Vrij verkeer van diensten voor verzekeraars en pensioeninstellingen: Solvency II basic en de verplichtstelling
mr.dr. H. van Meerten*
In dit artikel zal aan de hand van recente rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie en aan de hand van een aantal voorbeelden ingegaan worden op recente ontwikkelingen aangaande de door het EU-Verdrag gegarandeerde vrijheid van diensten en de mogelijke onverenigbaarheid van enkele nationale bepalingen met deze vrijheid. Het gaat om elementen van Solvency II basic en de verplichtstelling.
1. Inleiding
Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: VWEU)
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
bepaalt in art. 49:
‘In het kader van de volgende bepalingen zijn beperkingen van de vrijheid van vestiging voor onderdanen van een lidstaat op het grondgebied van een andere lidstaat verboden. Dit verbod heeft eveneens betrekking op beperkingen betreffende de oprichting van agentschappen, filialen of dochterondernemingen door de onderdanen van een lidstaat die op het grondgebied van een lidstaat zijn gevestigd.’
In art. 56 VWEU valt te lezen dat:
‘In het kader van de volgende bepalingen zijn de beperkingen op het vrij verrichten van diensten binnen de Unie verboden ten aanzien van de onderdanen der lidstaten die in een andere lidstaat zijn gevestigd dan dat, waarin degene is gevestigd te wiens behoeve de dienst wordt verricht.’
Deze bepalingen vormen de basis van het vrij verkeer van vestiging en het vrij verkeer van diensten in de Europese Unie.
Het belang van deze bepalingen in de praktijk is groot en dat lijkt, zoals hierna zal blijken, niet altijd te worden onderkend. In de eerste plaats worden de vrij verkeer bepalingen in de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof) ruim en vaak toegepast. In de tweede plaats hebben de vrij verkeer bepalingen een grote invloed op niet door specifieke richtlijnen en verordeningen gereguleerde activiteiten van verzekeraars1 en pensioeninstellingen.
In dit artikel zal aan de hand van recente rechtspraak van het Hof en aan de hand van een aantal voorbeelden ingegaan worden op dit belang. Ten eerste zal aandacht worden besteed aan het zogeheten Solvency II basic regime. Ten tweede zal ingegaan worden op de zogeheten ‘verplichtstelling’. Betoogd zal worden dat enkele voor de Nederlandse pensioen- en verzekeringssector (zeer) relevante bepalingen op gespannen voet met deze vrijheden lijken te staan.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.