Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte 2013 nr. 5

Rechtbank ’s-Gravenhage, sector kanton, locatie ’s-Gravenhage, 11 juni 2013, LJN CA2702 (kwalificatie, beëindiging, contractsovername, natrekking)

De huurder huurt van de gemeente een standplaats voor een consumptiekiosk. De gemeente heeft de huurover-eenkomst opgezegd in het kader van herontwikkeling van de locatie. De huurder toont zich niet bereid tot ontruiming van het gehuurde. Thans vordert de gemeente een verklaring voor recht dat de overeenkomst ziet op de huur van een onbebouwde onroerende zaak, bepaling dat de overeenkomst is geëindigd, een vergoeding voor het gebruik van de standplaats zonder recht of titel na het

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

eindigen van de overeenkomst, alsmede ontruiming van de standplaats. Naar het oordeel van de kantonrechter maakt het feit dat de gemeente door natrekking eigenaar is geworden van de op de standplaats aanwezige kiosk voordat de huurovereenkomst werd gesloten niet dat de overeenkomst geen betrekking kan hebben op een onbebouwde onroerende zaak. De huurovereenkomst is diverse malen verlengd, waarbij het telkens de verhuur van een standplaats betrof. De huurder wijst erop dat in het kader van een contractsovername, waarbij de (huidige) huurder partij werd bij de overeenkomst met de gemeente, werd gesproken van de huur van de bedrijfsruimte, de kiosk, waarbij werd verwezen naar algemene bepalingen “huurovereenkomst bedrijfsruimte”. Naar het oordeel van de kantonrechter is dit onvoldoende om te oordelen dat de huurovereenkomst een overeenkomst tot verhuur van bedrijfsruimte betrof. Uit de aan de contractsovername voorafgaande correspondentie leidt de kantonrechter af dat het niet de bedoeling van partijen was om een nieuwe huurovereenkomst te sluiten, maar om de bestaande huurovereenkomst (huur van een standplaats/perceel grond) te verlengen. Nu sprake is van de verhuur van een perceel grond mocht de gemeente de huurovereenkomst opzeggen. Voorts is de opzegging niet in strijd met de redelijkheid en billijkheid, nu de gemeente een voldoende zwaarwegende grond aan de opzegging ten grondslag heeft gelegd, namelijk herontwikkeling van de locatie, waarbij eveneens een redelijke opzegtermijn (één jaar) in acht is genomen. De kantonrechter wijst de vorderingen toe.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Actualia
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvHB/11253

Verder in 2013 nr.5

  Voorwoord

Het Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte bestaat bijna 10 jaar en om dat te vieren zal op 12 november 2013 in kasteel De Wittenburg in Wassenaar het seminar ‘Speerpunten in het huurrecht bedri...

 Het belang van invoeringvan de Warmtewet per1 januari 2014 voor de verhuur van bedrijfsruimte

Op 1 januari 2014 treedt de Warmtewet in werking.1 De Warmtewet kent een langdurige en roerige geschiedenis. Het eerste wetsvoorstel2 werd weliswaar aangenomen, maar is nooit ingevoerd. ...

 Verjaring van de vorderingtot vernietiging en hetsemi-dwingende huurrecht. Wanneer komt een beroep op vernietiging ‘ten dienste’ van huurder te staan?

Op grond van art. 3:52 lid 1 sub d BW verjaart de rechtsvordering tot vernietiging van een bepaling die strijd oplevert met het semi-dwingende huurrecht na verloop van drie jaar nadat het beroep op...

 Een analyse van hetbestaansrecht van het recht van erfpacht

Felicitaties pleegt men – los van op verjaardagen en ande­re jubilea – te krijgen als men een mooi resultaat heeft be­haald: een promotie, een gewonnen zaak, een publicatie met een hoog ...

 Schadevergoeding in geval van een gebrek bij de verhuur van bedrijfsruimte

Het ‘nieuwe’ huurrecht is alweer tien jaar geleden, per 1 au­gustus 2003, in werking getreden. Het meest vernieuwende element daarvan ten opzichte van de oude regeling is de ge­brekenreg...