Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte 2013 nr. 5

Rechtbank ’s-Gravenhage, sector kanton, locatie ’s-Gravenhage, 19 december 2012, WR 2013/75 (gebrek, exone-ratie, explosieven, bodemverontreiniging)

De Staat verhuurt enkele percelen grond waarop voorheen een vliegkamp was gevestigd. Uit onderzoeken is gebleken dat de locatie als verdacht op explosieven moet worden aangemerkt. Na aanvang van de huurperiode weigert de gemeente om de locatie vrij te geven vanwege de mogelijke aanwezigheid van explosieven, die ook daadwerkelijk worden gevonden. Bij ontgravingen in het kader van onderzoek naar explosieven blijkt dat de bodem ernstig is verontreinigd. Als gevolg van het niet vrijgeven van de percelen

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

door de gemeente en de aansluitende sanering van de verontreinigde grond heeft de huurder het gehuurde niet kunnen gebruiken. Thans vordert de huurder huurprijsvermindering tot nihil. De kantonrechter stelt vast dat in de huurovereenkomst is bepaald dat het gebruik van publiekrechtelijke vergunningen en/of ontheffingen voor het gebruik van het gehuurde voor rekening en risico van de huurder komen. Voorts is bepaald dat de verhuurder niet aansprakelijk is voor (de gevolgen van) gebreken die de verhuurder op het moment van aangaan van de overeenkomst kende noch behoorde te kennen. Vaststaat dat de huurder buiten zijn schuld voor een periode geen genot heeft gehad van het gehuurde, zodat sprake is van een gebrek. De kantonrechter overweegt dat bij het sluiten van de huurovereenkomst de verhuurder wel en de huurder niet wist dat vrijgave zou moeten worden verzocht aan de gemeente. De bijzondere omstandigheid dat vrijgave moest worden verzocht van het gehuurde is gerelateerd aan het gehuurde object en staat los van de wijze van het gebruik van de locatie. Daarmee valt de vrijgave van het terrein in dit kader niet onder de vergunningen of ontheffingen waarvan de huurder krachtens de huurovereenkomst het risico draagt. Omdat de verhuurder ten tijde van het aangaan van de huurovereenkomst bekend was met (het onderzoek naar) de mogelijke aanwezigheid van explosieven, had hij zich bewust moeten zijn van de mogelijkheid dat de gemeente de grond niet onmiddellijk zou vrijgeven, zodat hij zich niet kan beroepen op het exoneratiebeding. Bovendien had het op de weg van de verhuurder gelegen om de huurder te informeren over de procedure omtrent de vrijgave, zodat de huurder geen verwijt kan worden gemaakt dat hij heeft nagelaten eerder te onderzoeken of het terrein zou worden vrijgegeven. De ernstige bodemverontreiniging is pas aan het licht gekomen als gevolg van het door de gemeente uitgevoerde onderzoek naar explosieven. Vanwege de mogelijke aanwezigheid van explosieven heeft de verhuurder de grond niet eerder kunnen onderzoeken, zodat hij de bodemverontreiniging ten tijde van het aangaan van de huurovereenkomst kende noch behoorde te kennen, waarmee hij zich kan beroepen op het exoneratiebeding. De vordering van de huurder tot huurprijsvermindering tot nihil wordt toegewezen voor de periode dat hij het gehuurde niet heeft kunnen gebruiken als gevolg van het niet vrijgeven van de grond door de gemeente, maar afgewezen voor de periode die het gevolg is van de bodemsanering.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Actualia
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvHB/11252

Verder in 2013 nr.5

  Voorwoord

Het Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte bestaat bijna 10 jaar en om dat te vieren zal op 12 november 2013 in kasteel De Wittenburg in Wassenaar het seminar ‘Speerpunten in het huurrecht bedri...

 Het belang van invoeringvan de Warmtewet per1 januari 2014 voor de verhuur van bedrijfsruimte

Op 1 januari 2014 treedt de Warmtewet in werking.1 De Warmtewet kent een langdurige en roerige geschiedenis. Het eerste wetsvoorstel2 werd weliswaar aangenomen, maar is nooit ingevoerd. ...

 Verjaring van de vorderingtot vernietiging en hetsemi-dwingende huurrecht. Wanneer komt een beroep op vernietiging ‘ten dienste’ van huurder te staan?

Op grond van art. 3:52 lid 1 sub d BW verjaart de rechtsvordering tot vernietiging van een bepaling die strijd oplevert met het semi-dwingende huurrecht na verloop van drie jaar nadat het beroep op...

 Een analyse van hetbestaansrecht van het recht van erfpacht

Felicitaties pleegt men – los van op verjaardagen en ande­re jubilea – te krijgen als men een mooi resultaat heeft be­haald: een promotie, een gewonnen zaak, een publicatie met een hoog ...

 Schadevergoeding in geval van een gebrek bij de verhuur van bedrijfsruimte

Het ‘nieuwe’ huurrecht is alweer tien jaar geleden, per 1 au­gustus 2003, in werking getreden. Het meest vernieuwende element daarvan ten opzichte van de oude regeling is de ge­brekenreg...