekt in feite een eerlijke marktwerking. In deze bijdrage zal eerst in worden gegaan op de situaties dat de WKO-installatie wel dan wel niet tot het gehuurde zal gaan behoren. Dit laatste doet zich voor als ten behoeve van een derde – de WKO-exploitant – een recht van opstal met betrekking tot de WKO-installatie wordt gevestigd. Verder zullen enkele aandachtspunten, te weten de informatievoorziening en communicatie en de gefaseerde oplevering/ingebruikname door huurder en de (eventuele) onderzoeksplicht van de huurder van bedrijfsruimte met betrekking tot de WKO-installatie, kort worden behandeld. Vervolgens zal de Warmtewet worden besproken, waarna het artikel zal worden afgesloten met een beknopte samenvatting.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.