Uitzendbureaus en aansprakelijkheid inleners
mr. A. Schouten FB*
In een aantal agrarische sectoren wordt regelmatig gebruik gemaakt van uitzendbureaus voor het flexibel organiseren van arbeid. Regelmatig blijkt echter, dat ingeschakelde uitzendbureaus zich niet aan de regels houden. Misstanden worden in de media breed uitgemeten. Dit lijkt op het eerste gezicht vooral een zaak van het uitzendbureau zelf, maar dit leidt in een aantal situaties ook tot imagoschade voor de hele agrarische sector. Naast dit aspect lopen ondernemers die uitzendbureaus inschakelen aanzienlijke financiële risico’s,
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
indien blijkt dat de door hen ingeschakelde uitzendbureaus zich niet hebben gehouden aan de in Nederland geldende wetten en regels.
Het betreft in de agrarische sector vooral de arbeidsintensieve teelten of teelten met een grote behoefte aan personeel in piekperiodes en/of werkzaamheden waarvoor geen werkzoekende Nederlander meer uit zijn bed wenst te komen. Bijvoorbeeld: champignon-, asperge-, aardbeien-, bloemen- en zacht fruitteelt en de boom- en plantenkwekerij.
De Belastingdienst, het UWV, de vakbonden, de uitzendsector zelf en zeker ook de politiek, hebben de laatste jaren het vizier gericht op uitzendbureaus, detacheerders, handmatige loonbedrijven en ‘zelfstandigen’. Die ‘zelfstandigen’ opereren soms ook met vele (in een geval zelf 592!) collega-‘ondernemers’ samenwerkend in een vennootschap onder firma.1 Die aandacht is vooral groot als er met buitenlandse werknemers wordt gewerkt. Dit heeft onder andere geleid tot een aanscherping van de wettelijke regelingen en de controles op uitzendbureaus.
Met ingang van 1 januari 2012 is de nieuwe Inspectie SZW (waarin de gefuseerde Arbeidsinspectie en de SIOD zijn samengegaan) van start gegaan. Deze inspectie werkt intensief samen met de Belastingdienst, IND, gemeenten, politie, justitie, maar ook met de ABU (Algemene Bond Uitzendondernemingen), SNA (Stichting Normering Arbeid), SNCU (Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten) en daar waar nodig met buitenlandse overheden. De controles zijn inmiddels geïntensiveerd. Het meest gecontroleerd worden bedrijven in de sectoren: bouw, schoonmaak, horeca, intermediairs (o.a. uitzenders, detacheerders, bemiddelaars) en detailhandel.2 De land- en tuinbouw (inclusief de champignonsector) staat van oudsher al onder verscherpt toezicht. Door teruglopende marges en te weinig beschikbaar gemotiveerd personeel zijn er ondernemers in de land- en tuinbouw, die gebruik maken van c.q. hun toevlucht nemen tot het inschakelen van uitzendbureaus die, naar regelmatig blijkt, het niet zo nauw nemen met de Nederlandse regelgeving.
De uitzendbranche zelf, tracht in overleg met de overheidsinstanties door invoering van het SNA-keurmerk en certificeringen, de malafide uitzendondernemingen aan te pakken. Het keurmerk van de Stichting Normering Arbeid (SNA) is daarvan het belangrijkste resultaat. Dit keurmerk geldt voor alle uitzendondernemingen en (onder)aannemers van werk. Het keurmerk is gebaseerd op NEN 4400-1 en NEN 4400-2.3
Om voor het SNA-keurmerk in aanmerking te komen, worden de ondernemingen beoordeeld op naleving van hun verplichtingen uit arbeid, te weten:
––de identificatie van de onderneming;
––de aangifte en afdracht van verschuldigde loonheffingen en omzetbelasting;
––loonbetaling minimaal conform de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml);
––het uitvoeren van identiteitscontrole en controle op het gerechtigd zijn tot het verrichten van arbeid in Nederland;
––het voorkomen van risico’s op aansprakelijkstelling en boetes voortvloeiend uit in- en doorlenen of uitbesteden van werk.
Malafide uitzendbureaus blijven echter ondanks alle inspanningen van de overheid en de sector zelf, hardnekkig de regels overtreden. Dit heeft er toe geleid dat de Nederlandse wetgeving verder is aangescherpt. De focus van de wetgever richt zich niet meer vooral op de uitzendbureaus maar meer en meer op de opdrachtgevers. De verantwoordelijkheid voor het op de juiste wijze inzetten van arbeid van derden wordt vaker dan voorheen bij de opdrachtgever gelegd.
Met betrekking tot de wet- en regelgeving rond de uitzendbureaus zijn onder andere de volgende maatregelen en aandachtspunten te noemen.
Aanscherping van de Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag (WML):
Sinds 1 januari 2010 zijn zowel het uitzendbureau als de inlener hoofdelijk aansprakelijk voor de voldoening van het Nederlandse minimumloon en -vakantiebijslag aan de uitzendkracht. Dit geldt ook voor werknemers die werkzaam zijn bij een buitenlands uitzendbureau. Voor een inlener is het vrijwel onmogelijk te controleren of de uitlener wel aan deze verplichting voldoet. Zeker bij de vaak voorkomende betalingen in ‘natura’ door het uitzendbureau. Natura-betalingen bijvoorbeeld door terbeschikkingstelling van huisvesting, voedsel en vervoer. Een inlener kan onder andere door die ‘in natura-betalingen’ onmogelijk langer zelf controleren of de uitzendkrachten onder het minimumloon beloond. Het risico van ‘onderbetaling’ kan hij enkel uitsluiten of eigenlijk ‘verleggen’ indien hij de werkzaamheden laat verrichten door een door de SNA gecertificeerd uitzendbureau. De WML (Wet minimumloon) is onlangs opnieuw gewijzigd. Als er bij een controle mensen worden aangetroffen die zich min of meer als werknemer gedragen, moet de opdrachtgever/inlener/gebruiker van de tuinbouwkas of van het landbouwperceel bewijzen dat deze mensen nièt bij hem in dienst zijn èn dat zij het minimumloon ontvangen. Lukt dat niet, dan gelden er voor ‘de opdrachtgever’ bij een te laag loon forse boetes: tot maximaal € 10.000,- per werknemer. Daar komt nog een boete van maximaal € 2.000,- bij als de werkgever de minimumvakantietoeslag niet (volledig) betaalt. Door de arbeidsinspectie kan (na)betaling worden afgedwongen, met een dwangsom van maximaal € 500,- per werknemer per dag die kan oplopen tot maximaal € 40.000,- per werknemer, óók dus bij de inlener. Bovendien kan de Inspectie SZW na 2 of 3 overtredingen het werk stilleggen voor maximaal 3 maanden.
Aanscherping van de Wet Arbeid Vreemdelingen:
Als een uitzendkracht niet uit de EU komt (of tot 1-1-2014 afkomstig is uit één van de ‘nieuwe lidstaten’ Roemenië of Bulgarije) moet een tewerkstellings-vergunning zijn afgegeven voor het soort werk dat hij doet. Indien bij een opdrachtgever een illegale werknemer werkzaam is, riskeert deze een boete van € 12.000,- per illegale werknemer (€ 6.000,- voor ondernemers natuurlijk persoon).
Gevolgen van niet naleving CAO-bepalingen:
uitzendkrachten kunnen onder omstandigheden ook de inlener aansprakelijk stellen bij niet naleving van toepasselijke CAO-bepalingen. Deze aansprakelijkheid is dan gebaseerd op een onrechtmatige daad van de inlener. Zo is in art. 37 van de CAO voor de Glastuinbouw 2012-2014. bepaald dat de werkgever die gebruik maakt van uitzendarbeid verplicht is zich er van te vergewissen dat het uitzendbureau beschikt over een ‘SNA-Certificaat’. De werkgever die een uitzendbureau inschakelt is volgens de CAO Glastuinbouw zelfs hoofdelijk aansprakelijk voor de naleving van de CAO bepalingen van de uitzendkrachten, tenzij het uitzendbureau NEN-4400 is gecertificeerd. De CAO-bepalingen gelden vanaf de algemeen verbindendverklaring in november 2012 voor alle ondernemers in de Glastuinbouw.4
Registratieplicht uitzendbureaus:
Per 1 juli 2012 is een wet van kracht geworden, die oplegging van een forse boete mogelijk maakt als een bedrijf personeel ‘ter beschikking aan derden’ stelt terwijl dat bedrijf niet als zodanig (als uitzendbureau of ‘ter beschikking steller’) is ingeschreven, of (geregistreerd) bij de Kamer van Koophandel. Ook als een bedrijf als nevenactiviteit personeel ter beschikking stelt, moet dat ‘uitzenden’/die ‘ter beschikkingstelling’ bij het Handelsregister onder de ‘activiteiten’ worden vermeld. Oók als te goeder trouw personeel wordt ingehuurd van een niet geregistreerd bureau kan de inlener deze boete krijgen. Detacherings- en payroll- bedrijven vallen óók onder de registratieplicht. De boete (voor zowel inlener als uitlener!) bedraagt de eerste keer € 12.000,- per werknemer, bij herhaling € 24.000,- per werknemer en bij een derde overtreding € 36.000,- per werknemer! Het maximum van aan de inlener op te leggen boetes bedraagt € 76.000,-. Al deze verplichtingen gelden ook als het uitzendbureau/het bedrijf dat personeel ter beschikking stelt in het buitenland gevestigd is. Ook zo’n buitenlands bedrijf moet zich in Nederland bij de KvK als ‘uitzender’ registreren!
Op 11 april 2013 heeft de Minister van Sociale zaken en werkgelegenheid een brief gezonden aan de Tweede Kamer waarin verdere maatregelen zijn aangekondigd op het gebied van het bestrijden van schijnzelfstandigheid, ontduiken van wet minimumloon, CAO-bepalingen en ontwijking premieafdrachten en internationale aspecten.5
De op 1 januari 2013 in werking getreden ‘Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving’ (die de aanpak en deels ook de boetes bij fraude en misbruik harmoniseert is hierboven al verwerkt. Deze wet heeft onder meer de boetes (bij recidive) verder verhoogd. Een machtsmiddel dat ‘aankomt’ is ook de mogelijkheid van de inspectie SZW om het werk maximaal drie maanden stil te leggen (‘preventieve stillegging’). De wet heeft onder meer betrekking op overtreding van de WML en de Wet arbeid vreemdelingen.6
Op 10 juli 2013 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid7 een pilot aangekondigd voor de door illegaliteit en fraude zwaar geplaagde champignonsector. De bedoeling van de pilot die op 1 januari 2014 moet starten, is om na te gaan of de invoering van een speciale identiteitspas de fraude en de uitbuiting kan worden teruggebracht. Met behulp van de pasjes moet het makkelijk worden gemaakt om na te gaan wie op een bepaalde plek werkt en bemoeilijkt zwart (en grijs) werken. Het gaat volgens de minister concreet om aanpak van ‘… overtreding van de Wet minimumloon en minimumvakantietoeslag en de Wet arbeid vreemdelingen, ontduiking van belasting- en premieheffing, toeslagen, oneerlijke concurrentie, moderne slavernij, en uitbuiting.’. De pilot vindt plaats in het kader ‘.van de aanpak van malafide uitzendbureaus...’.
Naast deze maatregelen kan eenopdrachtgever/inlener die een uitzendbureau inschakelt ook nog geconfronteerd worden met aansprakelijkstellingen voor niet door het betreffende uitzendbureau afgedragen loonheffingen en/of omzetbelasting en sociale premies. Zeker als er over een langere periode gaat waarin meerdere uitzendkrachten zijn ingezet kan het om heel grote bedragen gaan.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.