Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte 2013 nr. 5

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden, 4 juni 2013, LJN CA2173 (tekortkoming, ontruiming, op-schorting)

Een voormalig dakloze huurt in het kader van zijn begeleiding en verzorging woonruimte. Hij heeft een huurachterstand laten ontstaan. De verhuurder heeft de huurovereenkomst opgezegd en in kort geding ontruiming van de woning gevorderd. De voorzieningenrechter heeft de vordering toegewezen, waarbij werd overwogen dat het overheersende begeleidingselement in het samenstel van begeleidings- en huurovereenkomst maakt dat de huurder geen recht heeft op huurbescherming. In hoger beroep wordt hiertegen niet opgekomen, zodat daarvan wordt uitgegaan. Daarentegen voert

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

de huurder aan dat de verhuurder geen spoedeisend belang heeft bij zijn vordering tot ontruiming, omdat hij pas een half jaar na het begin van de betalingsperikelen een kort geding is begonnen. Het hof overweegt dat de verhuurder genoegzaam heeft uitgelegd dat onmiddellijk optreden zich niet verdraagt met de te bieden begeleiding. Voorts dient ook de ernst van de tekortkoming ontruiming in kort geding te rechtvaardigen en daarbij speelt de omvang van de opgebouwde huurachterstand en dus tijdsverloop een rol. Daarnaast voert de huurder aan dat hij betaling van de huur heeft opgeschort uit onvrede over de hoogte van de huurprijs. Het hof overweegt dat dit geen grond is voor opschorting. Bovendien is blijkens art. 6:262 lid 2 BW opschorting slechts toelaatbaar voor zover de tekortkoming dat rechtvaardigt. Voor het helemaal geen huur betalen met een beroep op opschorting kan dus alleen reden zijn indien er (nagenoeg) helemaal geen huurgenot mogelijk is. Ten slotte voert de huurder aan dat (ook) de vordering tot betaling van de huurachterstand niet spoedeisend is en niet in kort geding had mogen worden behandeld. Het hof overweegt dat het in dit kort geding primair ging om de ontruiming en dat geldvorderingen daaraan accessoir zijn. Het zou procedureel ondoelmatig zijn geweest indien de voorzieningenrechter deze accessoire vorderingen naar een bodemprocedure had moeten verwijzen. Het hof bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Actualia
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvHB/11246

Verder in 2013 nr.5

  Voorwoord

Het Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte bestaat bijna 10 jaar en om dat te vieren zal op 12 november 2013 in kasteel De Wittenburg in Wassenaar het seminar ‘Speerpunten in het huurrecht bedri...

 Het belang van invoeringvan de Warmtewet per1 januari 2014 voor de verhuur van bedrijfsruimte

Op 1 januari 2014 treedt de Warmtewet in werking.1 De Warmtewet kent een langdurige en roerige geschiedenis. Het eerste wetsvoorstel2 werd weliswaar aangenomen, maar is nooit ingevoerd. ...

 Verjaring van de vorderingtot vernietiging en hetsemi-dwingende huurrecht. Wanneer komt een beroep op vernietiging ‘ten dienste’ van huurder te staan?

Op grond van art. 3:52 lid 1 sub d BW verjaart de rechtsvordering tot vernietiging van een bepaling die strijd oplevert met het semi-dwingende huurrecht na verloop van drie jaar nadat het beroep op...

 Een analyse van hetbestaansrecht van het recht van erfpacht

Felicitaties pleegt men – los van op verjaardagen en ande­re jubilea – te krijgen als men een mooi resultaat heeft be­haald: een promotie, een gewonnen zaak, een publicatie met een hoog ...

 Schadevergoeding in geval van een gebrek bij de verhuur van bedrijfsruimte

Het ‘nieuwe’ huurrecht is alweer tien jaar geleden, per 1 au­gustus 2003, in werking getreden. Het meest vernieuwende element daarvan ten opzichte van de oude regeling is de ge­brekenreg...