Tijdschrift voor Agrarisch Recht 2014 nr. 3

Bestuursrechtelijke boetes en het EVRM. Preadvies Vereniging voor Agrarisch Recht 2014

mr. dr. J.J.J. de Rooij*

en opzet De bestuurlijke boete mag zich de laatste decennia verheugen in een toenemende populariteit. Ook in het agrarisch recht wordt het instrument in toenemende mate ingezet, bijvoorbeeld bij de tewerkstelling van vreemdelingen (Wet arbeid vreemdelingen), de Meststoffenwet en het vervoer van zieke of gewonde dieren. Sinds het midden van de jaren negentig, aldus de memorie van toelichting bij de Vierde tranche van de Awb, is een groot aantal wettelijke regelingen tot stand gekomen die

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

de bevoegdheid creëren voor het opleggen van een bestuurlijke boete.1 Het – voor zover mij bekend – meest recente initiatief van deze strekking is het wetsvoorstel tot wijziging van de Woningwet in verband met het versterken van het handhavingsinstrumentarium.2 Op basis van het voorgestelde art. 92a lid 1 kan het bevoegd gezag een bestuurlijke boete opleggen terzake van een overtreding van het in art. 1b opgenomen verbod3, op basis van het voorgestelde derde lid kan overtreding van het verbod van art. 13b lid 2 leiden tot oplegging van een bestuurlijke boete. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is kritisch met betrekking tot de invoering van de bestuurlijke boete met dit wetsvoorstel.4 Er is, aldus de Afdeling, destijds een bewuste keuze gemaakt voor strafbaarstelling op grond van de Wet economische delicten. De vraag dringt zich op – en blijft in de memorie van toelichting in feite onbeantwoord – waarom die argumenten niet meer van toepassing zouden zijn en waarom bestraffing via de bestuurlijke boete effectiever zou zijn dan via de Wet economische delicten. In het Nader rapport zet het kabinet uiteen dat, voor zover hier relevant, strafrechtelijke handhaving een te vergaand en minder geschikt middel is, bij kleinere overtredingen minder opportuun – want een te zwaar instrument – is en met regelmaat te veel tijd in beslag neemt en daardoor minder slagvaardig is.5 De kritische lezer zou bij deze passages de indruk kunnen krijgen dat de bestuursrechtelijke boete een soort van ‘strafrecht – light’ is, in ieder geval als het gaat om bepaalde waarborgen. Ook uit de memorie van toelichting bij de Vierde tranche van de Awb kan een dergelijke onderschikking afgeleid worden: Daarbij is bijvoorbeeld van belang dat in het bestuursrecht relatief veel fouten bij de bewijsvergaring – bijvoorbeeld het niet horen van de overtreder – in de bezwaarschriftprocedure kunnen worden hersteld […], terwijl vormfouten met toepassing van artikel 6:22 Awb ook door de rechter kunnen worden gepasseerd.6 Van terminologie als sneller, slagvaardiger, herstel van vormverzuimen gaat – in ieder geval naar mijn idee – eerder de suggestie uit dat met betrekking tot rechtsbescherming zeker terrein wordt prijsgegeven. Vanzelfsprekend zou dit niet het geval mogen zijn. De bestuurlijke boete wordt al sinds jaar en dag beschouwd als ‘criminal charge’ in de zin van art. 6 van het EVRM7 en zou voor de rechtszoekende in ieder geval waar het art. 6 EVRM betreft dezelfde waarborgen moeten bieden. In deze bijdrage wil ik nagaan, dit met name aan de hand van actuele rechtspraak, in hoeverre de rechtspraak van de bestuursrechter enerzijds en strafrechter anderzijds verschillen vertonen, met name als het gaat om de toepassing van een aantal waarborgen van art. 6 EVRM. In paragraaf twee zal art. 6 EVRM en de daarin opgenomen waarborgen aan de orde komen, waarna in de paragrafen drie tot en met zes aan de hand van de rechtspraak bezien zal worden in hoeverre met betrekking tot deze onderdelen de jurisprudentie van de strafrechter en bestuursrechter uiteenloopt. In paragraaf zeven zal ik afronden met een conclusie.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
mr. dr. J.J.J. de Rooij*
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvAR/11017

Verder in 2014 nr.3

 Mitigeren of compenseren?

Het lijkt een woordenspel: zijn maatregelen die genomen worden om de nadelige gevolgen van een project voor Natura 2000-gebieden te elimineren nu aan te merken als ‘mitigatie’ of als ‘compensatie’?...

 Inter easdem partes de eadem re ne bis sit actio. Preadvies Vereniging voor Agrarisch Recht 2014

Het ne bis in idem beginsel is sterk in onze rechtsorde verankerd. Als men de geschiedenis ervan nagaat, bestond het al bij de Grieken en de Romeinen, zoals ook al mag blijken uit de ...

 Tuchtrecht in de landbouw. Preadvies Vereniging voor Agrarisch Recht 2014

Tuchtrecht speelt al sinds 1933 een rol in de landbouw. Met de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 heeft het tuchtrecht van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie voor ee...

 Bestuursrechtelijke boetes en het EVRM. Preadvies Vereniging voor Agrarisch Recht 2014

en opzet De bestuurlijke boete mag zich de laatste decennia verheugen in een toenemende populariteit. Ook in het agrarisch recht wordt het instrument in toenemende mate ingezet, bijvo...

 Aankondiging

55e Algemene Leden Vergadering