Internet der dingen

Mocht u tijdens een borrel of op een feestje nog indruk willen maken met de kreet ‘the Internet of Things’ of in goed Nederlands ‘het internet der dingen’ dan raad ik u aan daar niet te lang mee te wachten. De verwachting dat steeds meer objecten onderling gaan communiceren via het internet heeft volgens Gartner namelijk de top van de Hype Cycle for Emerging Technologies bereikt en zal als gevolg daarvan weldra aan haar glijvlucht beginnen waaraan kreten als big data, augmented reality en cloud computing al eerder zijn begonnen.1

Wil dit zeggen dat er niets noemenswaardigs meer valt te vertellen over deze ontwikkeling die naar het schijnt in 1999 door Kevin Ashton van zijn huidige label is voorzien? Integendeel. De voorspelling is dat er 26 miljard apparaten in 2020 verbonden zullen zijn met het internet.2 Als het aan Google ligt zullen deze overigens allemaal een eigen url krijgen.3 Ook juristen zullen het dus ongetwijfeld nog druk krijgen met deze materie. Privacy – of wellicht beter – de zorgvuldige omgang met persoonsgegevens krijgt momenteel de meeste aandacht. Mag mijn thermostaat mijn persoonsgegevens verzamelen en verder gebruiken voor andere toepassingen? Over de privacy-problematiek verscheen in dit tijdschrift in 2010 al een artikel van de hand van Wisman en Lodder en heeft Working Party 29 op 16 september van dit jaar een opinie gepubliceerd.4

Er valt echter nog zoveel meer te zeggen over the Internet of Things. Wie is er aansprakelijk indien mijn pacemaker wordt ontregeld door de autonoom handelende koelkast van mijn buurman, wie is rechthebbende wat betreft welke gegevens en in hoeverre beïnvloedt the Internet of Things bijvoorbeeld de vrije mededinging? Zelfs het traditionele merkenrecht lijkt niet aan the Internet of Things te ontkomen.5 Een verfrissende invalshoek zou overigens zijn hoe het recht als reguleringsinstrument een positieve bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van the Internet of Things.

Gezien de titel van dit tijdschrift verdienen al deze onderwerpen een prominente plek in dit tijdschrift. Ondanks het feit dat de term als zodanig snel sleets dreigt te raken hoop ik dat we binnenkort een mooi artikel over de (andere) juridische aspecten van the Internet of Things mogen verwelkomen. Mocht dit voor u te ouderwets zijn en daarmee onvoldoende uitdaging bieden dan houd ik mij ook graag aanbevolen voor uw artikel over smart robots, bioacoustic sensing of software-defined anything . We zijn het aan onze stand verplicht nieuwe ontwikkelingen te volgen en juridisch te duiden voordat deze ‘over the hill’ zijn en het mag daarbij best eens over iets anders gaan dan de bedreiging van onze privacy…