Anticiperen op cassatie aan de hand van een vijftal recente huurarresten
mr. drs. P.A. Fruytier*
Zonder nu meteen schaamteloze reclame te willen maken voor Legal Intelligence (ik heb geen aandelen), leert een paar keer eenvoudig ‘filteren’1 met dat programma dat 60 van de in 2010 op rechtspraak.nl gepubliceerde uitspraken van de Hoge Raad huurgerelateerd waren. In 2011 waren dat er al 69 en in 2012 zelfs 82. In 2010 was daarmee 10,3% van de door de Hoge Raad behandelde zaken huurgerelateerd. Dat steeg in 2011 naar 11,3% en in 2012
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
naar 14,2%.2 Het is dus bepaald niet (en steeds minder) ondenkbaar dat een van uw huurzaken ooit de Hoge Raad bereikt. Door al in eerste aanleg en in hoger beroep voldoende rekening te houden met zowel het (appel)procesrecht als de cassatietoets, kunt u de cassatiekansen voor uw cliënt maximaliseren. Bovendien biedt kennis van de cassatietoets meer inzicht in de reikwijdte van de arresten van de Hoge Raad.
Waar bij die anticipatie op moet worden gelet, vloeit in wezen voort uit de belangrijkste in art. 79 RO neergelegde wettelijke taak van de Hoge Raad. Hij beoordeelt slechts of sprake is geweest van (i) schending van het recht en/of (ii) schending van vormen die met nietigheid zijn bedreigd. Deze laatste categorie bestaat met name uit de gevallen van een onvoldoende motivering. De Hoge Raad treedt dus niet als echte geschilbeslechter op. Die rol is overgelaten aan de lagere (feiten)rechters. De Hoge Raad is slechts hun controleur. Waar de cassatiegrenzen in een concreet geval liggen, wordt daarom niet in de laatste plaats bepaald door de wijze waarop partijen in feitelijke instanties hebben geprocedeerd. Dat bepaalt immers weer waar het hof wel en niet over moet oordelen.
De in de periode 2010-2012 gewezen huurrechtarresten bieden een zee van voorbeelden aan de hand waarvan de cassatiegrenzen en de mate van rekbaarheid daarvan kunnen worden geïllustreerd. Ik heb er een vijftal uitgekozen: Momus II/Bierbrouwerij De Leeuw,3 Gemeente Den Haag/Jacobs c.s.,4 Van der Vliet/Berregratte,5 Van de Meeberg/NS Vastgoed6 en De Haan/Gemeente Rotterdam.7 Aan de hand van die arresten beschrijf ik het onderscheid tussen feitelijke, rechts- en gemengde beslissingen (§ 2) en met welke (appel)procesrechtelijke en cassatietechnische aspecten rekening moet worden gehouden bij de opstelling van de (appel)processtukken (§ 3). In § 4 som ik ten slotte de tien hoofdregels op die bij het anticiperen op cassatie steeds in het oog moeten worden gehouden.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.