Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte 2012 nr. 6

Gerechtvaardigde verrijking? Over de houdbaarheid van het uitsluiten van een beroep op vergoeding uit hoofde van ongerechtvaardigde verrijking

mw. mr. F.C. Borst*

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

De in augustus 2003 ingevoerde huurwetgeving bena­drukt in art. 7:216 lid 3 BW dat aan een huurder ter zake van geoorloofde veranderingen en toevoegingen die aan het einde van de huur niet ongedaan gemaakt hoeven worden, een vordering uit hoofde van ongerecht­vaardigde verrijking toekomt. De meeste huurover­eenkomsten voor bedrijfsruimte sluiten een beroep op ongerechtvaardigde verrijking echter uit. Maar houdt zo’n uitsluiting wel stand? Ik waag dat te betwijfelen. 1. Inleiding Over de mogelijkheden van een huurder om onder het sedert 1 augustus 2003 geldende recht een beroep te doen op ver­goeding voor door hem aangebrachte en achtergelaten wij­zigingen uit hoofde van ongerechtvaardigde verrijking is in de afgelopen jaren al behoorlijk wat geschreven.1 Het viel me echter op dat de meeste schrijvers er redelijk klakkeloos vanuit gaan dat een beroep op vergoeding uit hoofde van on­gerechtvaardigde verrijking bij huur van bedrijfsruimte con­tractueel kan worden uitgesloten. Ik denk echter dat als er ècht sprake is van ongerechtvaardigde verrijking (vrijwel al­tijd) ook sprake kan zijn van een situatie waarin het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat de verhuurder een beroep daarop contractueel uitsluit. Dat klinkt voor verhuurders overigens dramatischer dan het in de realiteit zal zijn, want van die situatie zal bepaald niet snel sprake zijn.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
mw. mr. F.C. Borst*
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvHB/10204

Verder in 2012 nr.6

  Voorwoord

De (tussentijdse) beëindiging van huurovereenkomsten is in deze tijden van crisis een hot topic. Mr. N. Eeken en mr. P.K. Oosterling-van der Maarel bespreken in een uitgebreid over­zichtsartikel de...

 Beëindiging van huurovereen­komsten bedrijfsruimte

In tijden van economisch en financieel slecht weer, spre­ken professionele huurders en verhuurders veelvuldig over de mogelijkheden van (tussentijdse) beëindiging van huurovereenkomsten. Een huurde...

 Nieuw 2012 ROZ-model voor 290-bedrijfsruimte. Detailhandel Nederland: voor winkeliers ‘veilig’ om te gebruiken als basis voor onderhandelingen1

Iets meer dan vier jaar na het verschijnen van het vorige ROZ-model voor 290-bedrijfsruimte heeft de ROZ een nieuw model vastgesteld.2 Er is gebroken met een traditie. Niet langer zijn uitsluitend ...

 Huurovereenkomsten gaan op de balans van huurders komen

De verwerking van leaseovereenkomsten (zoals huurover­eenkomsten) in de jaarrekening is al decennia een veelbe­sproken onderwerp. Begin 2013 zullen naar verwachting de International A...

 Gerechtvaardigde verrijking? Over de houdbaarheid van het uitsluiten van een beroep op vergoeding uit hoofde van ongerechtvaardigde verrijking

De in augustus 2003 ingevoerde huurwetgeving bena­drukt in art. 7:216 lid 3 BW dat aan een huurder ter zake van geoorloofde veranderingen en toevoegingen die aan het einde van de huur niet ongedaan...

 Jurisprudentieoverzicht

Jurisprudentieoverzicht betreffende voor de verhuur van bedrijfsruimte relevante uitspraken gepubliceerd – of aan de redactie ter hand gesteld – in de periode 1 augustus 2012 t/m 30 september 2012.