Tijdschrift voor Financieel Recht 2013 nr. 11

De verhouding tussenEMIR en het MiFIR-voorstel:over de clearing- en dehandelsverplichting

mr. F. Barrachdi en mr. S. Ramsanjhal*

Het staat buiten kijf dat in de derivatenmarkt grote financië­le belangen spelen. Een belangrijk deel van de derivatencon­tracten komt over-the-counter tot stand (hierna otc-derivaten of otc-derivatencontracten). Dit zijn de derivatencontracten die niet op een gereglementeerde markt zijn gesloten, maar bilateraal tussen partijen worden aangegaan.1 Ter illustratie van de grootte van de markt voor otc-derivatencontracten: op 18 oktober 2013 bedroeg de wereldwijde hoofdsom van de rentederivatencontracten, het meest voorkomende otc-derivatencontract, ruim USD 584 biljoen.2 De financiële

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

crisis heeft duidelijk gemaakt dat de otc-derivatenmarkt enkele kenmerken behelst die de onzekerheid op financiële markten kan vergroten en daardoor een risico vormt voor de algehele financiële stabiliteit.3 In het bijzonder werd gevon­den dat de markt voor otc-derivaten niet transparant genoeg was en dat de risico’s die contractspartijen liepen moeilijk vast te stellen waren en dienden te worden ingeperkt. Om die reden hebben de landen van de G20 in hun overleg van 26 september 2009 in Pittsburgh onder andere de volgende toezegging gedaan: ‘All standardised OTC derivatives contracts should be traded on exchanges or electronic trading plat­forms, where appropriate, and cleared through central counterparties by end-2012 at latest. OTC derivatives contracts should be reported to trade repositories.’4 Met de inwerkingtreding van EMIR5, wetgevingsinitiatie­ven als het MiFID II Voorstel6 en het MiFIR Voorstel7 lijkt de G20 toezegging een fait accompli, hoewel het streven om de verplichtingen onder deze regelgeving in werking te doen treden vanaf eind-2012 te ambitieus is gebleken.8 Zo is re­cent pas (21 juni 2013) overeenstemming bereikt binnen de raadsformatie Economische en Financiële Zaken (Ecofin) over de General Approach (algemene oriëntatie) van de Mi­FIR en MiFID-II voorstellen. Deze overeenstemming is te­vens het startschot voor de tripartiete onderhandelingen tus­sen de Raad van de Europese Unie (de Raad van Ministers), het Europese Parlement en de Europese Commissie over beide voorstellen. Daar waar EMIR gedetailleerde voor­schriften bevat om otc-derivatencontracten via centrale te­genpartijen (hierna: de CTP) te clearen, moeten de MiFIR en MiFID II Voorstellen er onder meer voor zorgen dat de handel in derivaten georganiseerd plaatsvindt via handels­platformen.9 Al met al lijkt de Europese wetgever hiermee de daad bij het woord te hebben gevoegd.10 In deze bijdrage zetten wij de samenhang van EMIR en het MiFIR Voorstel uiteen, aangezien beide verordeningen de markt voor (otc-)derivaten aanzienlijk wijzigen. De titel van de tekst van het MiFIR Voorstel roept ook het beeld op dat EMIR wijzigt. Wij zien hier echter meer een aanvulling van, dan een wijziging in EMIR.11 De opzet van deze bijdrage is dat eerst de clearingverplichting ten aanzien van deriva­ten onder EMIR nader wordt uitgewerkt. Het accent zal lig­gen op de vraag welke partijen onder welke voorwaarden met deze verplichting te maken krijgen, waarna de handels­verplichting onder het MiFIR Voorstel centraal zal staan. Voor zover relevant wordt ook gerefereerd aan het MiFID II Voorstel. Wij constateren dat deze laatste twee regelin­gen sterk met elkaar vervlochten zijn en een gezamenlijke bespreking behoeven. Voorts wordt een licht geworpen op de raakvlakken van EMIR en het MiFIR Voorstel op het ge­bied van clearing- en de handelsverplichting met een bijzon­dere aandacht voor de open access tot handelsplatformen en CTP’s die beide verplichtingen moet faciliteren.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
mr. F. Barrachdi en mr. S. Ramsanjhal*
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:FR/10816

Verder in 2013 nr.11

  Kerstcadeautjes

Vorig jaar verscheen op 28 december 2012 in het Staatsblad het Wijzigingsbesluit financiële markten 2013 met daarin onder meer de bankierseed, het provisieverbod voor hypotheken en levensverzekerin...

 De verhouding tussenEMIR en het MiFIR-voorstel:over de clearing- en dehandelsverplichting

Het staat buiten kijf dat in de derivatenmarkt grote financië­le belangen spelen. Een belangrijk deel van de derivatencon­tracten komt over-the-counter tot stand (hierna otc-derivaten...

 Voorstel herziene richtlijnbetaaldiensten en toegang tot de betaalrekening. Betalingsinitiatie- en rekeninginformatiediensten gereguleerd

Geef uw pincode nooit aan anderen! Met deze zin waarschu­wen de Nederlandse banken al jaren tegen betaalfraude. Op grond van de Algemene Bankvoorwaarden is de rekeninghouder ook verpl...

 ‘Schade’ beperken met een voorbehouden pandrecht? Reactie op Rongen in FR 2013, nr.1/2

In zijn arrest van 6 april 2012 (ASR/Achmea)1 overwoog de Hoge Raad dat de wettelijke regresvordering van een hoof­delijk verbonden schuldenaar pas ontstaat op het moment dat deze de schuld voldoet...

 Nieuws

In deze rubriek worden ontwikkelingen op het terrein van het effectenrecht en ander financieel recht gesig­naleerd die betrekking hebben op de periode van eind september 2013 tot eind oktober 2013

 Rondom het nieuws. Spoedwet AlgemeneRekenkamer: haastige spoed is zelden goed

Op 10 september 2013 stuurde minister Dijsselbloem van Financiën de zogenaamde Spoedwet Algemene Reken­kamer naar de Tweede Kamer.1 Met dit wetsvoorstel wil de minister het mogelijk maken dat de Ne...