Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte 2013 nr. 5

Een analyse van hetbestaansrecht van het recht van erfpacht

mr. R. de Vries*

Felicitaties pleegt men – los van op verjaardagen en ande­re jubilea – te krijgen als men een mooi resultaat heeft be­haald: een promotie, een gewonnen zaak, een publicatie met een hoog wetenschappelijk gehalte. Opmerkelijk was dan ook de felicitatie die ik recent aantrof op de website van de Nederlandse Vereniging van Erfpachters (hierna: NLVE): ‘Mede door de inspanningen van de Vereniging van Erf­pachters Groningen heeft de gemeente Groningen eind vo­rig jaar besloten de gemeentelijke erfpacht

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

in de binnenstad af te schaffen. (…) De NLVE feliciteert haar lid met het be­haalde succes!’1 Heeft het erfpachtrecht, dat op dit moment nog een veelvoorkomend fenomeen is,2 inderdaad zo wei­nig bestaansrecht (meer) dat het afschaffen van het gebruik daarvan in een bepaalde stad een dergelijke (publieke) feli­citatie waard is? Alvorens een oordeel te kunnen geven over de wenselijk­heid van het behoud van een bepaalde juridische figuur, in dit geval het recht van erfpacht, is enig inzicht hierin vereist. Ik zal hierna dientengevolge eerst kort stilstaan bij het erf­pachtrecht zelf en de verhouding van dit recht tot het meest op haar gelijkende beperkte recht, het opstalrecht. Vervol­gens zal ik een aantal belangrijke voor- en nadelen van het erfpachtrecht de revue laten passeren. Tot slot zal ik conclu­deren dat het erfpachtrecht, dat ooit is ontstaan ‘als een mid­del om de ontginning van woeste gronden te bevorderen’,3 thans nog bestaansrecht heeft. Op diverse plekken zal ik een vergelijking maken met het huurrecht.4

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
mr. R. de Vries*
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvHB/10748

Verder in 2013 nr.5

  Voorwoord

Het Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte bestaat bijna 10 jaar en om dat te vieren zal op 12 november 2013 in kasteel De Wittenburg in Wassenaar het seminar ‘Speerpunten in het huurrecht bedri...

 Het belang van invoeringvan de Warmtewet per1 januari 2014 voor de verhuur van bedrijfsruimte

Op 1 januari 2014 treedt de Warmtewet in werking.1 De Warmtewet kent een langdurige en roerige geschiedenis. Het eerste wetsvoorstel2 werd weliswaar aangenomen, maar is nooit ingevoerd. ...

 Verjaring van de vorderingtot vernietiging en hetsemi-dwingende huurrecht. Wanneer komt een beroep op vernietiging ‘ten dienste’ van huurder te staan?

Op grond van art. 3:52 lid 1 sub d BW verjaart de rechtsvordering tot vernietiging van een bepaling die strijd oplevert met het semi-dwingende huurrecht na verloop van drie jaar nadat het beroep op...

 Een analyse van hetbestaansrecht van het recht van erfpacht

Felicitaties pleegt men – los van op verjaardagen en ande­re jubilea – te krijgen als men een mooi resultaat heeft be­haald: een promotie, een gewonnen zaak, een publicatie met een hoog ...

 Schadevergoeding in geval van een gebrek bij de verhuur van bedrijfsruimte

Het ‘nieuwe’ huurrecht is alweer tien jaar geleden, per 1 au­gustus 2003, in werking getreden. Het meest vernieuwende element daarvan ten opzichte van de oude regeling is de ge­brekenreg...