Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte 2014 nr. 3

De dunne scheidslijn tussen de gebouwde en onbebouwde onroerende zaak in het huurrecht

mr. J.P.H. Jacobs en mr. M. Cohen

Verhuurder verhuurt aan huurder een perceel grond waarop een bedrijfsgebouw is gelegen. Partijen kwalificeren de overeenkomst als verhuur van onbebouwde grond waarvoor geen huurbescherming geldt. Is dit mogelijk? In een tweetal arresten van de Hoge Raad uit 2012[1] werd geoordeeld dat onbebouwde grond was verhuurd, terwijl bij het aangaan van de huurovereenkomst er feitelijk gebouwen op het perceel waren gerealiseerd. Werd er in deze behandelde zaken eigenlijk geen 290-bedrijfsruimte verhuurd met de daarbij behorende bescherming voor

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

huurder? Is of kan het de bedoeling zijn dat partijen het dwingendrechtelijke beschermingsregime kunnen ontwijken door een terrein dat feitelijk bebouwd is als onbebouwde zaak te kwalificeren en als zodanig te verhuren? En hoe verhoudt dit fenomeen zich tot de relatief gemakkelijke verkleuring van verhuur van bebouwde grond in het kader van de connexiteitsleer, het leerstuk omtrent onroerende aanhorigheden?[2]In deze bijdrage wordt aan de hand van oude en nieuwe rechtspraak de huidige status van verhuur van de onbebouwde onroerende zaak verkend en de scheidslijn met de regeling van art. 7:290 BW belicht. Een deel van deze rechtspraak heeft betrekking op de verhuur van grond ten behoeve van de exploitatie van tankstations. Interessant is om aan de hand van deze rechtspraak na te gaan op welk moment een huurovereenkomst betreffende een stuk onbebouwde grond als het ware verkleurt naar een huurovereenkomst ex art. 7:290 BW. In het verlengde hiervan zal worden stilgestaan bij de vraag of aanpassing van de wettelijke regeling van de middenstandsbedrijfsruimte een optie of reële mogelijkheid is.[3]In paragraaf 2 wordt aandacht besteed aan het wettelijk kader en het verschil tussen de gebouwde en ongebouwde onroerende zaak. In paragraaf 3 zal worden ingegaan op richtinggevende rechtspraak over dit onderwerp. Daaropvolgend zullen in paragraaf 4 de twee arresten uit 2012 worden behandeld met hun implicaties voor de praktijk. In paragraaf 5 wordt ter discussie gesteld of een andere huurdersvriendelijke uitleg - voor zover mogelijk - wenselijk is en worden enkele suggesties gedaan tot verbetering van de positie van de huurder. Onder paragraaf 6 wordt kort ingegaan op de formulering van een mogelijke nieuwe wettelijke bepaling.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Verder in dit artikel:

2. Wettelijk kader van de ongebouwde en gebouwde onroerende zaak

3. Richtinggevende rechtspraak inzake de kwalificatie onbebouwd-bebouwd

4. De beide arresten van de Hoge Raad van 13 juli 2012 (NJ 2013/8 en NJ 2013/9)

5. Houdbaarheid strikte grens bebouwd/onbebouwd?

6. Nieuwe wettelijke bepaling

7. Tot slot

Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
mr. J.P.H. Jacobs en mr. M. Cohen
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvHB/11471

Verder in 2014 nr.3

 Voorwoord - M.T.H. de Gaay Fortman

Tijdens het seminar ter ere van het tienjarig bestaan van dit tijdschrift is vorig jaar al aan de orde gesteld dat de voorgestelde wijzigingen in de financiële verslaglegging waarschijnlijk ve...

 IFRS in de vastgoedpraktijk en mogelijke implicaties van de voorgestelde wijzigingen ten aanzien van IAS 17 Leases

In dit artikel wordt een beschrijving gegeven van de financiële verslaglegging voor diverse typen vastgoedondernemingen conform de IFRS standaard in het algemeen en specifiek IAS 17 Leases....

 Het exclusieve afnamebeding en het kartelverbod: het grijze gebied van de (economische) omstandigheden van het geval

Huurders van bedrijfsruimten worden geregeld gebonden aan exclusieve afnamebedingen die verplichten bepaalde type producten (vrijwel) uitsluitend af te nemen van één leverancier. S...

 De dunne scheidslijn tussen de gebouwde en onbebouwde onroerende zaak in het huurrecht

Verhuurder verhuurt aan huurder een perceel grond waarop een bedrijfsgebouw is gelegen. Partijen kwalificeren de overeenkomst als verhuur van onbebouwde grond waarvoor geen ...

 Renovatie: is een redelijk voorstel mogelijk als het gehuurde wijzigt van plaats en functie?

Sinds de invoering van het nieuwe huurrecht in 2003 is er een renovatieregeling opgenomen in de wet. Deze regeling, voortbouwend op jurisprudentie onder het oude huurrecht, biedt de verhuurder inst...