Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte 2012 nr. 5

De exploitatieplicht van de huurder

mr. M.J. Terstegge en mr. T.H.G. Steenmetser*

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

In tijden dat het economisch minder gaat komt de exploita­tieplicht van de huurder altijd prominent naar voren. De ver­huurder beweert er groot belang bij te hebben dat het ge­huurde daadwerkelijk gebruikt wordt, terwijl de huurder er om bedrijfseconomische redenen liever voor kiest om de ex­ploitatie van zijn bedrijf in het gehuurde te staken. Indien de huurder zijn exploitatie daadwerkelijk staakt, zal de ver­huurder de huurder in veel gevallen willen dwingen om toch in het gehuurde te exploiteren. Daarvoor zal de verhuurder meestal een beroep doen op art. 7:213 BW, het goed huur­derschap, en, indien van toepassing op de exploitatiever­plichting die uit de huurovereenkomst voortvloeit. De vraag is echter of de verhuurder de huurder op grond van art. 7:213 BW wel tot exploitatie kan dwingen en of een con­tractuele exploitatieplicht onder alle omstandigheden stand­houdt. In dit artikel zal aan de hand van de meest relevante juris­prudentie aandacht worden besteed aan de exploitatieplicht van de huurder waarbij de volgende onderwerpen zullen worden behandeld: ––het belang van de verhuurder bij exploitatie van het gehuurde; ––exploitatieplicht op grond van het goed huurderschap ex art. 7:213 BW; ––exploitatie op grond van de overeenkomst; ––behoorlijke exploitatie; ––gebruik conform de (contractuele) bestemming; ––procesrechtelijke aspecten; ––voortijdig staken van de exploitatie.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
mr. M.J. Terstegge en mr. T.H.G. Steenmetser*
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvHB/10085

Verder in 2012 nr.5

  Voorwoord

In deze editie schrijft mr. M.E. Koolen over de voorwaardelijke verzoekschriftprocedure. Het Hof Arnhem heeft in juli 2011 geoordeeld dat een verzoek op grond van art. 7:230a BW tot verlenging van ...

 De voorwaardelijke verzoekschriftprocedure ex art. 7:230a BW

Op 5 juli 2011 heeft het gerechtshof Arnhem1 in een be­schikking geoordeeld dat een verzoek ex art. 7:230a BW tot verlenging van de termijn waarbinnen ontruiming door de huurder niet ver...

 Verhuis- en inrichtingskosten: een definitiestrijd met proces­rechtelijke complicaties

De aanspraken van de huurder op een tegemoetkoming van de verhuis- en inrichtingskosten bij opzegging van de huurovereenkomst bedrijfsruimte zijn bij de wets­wijziging in 2003 verruimd. Art. 7:297 ...

 Wetgeving in voorbereiding: sancties op het ontbreken van een energielabel bij koop en huur

Op dit moment ligt in de Tweede Kamer het wetsvoorstel Wet kenbaarheid energieprestatie gebouwen (hierna: Wkeg) ter behandeling. De Wkeg is op 16 december 2011 inge­diend en is een im...

 De exploitatieplicht van de huurder

In tijden dat het economisch minder gaat komt de exploita­tieplicht van de huurder altijd prominent naar voren. De ver­huurder beweert er groot belang bij te hebben dat het ge­huurde ...

 Actualiteiten

Wet- en Regelgeving