Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte 2013 nr. 5

Gerechtshof Leeuwarden 25 oktober 2011, LJN BU1889 (uitleg, opstalrecht, huurafhankelijk, bezitter)

De huurder huurt een perceel grond waarop een recreatiewoning is gebouwd. De woning heeft de huurder gekocht van de vorige huurder met medeweten van de verhuurder. Er is geen recht van opstal gevestigd. De huurder verlangt een verklaring voor recht dat door verjaring een recht van opstal is ontstaan waarbij de huurder de beperkt gerechtigde is. De rechtbank heeft geoordeeld dat de huurder een huurafhankelijk opstalrecht heeft verkregen. Het hof overweegt als volgt. Of een opstalrecht

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

zelfstandig dan wel afhankelijk is, moet worden bepaald naar de mate van verbondenheid van het opstalrecht aan het andere recht. Essentieel is of het opstalrecht na het einde van de huurverhouding tussen partijen kan blijven voortbestaan en of het voor zelfstandige vervreemding of bezwaring vatbaar is (art. 3:7 BW en 3:82 BW). Bij het einde van de huurovereenkomst mag de huurder op grond van de huurovereenkomst de opstallen aan een derde verkopen, zij het met toestemming van de verhuurder. Uit niets volgt dat het recht vervalt indien en zodra de huur eindigt. Bovendien biedt de huurovereenkomst de huurder de bevoegdheid om buiten het voornoemde geval, met schriftelijke toestemming van de verhuurder, de recreatiewoning te vervreemden. Het hof komt dan ook tot de conclusie dat het opstalrecht heeft te gelden als een zelfstandig opstalrecht. Of de huurder de recreatiewoning voor zich houdt, wordt naar verkeersopvatting beoordeeld, met inachtneming van de artikelen 3:109 BW e.v. en overigens op grond van uiterlijke feiten. Het kopen door de huurder van de recreatiewoning van de vorige huurder duidt erop dat hij de woning voor zich is gaan houden. Dit geldt te meer nu die aankoop en de daarop volgende ingebruikneming met instemming van de verhuurder heeft plaatsgehad. In de huurovereenkomst is aan de huurder de bevoegdheid verleend om de recreatiewoning te verkopen aan een derde. Het hof leidt uit de voornoemde omstandigheden af dat de huurder, met instemming van de verhuurder, op een zodanige wijze de feitelijke macht over de recreatiewoning is gaan uitoefenen dat hij naar de in het verkeer geldende opvattingen moet worden beschouwd als bezitter van het recht tot opstal en daarnaast als huurder van het perceel waarop de recreatiewoning staat. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en verklaart voor recht dat de huurder tevens bezitter is van een onafhankelijk recht van opstal.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Actualia
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvHB/11251

Verder in 2013 nr.5

  Voorwoord

Het Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte bestaat bijna 10 jaar en om dat te vieren zal op 12 november 2013 in kasteel De Wittenburg in Wassenaar het seminar ‘Speerpunten in het huurrecht bedri...

 Het belang van invoeringvan de Warmtewet per1 januari 2014 voor de verhuur van bedrijfsruimte

Op 1 januari 2014 treedt de Warmtewet in werking.1 De Warmtewet kent een langdurige en roerige geschiedenis. Het eerste wetsvoorstel2 werd weliswaar aangenomen, maar is nooit ingevoerd. ...

 Verjaring van de vorderingtot vernietiging en hetsemi-dwingende huurrecht. Wanneer komt een beroep op vernietiging ‘ten dienste’ van huurder te staan?

Op grond van art. 3:52 lid 1 sub d BW verjaart de rechtsvordering tot vernietiging van een bepaling die strijd oplevert met het semi-dwingende huurrecht na verloop van drie jaar nadat het beroep op...

 Een analyse van hetbestaansrecht van het recht van erfpacht

Felicitaties pleegt men – los van op verjaardagen en ande­re jubilea – te krijgen als men een mooi resultaat heeft be­haald: een promotie, een gewonnen zaak, een publicatie met een hoog ...

 Schadevergoeding in geval van een gebrek bij de verhuur van bedrijfsruimte

Het ‘nieuwe’ huurrecht is alweer tien jaar geleden, per 1 au­gustus 2003, in werking getreden. Het meest vernieuwende element daarvan ten opzichte van de oude regeling is de ge­brekenreg...